Leerjaar 2 niveau 3 periode 3 les 2
1 / 23
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Voorbeelden van tijdelijke omvorming zijn:
Slide 4 - Question ouverte
Je kan tijdelijk omvormen door middel van:
Slide 5 - Question ouverte
Tijdens het omvormen met warmte gebeurd er iets met..
A
De waterstofbruggen
B
De zoutbruggen
C
De zwavelbruggen
D
De spindelcellen
Slide 6 - Quiz
Wat doen de zout- en waterstofbruggen tijdens het omvormen met water?
A
De zoutbruggen verbreken en de waterstofbruggen verweken
B
De zoutbruggen verweken en de waterstofbruggen verbreken
C
Zoutbruggen- en waterstofbruggen verweken
D
Zoutbruggen- en waterstofbruggen verbreken
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Voor welke gezichtsvormen is dit kapsel niet geschikt?
A
Vierkant, rechthoek en lang
B
Rond, hartvorming
Slide 14 - Quiz
Rond
Ruitvormig
Driehoek met de punt naar boven
Vierkant
Lang
Driehoek punt naar beneden
Slide 15 - Question de remorquage
Voor welke gezichtsvormen is dit kapsel wel geschikt?
A
Vierkant, rechthoek en lang
B
Rond, hartvormig.
Slide 16 - Quiz
Slide 17 - Diapositive
De keuze tussen tijdelijk-omvormen met warmte of water maak je door te kijken naar:
A
Wens van de klant
B
Haartype van de klant
C
De haar- en hoofdhuidconditie van de klant
D
Alle antwoorden zijn correct
Slide 18 - Quiz
Wat wil je weten als je vraagt naar de wens van de klant?
A
Wanneer ze komt en welke natuurlijke haarkleur ze heeft
B
Wanneer ze het voor het laatst gewassen heeft en naar wat voor feestje ze gaat.
C
Welk doel, welke plaats en welke duur ze voor ogen heeft.
Slide 19 - Quiz
Noem drie voorbeelden van technische aspecten van het haar.
Slide 20 - Question ouverte
Noem één voorbeeld van een klantkenmerk
