6-12 Lowan thema 8 De seizoenen dag 1

Thema 8: de seizoenen
1 / 43
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 43 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Thema 8: de seizoenen

Slide 1 - Diapositive

Wat ga ik leren?
Nieuwe woorden bij thema De seizoenen

Slide 2 - Diapositive

Luister goed!

Slide 3 - Diapositive

de lente / het voorjaar

Slide 4 - Diapositive

de lentemaanden

Slide 5 - Diapositive

de dag

Slide 6 - Diapositive

de nacht

Slide 7 - Diapositive

de wolk

Slide 8 - Diapositive

de wind

Slide 9 - Diapositive

het onweer

Slide 10 - Diapositive

het bos

Slide 11 - Diapositive

de boom

Slide 12 - Diapositive

de stam

Slide 13 - Diapositive

de tak

Slide 14 - Diapositive

de wortel

Slide 15 - Diapositive

Luister goed en zeg het woord na.

Slide 16 - Diapositive

de lente

Slide 17 - Diapositive

het voorjaar

Slide 18 - Diapositive

de lentemaanden

Slide 19 - Diapositive

de dag

Slide 20 - Diapositive

de nacht

Slide 21 - Diapositive

de wolk

Slide 22 - Diapositive

de wind

Slide 23 - Diapositive

het onweer

Slide 24 - Diapositive

het bos

Slide 25 - Diapositive

de boom

Slide 26 - Diapositive

de stam

Slide 27 - Diapositive

de tak

Slide 28 - Diapositive

de wortel

Slide 29 - Diapositive

Korte quiz

Slide 30 - Diapositive


A
de lentemaanden
B
de maanden
C
de lente
D
de kalender

Slide 31 - Quiz


A
het onwaar
B
het onwer
C
het onweer
D
het anweer

Slide 32 - Quiz


A
de boom
B
de tak
C
de stam
D
de wortel

Slide 33 - Quiz


A
de dag
B
de nacht
C
het donker
D
het dag

Slide 34 - Quiz

Wat hoor je?

Slide 35 - Question ouverte

Wat hoor je?

Slide 36 - Question ouverte

Wat hoor je?

Slide 37 - Question ouverte

Wat hoor je?

Slide 38 - Question ouverte

Werkwoorden
de seizoenen

Slide 39 - Diapositive

schaatsen
Ik:                                schaats
Jij / hij / zij:              schaatst
Wij / jullie / zij:        schaatsen

Slide 40 - Diapositive

glijden
Ik:                                 glijd
Jij / hij / zij:               glijdt
Wij / jullie / zij:        glijden

Slide 41 - Diapositive

Je ziet het woord in het Nederlands.
Schrijf het woord ernaast in jouw taal. 

Slide 42 - Diapositive

Pak je werkboek.
Maak dag 1: blz 1 t/m 8. 

Klaar?
Stenvert A of B

Slide 43 - Diapositive