Wereldburgerschap: globalisering, mondiale problemen en EU

Nederland en de wereld 
Globalisering
Mondiale Problemen
Europese Unie
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
BurgerschapMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Nederland en de wereld 
Globalisering
Mondiale Problemen
Europese Unie

Slide 1 - Diapositive

Globalisering

Slide 2 - Diapositive

Globalisering 
Door allerlei ontwikkelingen kom je steeds meer in contact met de rest van de wereld. Denk aan de mogelijkheden van het internet, reizen die goedkoper worden en de herkomst van de producten die jij koopt. Dit noemen we globalisering.

Globalisering => mensen op de wereld zijn steeds meer met elkaar verbonden
Kijken: Leg uit dat Nederland door globalisering meer afhankelijk is geworden van andere landen.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Economische Globalisering
Door de globalisering is de wereldwijde handel enorm toegenomen. Dit komt onder andere doordat het transport goedkoper is geworden. In Nederland kun je allerlei producten uit het buitenland kopen en veel Nederlandse bedrijven laten producten in het buitenland maken. Deze bedrijven met fabrieken, kantoren, winkels in verschillende landen, noem je multinationals. Denk aan Nike, Unilever en McDonalds.
Voordeel => Er zijn steeds meer producten te koop en producten worden steeds goedkoper.
Nadeel => Sommige banen verdwijnen omdat arbeid in het buitenland goedkoper is. Ook worden arbeiders in het buitenland soms uitgebuit.


Slide 5 - Diapositive

Wat zijn multinationals?
A
Hele rijke, grote bedrijven
B
Bedrijven met vestigingen in eigen land
C
Bedrijven met fabrieken, kantoren of winkels in meerdere landen
D
Bedrijven waar mensen met verschillende nationaliteiten werken

Slide 6 - Quiz

Wat is globalisering?
A
Mensen overal ter wereld zijn op verschillende vlakken steeds meer met elkaar verbonden
B
De toename van smartphones, manieren van transport en internetgebruik
C
Wereldpolitiek
D
De toegenomen binding tussen China en de VS

Slide 7 - Quiz

Culturele globalisering
Door het internet kun je veel makkelijker informatie delen en met elkaar in contact komen. Denk maar aan forums op internet, berichtjes via Whatsapp, Instagram, Facebook of de website Wikipedia. Mensen over de hele wereld maken gebruik van elkaars kennis. Culturele gebruiken, feesten, eetgewoontes en tradities worden over de wereld verspreid. Denk maar aan Halloween, het eten van sushi of het beoefenen van taekwondo of Capoeira.

Slide 8 - Diapositive

Politieke Globalisering 
Door globalisering worden landen meer afhankelijk van elkaar. Daardoor moeten landen meer samenwerken. Bijvoorbeeld als het gaat om handel, milieu en veiligheid.

  • Voordeel: Problemen worden beter aangepakt omdat meer landen kunnen bijdragen.
  • Nadeel: Landen moeten zich aan internationale afspraken houden en kunnen minder zelf beslissen.

Slide 9 - Diapositive

Veel jongeren gaan na hun studie een (half)jaartje ‘backpacken’ in Australië en Azië. Via internet houden zij dan hun ouders en vrienden op de hoogte. Dit is een voorbeeld van:
A
emotionele globalisering
B
politieke globalisering
C
economische globalisering
D
culturele globalisering

Slide 10 - Quiz

De EU-landen zijn bij elkaar gekomen om te overleggen over klimaatveranderingen.

Hier is vooral sprake van:

A
emotionele globalisering
B
politieke globalisering
C
economische globalisering
D
culturele globalisering

Slide 11 - Quiz

Er is steeds meer te koop en het is nog betaalbaar ook is een voorbeeld van
A
emotionele globalisering
B
politieke globalisering
C
economische globalisering
D
culturele globalisering

Slide 12 - Quiz

Internationale samenwerking
Globalisering maakt de internationale samenwerking makkelijker. Dit gebeurt vaak in internationale organisaties. Er zijn 2 soorten: ngo's (niet gouvernementele organisatie = niet afhankelijk van overheden) zoals Amnesty International, Wereldnatuurfonds en Greenpeace en organisaties waar landen lid van zijn zoals de VN, NAVO en EU.

Slide 13 - Diapositive

VN
  • Verenigde Naties: opgericht in 1945 om wereldoorlog te voorkomen:
  1. Bemiddeling tussen landen in conflict, soms militair
  2. Hulp bieden aan mensen in nood (natuurramp, hongersnood etc)
  3. Regeringen vragen mensenrechten te respecteren

Slide 14 - Diapositive

Veiligheidsraad
  1. Raad van 15 landen, onderdeel van de VN
  2.  Vrede en veiligheid in de wereld, taak om conflicten op te lossen
  3. Er zijn vijf permanente leden (vetorecht) (VS, FR, EN, CH, RU)
  4. Er zijn tien niet permanente leden (2 jaar)
  5. Hoofd van de VN: secretaris-generaal
  • strafmaatregelen - VN leger - vechten partijen scheiden - toezien op veiligheid -acties veroordelen

Slide 15 - Diapositive

De NAVO
  • Sinds 1949 is Nederland lid van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie. Een militair bondgenootschap van 29 landen uit Noord-Amerika en Europa. 
  • De lidstaten helpen elkaar als ze aangevallen worden. 
Na WOII hoorden de landen uit het westblok bij de NAVO

Slide 16 - Diapositive

Wat is de belangrijkste taak van de Verenigde Naties?
A
vrede bewaren
B
landen bestraffen
C
oorlog voeren
D
hulp bieden aan oorlogsgebieden

Slide 17 - Quiz

Waar staat de afkorting 'NGO' voor?
A
nationaal genootschap ornithologie
B
niet-gouvernementele organisatie
C
het moet zijn: OMG = Oh my God
D
niet-gespecificeerde organisatie

Slide 18 - Quiz

De NAVO is opgericht in?
A
1945
B
1949
C
1951
D
1955

Slide 19 - Quiz

Hoeveel leden heeft de Veiligheidsraad?
A
5
B
10
C
15
D
20

Slide 20 - Quiz

Europese Unie

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Europese wetten
Cette vidéo n'est plus disponible

Slide 23 - Diapositive

Europese integratie​:
  Het proces waarbij Europese landen steeds meer gaan samenwerken.​

Bijvoorbeeld:​

  • Er komen steeds nieuwe Europese regels.​
  • Er zijn geen grenscontroles meer tussen EU-lidstaten. ​
  • De euro is ingevoerd.​
  • Steeds meer mensen gaan in een ander EU-land wonen of werken.



Slide 24 - Diapositive

Welke instelling is het dagelijks bestuur van de Europese Unie?
A
Europees parlement
B
Europese raad
C
Europese commissie
D
Raad vd Europese Unie

Slide 25 - Quiz

Het Europees Parlement wordt gekozen door:
A
De burgers van de Europese Unie
B
De nationale parlementen van de Europese Unie
C
De Raad van Ministers van de Europese Unie

Slide 26 - Quiz

Mondiale problemen

Problemen waar verschillende landen mee te maken hebben.​

Landen moeten samenwerken aan oplossingen.​

- internationaal verdrag​

Slide 27 - Diapositive

Milieuvervuiling​

Aantasting van het milieu door activiteiten van mensen. ​

Klimaatverandering​

De verandering van het klimaat op aarde.​
Opwarming aarde --> ijskappen smelten --> zeespiegel stijgt      --> overstromingen en andere extreme weersomstandigheden

Slide 28 - Diapositive

broeikaseffect
versterkt broeikaseffect

Slide 29 - Diapositive

Gevolgen van oorlog:​

  • Er vallen slachtoffers.​
  • De economie stort in.​
  • In basisbehoeften kan niet worden voorzien.​
  • Mensen moeten vluchten.​






Burgeroorlog​:

Een oorlog tussen verschillende groepen binnen een land.

Slide 30 - Diapositive

Terrorisme​:
Het plegen van geweld met een politiek of religieus doel.​

Gevolgen van terrorisme​:

  • Burgers worden bang.​
  • Politici staan onder druk.​
  • Onschuldige burgers komen om.​
  • Bestrijding kost veel geld.​
  • De privacy van burgers komt onder druk te staan.




Slide 31 - Diapositive

Wat is terrorisme?
A
Terrorisme is het plegen van gewelddadige acties
B
Het misbruiken van een geloof
C
Het vernielen van publiek eigendom
D
Het plegen van aanslagen

Slide 32 - Quiz

De aarde..
A
wordt kouder door klimaatverandering.
B
wordt warmer door klimaatverandering.
C
blijft even warm zoals nu.

Slide 33 - Quiz

Wat is een Burgeroorlog?
A
Spanningen tussen 2 landen
B
Burgers van verschillende landen die een conflict hebben
C
Oorlog tussen 2 partijen in 1 land
D
Oorlog tussen twee continenten

Slide 34 - Quiz