8.1 Geluid als trilling

1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

8.1 Geluid als trilling
Je kunt uitleggen:
  • wat geluid is en hoe het ontstaat
  •  wat een bron, medium en ontvanger is
  • hoe je stem werkt
  • hoe je geluid versterkt
  • hoe je een blokschema voor geluid maakt

Slide 2 - Diapositive

Geluid
Geluid is het trillen van de lucht


Slide 3 - Diapositive

Geluid
Uitwijking = de afstand van het vel tot de ruststand van het vel





Slide 4 - Diapositive

Wat is geluid?
A
Geluid is een trilling
B
Geluid is energie
C
Geluid is een kracht
D
Geluid is een deeltje zoals water

Slide 5 - Quiz

Geluid
Hoe groter de maximale uitwijking van het trommelvel, hoe groter de geluidssterkte. 

De geluidssterkte geeft aan hoe hard het geluid is. 
De toon geeft aan hoe hoog of hoe laag het geluid klinkt. 
Hoe sneller het vel trilt, hoe hoger de toon. 

Slide 6 - Diapositive

Geluidssterkte
Toon
Het geluid staat hard
Het geluid staat zacht
De zangeres zingt heel hoog
De zanger zingt heel laag

Slide 7 - Question de remorquage

Bron - medium - ontvanger
Geluidsbron = iets wat zelf geluid maakt, produceert trillingen
Medium = trillingen verplaatsen zich via een tussenstof
Ontvanger = degene die het geluid opvangt 

Slide 8 - Diapositive

Wat is een voorbeeld van een medium?
A
lucht
B
vacuüm ruimte
C
water
D
vloeren

Slide 9 - Quiz

Bron - medium - ontvanger
Is er geen tussenstof? Bijvoorbeeld in een vacuüm ruimte, dan kan de lucht niet trillen. Er komt geen geluid bij de ontvanger. 

Slide 10 - Diapositive

Waarom hoor je op de maan geen geluid?
A
De maan heeft geen atmosfeer (vacuüm)
B
Op de maan heerst geen zwaartekracht
C
Op de maan kun je wel geluid horen
D
De maan heeft geen gebouwen waar het geluid kan weerkaatsten

Slide 11 - Quiz

Geluid versterken
Soms is geluid zo zacht dat je het niet
hoort. Je kunt geluid versterken
met een klankkast.

Klankkast = Hol voorwerp dat trilling 
overneemt en versterkt


Slide 12 - Diapositive

Welke pijl is hier de klankkast?
A
groen
B
rood
C
roze
D
blauw

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Lien

Elektrische versterking
Een microfoon zet geluid om in een elektrische trilling
Een luidspreker zet de elektrische trilling om in geluid

Slide 15 - Diapositive

Tekst

Slide 16 - Diapositive

Een microfoon is een ........

A
Geluidsbron
B
Geluidsontvanger

Slide 17 - Quiz

Geluid ontstaat door.....
A
trillingen
B
elektronen
C
botsingen
D
luisteren

Slide 18 - Quiz

Juist of onjuist:
Hoe groter de uitwijking, hoe harder het geluid is
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quiz

Juist of onjuist:
Geluid verplaatst zich alleen door de lucht
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quiz

Wat gebeurt er met de trilling van lucht als een toon hoger wordt?
A
De lucht gaat verder op en neer trillen
B
De lucht gaat sneller trillen
C
De lucht gaat minder ver op en neer trillen
D
De lucht gaat harder trillen

Slide 21 - Quiz

Alles wat geluid maakt, noem je een geluidsbron.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz