Herhalen rekenen leerdoelen H1,H2

Herhalen rekenen  leerdoelen H1,H2
TOETSWEEK
Economie K3
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Herhalen rekenen  leerdoelen H1,H2
TOETSWEEK
Economie K3

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen rekenen

- Je kunt een prijsstijging in procenten berekenen. 
- Je kunt met een percentage een getal berekenen.
- Je kunt bedragen omrekenen van maand naar week en omgekeerd.
- Je kunt een reservering berekenen.
- Je kunt een prijsverschil in procenten uitrekenen.

Slide 2 - Diapositive

In de winkel zie je een broek voor € 69. De medewerker vertelt dat je vandaag 45% korting krijgt.
Bereken de nieuwe prijs van de broek uit.
Schrijf je berekening op.

Slide 3 - Question ouverte

Bekijk het cirkeldiagram.
Bakker Anouk verkoopt verschillende soorten belegde broodjes. In een week worden er in totaal 1.800 belegde broodjes verkocht.
Bereken hoeveel belegde broodjes met kipsaté Anouk verkocht heeft. Schrijf je berekening op.

Slide 4 - Question ouverte

Elise heeft een maandinkomen van €2130 euro. Daarvan geeft ze per maand € 850 uit aan huur.
Bereken hoeveel procent van haar inkomen ze uitgeeft aan huur. Schrijf je berekening op.

Slide 5 - Question ouverte

Bereken
wat je overhoudt.

Slide 6 - Question ouverte

€400 per maand
Hoeveel is dit per week?

Slide 7 - Question ouverte

Karan wil over 6,5 jaar een nieuwe auto kopen. Die auto kost € 30 500

Karan heeft inmiddels € 10 000 gespaard. Bereken welk bedrag Karan elke maand moet reserveren om deze auto over 6,5 jaar te kunnen kopen. Schrijf je berekening op.

Slide 8 - Question ouverte

De prijs van een blikje sinas is verhoogd van € 0,55 naar
€ 0,85. Bereken met hoeveel procent de prijs is gestegen. Schrijf je berekening op.

Slide 9 - Question ouverte

Leyla en Hasan kopen een warmte pomp van € 9.500.
Van de overheid krijgen ze € 2.000 subsidie.
Bereken hoeveel procent de subsidie is van het aankoopbedrag. Rond af op één decimaal. Schrijf je berekening op.

Slide 10 - Question ouverte

Wat wil je nog een keer oefenen ?

Slide 11 - Question ouverte