Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
vrijdag 11 februari
Woordenschat
Je leert vijf nieuwe woorden bij het thema 6: Verliefd zijn.
Schrijf het woord op en ook de betekenis.
1 / 19
suivant
Slide 1:
Diapositive
NT2
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Cette leçon contient
19 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
50 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Woordenschat
Je leert vijf nieuwe woorden bij het thema 6: Verliefd zijn.
Schrijf het woord op en ook de betekenis.
Slide 1 - Diapositive
omgaan met
(scheidbaar ww)
bevriend zijn
met iemand/ je ziet iemand regelmatig
reageren op iets
werkwoord: ik ga met hem om, jij ging met hem om, wij zijn met hem omgegaan
zin: Ik vind het heel leuk om met
haar
om
te
gaan
.
zin: De leerlingen zijn goed
omgegaan
met alle coronaregels.
Slide 2 - Diapositive
menen
serieus bedoelen
iets goed/aardig/onaardig bedoelen
denken dat ......../ denken dat iets gaat gebeuren
werkwoord: ik meen het, ik meende het, wij meenden het
zin: Als ik zeg dat ik jou aardig vind,
meen
ik dat serieus.
zin: Wij
menen
dat de opwarming van de aarde grote problemen gaat geven.
Slide 3 - Diapositive
vertrouwen
geloven
dat iemand het
goed bedoelt
geloven dat iets
goed gaat
vertrouw
op de ander
, vertrouw
op jezelf
erop
vertrouwen/ vertrouwen
op
zin: Ik
vertrouw erop
dat mijn man elke avond thuiskomt.
zin: De docenten
krijgen het vertrouwen
dat de leerlingen op tijd op school zijn, want dat hebben ze beloofd.
Slide 4 - Diapositive
de indruk
de gedachte
die jij van iemand krijgt/ die iemand van jou krijgt
uiterlijk/ spraak/diploma's /arm, rijk/...........,................
de gedachte die je krijgt bij iets: ruzie, houding, iets op TV,
ww. de indruk hebben
zin: Omdat hij geen diploma heeft, heb ik
de indruk
dat hij niet slim is.
zin: Ik
heb de indruk
dat het meisje rijk is, want ze heeft een hele mooie ring.
Slide 5 - Diapositive
Vul het goede woord in
In de volgende zinnen moet je het goede woord invullen.
Let op: schrijf ALLEEN het goede woord op. Niet de hele zin!
Bij een werkwoord moet je de juiste vorm kiezen.
Kies uit de volgende woorden:
de hoeveelheid, afgelopen, gelukkig, achteraf, spijt hebben van,
het gram, afsluiten, afhankelijk, het strafwerk, het blik
Slide 6 - Diapositive
laten
iets niet/wel doen
iets laten gebeuren
ermee stoppen
je doet een voorstel/een idee
zin:
Laten
we niet meer op elkaar schelden!
zin:
Laten
we naar de dierentuin gaan, wanneer wij vakantie hebben.
Slide 7 - Diapositive
Een kind is samen met zijn moeder in de supermarkt. Het kind pakt allemaal snoep. De moeder zegt tegen haar kind: Laat dat!
Wat bedoelt de moeder?
A
Het kind mag het snoep pakken.
B
Het kind mag het snoep eten.
C
Het kind moet het snoep betalen.
D
Het kind mag het snoep niet pakken.
Slide 8 - Quiz
Waar wordt het woord:
menen
goed gebruikt?
A
Ik meen het als ik zeg dat het vandaag zaterdag is.
B
Ik meen het als ik zeg dat het overmorgen zondag is.
C
Ik meen het als ik zeg dat het gisteren vrijdag was.
D
Ik meen het als ik zeg dat het volgende week vakantie is.
Slide 9 - Quiz
Wat betekent:
Ik heb de indruk dat je de toets niet goed hebt geleerd.
A
Ik weet zeker dat jij de toets niet hebt geleerd.
B
Ik hoop dat jij de toets niet hebt geleerd.
C
Ik denk dat jij de toets niet goed hebt geleerd.
Slide 10 - Quiz
Welke persoon vertrouw jij het meest?
Slide 11 - Carte mentale
In mijn vrije tijd, ga ik het liefste om met.....
Slide 12 - Question ouverte
Opdracht: welk woord hoort in de zin?
Welk woord hoort in de zin? Schrijf alleen het woord op, niet de hele zin!
Slide 13 - Diapositive
De eerste .......... van die jongen is niet goed. Hij laat slecht gedrag zien.
Slide 14 - Question ouverte
De docent vraagt de leerlingen om hun mobiel thuis te ......... en niet mee naar school te nemen.
Slide 15 - Question ouverte
De docent .......... het als ze zegt dat we stil moeten zijn.
Slide 16 - Question ouverte
Mijn vriendin vertelt mij een geheim en zij ........... mij dat ik het aan niemand anders vertel.
Slide 17 - Question ouverte
In het weekend .... ik het liefst .... ..... mijn beste vriendin.
Slide 18 - Question ouverte
Zinnen maken
Het rad draait een naam. Zie je jouw naam? Dan maak je 1 zin
met één of meer woorden:
de verliefdheid, de relatie, de liefde, aantrekken, zoenen
Slide 19 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Vrijdag 9 februari
Juillet 2023
- Leçon avec
29 diapositives
NT2
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Maandag 13 februari 2023
Février 2023
- Leçon avec
34 diapositives
NT2
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Herhalingstoets Nederlands
Décembre 2020
- Leçon avec
32 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
dag 8
Janvier 2023
- Leçon avec
27 diapositives
Hebben en zijn
Juillet 2024
- Leçon avec
29 diapositives
NT2
Secundair onderwijs
IDFA filmles: Rotjochies (MBO)
Octobre 2020
- Leçon avec
24 diapositives
par
Filmeducatie
Filmeducatie
Mentorles
+5
MBO
Studiejaar 1-4
Filmeducatie
Maandag 20 februari 2023
Février 2023
- Leçon avec
37 diapositives
NT2
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Digi-doener! | De mens, van ouder tot kind
Septembre 2021
- Leçon avec
11 diapositives
par
Stichting FutureNL
Oriëntatie op jezelf en de wereld
Mediawijsheid
+1
Basisschool
Groep 4,5
Stichting FutureNL