8. Toets insecten

8. Toets insecten
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
DierenSpeciaal OnderwijsLeerroute 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

8. Toets insecten

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
- LessonUp les
Herhaling voorgaande lessen
- Zelf doorlezen
- Toets maken
- Ontspanning

Slide 2 - Diapositive

Insecten

Insecten zijn ongewervelde dieren, waartoe vele diersoorten behoren die nauwelijks op elkaar lijken: kevers en vlinders, mieren en sprinkhanen, wantsen en libellen. Al deze insecten hebben een uitwendig skelet van een hoornachtige stof, chitine. Het lijf bestaat uit drie delen: kop, borst en achterlijf. Op de borst zitten drie paar poten. Insecten hebben dus zes poten. Daarin verschillen ze van spinnen, die acht poten hebben. Bijna alle insecten hebben ook twee paar vleugels. En ze hebben voelsprieten, waarmee ze kunnen ruiken, proeven en voelen. 


Slide 3 - Diapositive

Insecten leggen eieren. Daaruit komen larven. Die zien er meestal heel anders uit dan hun ouders. De larven groeien, vervellen en verpoppen na enige tijd. In de pop voltrekt zich een totale metamorfose en daaruit komt het uiteindelijke dier.

Slide 4 - Diapositive

Vliegend hert
Het vliegend hert is de grootste kever van Europa. De mannetjes worden 7,5 cm lang. Ze hebben een vergrote bovenkaak, die eruitziet als een gewei. De kevers zijn echter onschuldige saplikkers. Ze leven vooral op eiken. De mannetjes vechten op de takken om de vrouwtjes. De verliezer valt uit de boom.

Slide 5 - Diapositive

Vlinders
Bijna alle vlinders zuigen met hun lange roltong plantensappen op. Ze behoren tot de mooiste en kleurrijkste insecten. Hun intense kleur ontstaat door de kleurrijke schubben op hun vleugels. Veel vlinders krijgen we nauwelijks te zien, want die vliegen bijna alleen maar 's nachts.
De nachtvlinders zijn logger en meestal minder opvallend van kleur.

Slide 6 - Diapositive

Vliesvleugeligen: Mieren
De rode bosmieren worden gerekend tot onze grootste mieren. Ze bouwen nesten van dennen- en sparrennaalden en kleine takjes. De werksters verdedigen het nest tegen aanvallers: Ze bijten en verspreiden een brandend mierenzuur.

Amazonemier: De werksters vallen de nesten van andere mierensoorten aan, roven de larven en de poppen en brengen die naar hun eigen nest.

Slide 7 - Diapositive

Termieten
Het termietenvolk is strikt geordend: arbeiders en soldaten zijn blinde, geslachtloze dieren. De arbeiders metselen of zorgen voor het voedsel. De soldaten verdedigen het gebouw. Het koningspaar zorgt voor nakomelingen. De koning bevrucht de koningin, die uitsluitend eieren legt.

Slide 8 - Diapositive

Vliegen en muggen
Vliegen en muggen worden tot de groep van de tweevleugelige insecten gerekend. Ze hebben in tegenstelling tot andere vliegende insecten slechts één paar vleugels. Vliegen hebben een zuigslurf waarmee ze vloeibaar voedsel opzuigen. Veel muggen hebben een steeksnuit.

Slide 9 - Diapositive

Hoofdluis
Deze kleine insecten leven op hoofden van mensen. Met hun steekborstels boren ze door de huid om bloed te zuigen. De steek van een hoofdluis jeukt heel erg. Daarom krabt iemand die door een hoofdluis gestoken is, de huid vaak kapot. Hoofdluizen worden meestal overgebracht via capuchons of mutsen aan een kapstok of door direct contact met haren.

Slide 10 - Diapositive

Mensenvlo
Mensenvlooien steken niet alleen mensen, maar ook honden en andere zoogdieren. De vleugelloze insecten zuigen het bloed van hun gastheer. Vlooien kunnen wel 60 centimeter ver springen. Dat is 200 maal hun lichaamslengte. Met hun steek kunnen vlooien gevaarlijke ziekten verspreiden. In de middeleeuwen werd de pest overgebracht door rattenvlooien. Door betere hygiëne komen ze niet meer zo vaak voor.

Slide 11 - Diapositive

Toets maken
Daarna ontspanning

Slide 12 - Diapositive