Het Hormoonstelsel T

2 minuten voordat de les begint
  • jassen uit
  • telefoon weg tot toestemming
  • boeken/chromebook op tafel
timer
2:00
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

2 minuten voordat de les begint
  • jassen uit
  • telefoon weg tot toestemming
  • boeken/chromebook op tafel
timer
2:00

Slide 1 - Diapositive

Doel van de les
  • Je kunt de bouw en de werking van het hormoonstelsel beschrijven
  • Je kunt in een afbeelding de belangrijkste hormoonklieren benoemen
  • je kunt de werking beschrijven van de hormonen uit de eilandjes van Langerhans

Slide 2 - Diapositive

Wat zijn hormonen?
  • Stoffen die de werking van bepaalde organen regelen
  • Gemaakt in hormoonklieren
  • Worden vervoert door het bloed

Slide 3 - Diapositive

Wat is de functie van hormonen?
A
hormonen regelen de werking van organen die er gevoelig voor zijn
B
hormonen zorgen voor de voeding van veel hormoonklieren
C
hormonen zorgen voor snelle reacties op bepaalde prikkels

Slide 4 - Quiz

Wat is de functie van hormonen?
A
hormonen regelen de werking van organen die er gevoelig voor zijn
B
hormonen zorgen voor de voeding van veel hormoonklieren
C
hormonen zorgen voor snelle reacties op bepaalde prikkels

Slide 5 - Quiz

Hormoonklier
Een klier is een orgaan die bepaalde stoffen maakt.

Slide 6 - Diapositive

Klieren
Een klier is een orgaan die bepaalde stoffen maakt.
De stoffen worden afgevoerd via afvoerbuizen
Voorbeelden: zweetklieren,
speekselklieren, traanklieren
klieren met afvoerbuis

Slide 7 - Diapositive

Hormoonklieren
  • maken hormonen
  • geven de hormonen af aan het bloed dat door de klier stroomt
  • hormonen zijn alleen werkzaam in organen die er gevoelig voor zijn!
hormoonklieren

Slide 8 - Diapositive

In de afbeelding zie je twee klieren.
Welk van deze twee klieren is het meest waarschijnlijk een hormoonklier?
A
klier 1
B
klier 2
C
allebei
D
geen van beiden

Slide 9 - Quiz



Slide 10 - Diapositive

  • Het hormoonstelsel regelt vooral langzame , langdurige processen
  • Hebben invloed op stofwisseling, voortplanting, groei en ontwikkeling

Slide 11 - Diapositive

Op welke processen hebben hormonen geen invloed?
A
groei en ontwikkeling
B
ademhaling
C
voortplanting
D
stofwisseling

Slide 12 - Quiz

In de afbeelding is de ligging van enkele hormoonklieren bij een vrouw getekend.
Hoe heet deel 1?
A
alvleesklier
B
schildklier
C
hypofyse
D
bijnieren

Slide 13 - Quiz

In de afbeelding is de ligging van enkele hormoonklieren bij een vrouw getekend.
Hoe heet deel 4?
A
alvleesklier
B
schildklier
C
hypofyse
D
bijnieren

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Vidéo

Alvleesklier
Eilandjes van Langerhans

Slide 16 - Diapositive

Eilandjes van Langerhans
  • Glucose uit plantenvoedsel gaat door de wand van de dunne darm in het bloed
  • glucosegehalte gaat boven 0,1%
  • Eilandjes van Langerhans maken insuline 
  • daardoor zakt het glucosegehalte weer naar 0,1%!

Slide 17 - Diapositive

Eilandjes van Langerhans
  • glucose is brandstof van ons lichaam
  • bij inspanning veel verbranding van glucose
  • glucosegehalte daalt onder 0,1%
  • eilandjes van Langerhans maken glucagon
  • het glucosegehalte stijgt dan weer!

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Diabetes of suikerziekte
  • eilandjes van Langerhans produceren te weinig insuline
  • glucosegehalte blijft daardoor boven 0,1%
  • insuline moet op andere manier in lichaam komen

Slide 20 - Diapositive

De hormonen insuline en glucagon hebben beide inlvoed op het glucosegehalte van het bloed.
Is de invloed van deze hormonen op het glucosegehalte van het bloed hetzelfde of tegengesteld?
A
hetzelfde
B
tegengesteld

Slide 21 - Quiz

Welke invloed heeft insuline op het glucosegehalte van het bloed?
A
door insuline daalt het glucosegehalte in het bloed
B
door insuline stijgt het glucosegehalte in het bloed

Slide 22 - Quiz

Het bloed bij de mens bevat gemiddeld 0,1% glucose.
Wanneer maken de eilandjes van Langerhans veel insuline?
A
als glucosegehalte hoger is dan 0,1%
B
als glucosegehalte lager is dan 0.1%

Slide 23 - Quiz

Bij diabetes maken de eilandjes van Langerhans te weinig van een bepaald hormoon.
Van welk hormoon?
A
glucagon
B
insuline

Slide 24 - Quiz