28 maart 2019

28 maart 2019
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
MetaaltechniekPraktijkonderwijsLeerjaar 3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

28 maart 2019

Slide 1 - Diapositive

Brandblusser

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Brandblussers..............
  • Gebruik je in geval van nood
  • Moeten geschikt zijn voor het type brand
  • Moeten een vaste plek hebben (bijv. bij een trap)

Slide 4 - Diapositive

Brandblussers..............
  • Moeten klaar voor gebruik zijn
     
  • Moeten goed zichtbaar zijn
  • Moeten één keer in de 2 jaar gekeurd worden
    (door een erkend keuringsbedrijf)

Slide 5 - Diapositive

Soorten brand
  1. Vaste stoffen,
    zoals hout, textiel en schuimrubber
  2. Vloeibare stoffen of stoffen die vloeibaar worden
    zoals benzine, alcohol, vet en asfalt

Slide 6 - Diapositive

Soorten brand
  • 3 Gassen
    zoals propaan, butaan en aardgas
  • 4 Metalen
    zoals magnesium, kalium en aluminium

Slide 7 - Diapositive

Hoeveel brandblussers?
  • Hoe groot is het RISICO dat er brand kan uitbreken?
  • Hoe groot is het bedrijf en het aantal medewerkers?
  • Wat het voor een brand is bepaalt ook de keuze
    voor het type blusmiddel.
    Bijv. Een brand van olie kun je niet blussen met water!

Slide 8 - Diapositive

Hoe gebruik je een brandblusser
  • Neem de blusser uit de houder
  • Loop naar de brand
  • Verwijder de borgpen
  • Richt de straalpijp
  • Knijp de afsluiter in

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Met een brandblusser kun je twee uur blussen
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quiz

Stel: de brandblusser wordt niet gebruikt.
Is het dan nodig de brandblusser elke 2 jaar te laten keuren?
A
ja
B
nee

Slide 12 - Quiz

Bedrijven zijn verplicht dit te laten doen
Er kan geen druk meer op staan of 
de inhoud kan gaan klonteren

Slide 13 - Diapositive

Er zijn geen richtlijnen om een brand te blussen, je doet gewoon
hoe jij denkt dat het beste is.
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Lien

Slide 16 - Vidéo

Slide 17 - Vidéo

zelfstandig aan het werk 
Werk in stilte (Zs)

Slide 18 - Diapositive