Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
5.2 Twee manieren van leven
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen
- Je kunt aangeven hoe het communisme werd verspreid in het Oostblok.
- Je weet hoe het kapitalisme en de democratie werden versterkt in de westerse landen in Europa.
- Je kunt uitleggen hoe de verschillen tussen Oost- en West-Berlijn groter werden.
Slide 2 - Diapositive
Ontstaan Sovjet-Unie (SU)
In 1917 was de tsaar (keizer) afgezet en Lenin aan de macht gekomen. Rusland werd Sovjet-Unie.
Lenin was een communist.
Om gelijkheid te krijgen, wilde hij het privébezit van grond en bedrijven afschaffen. Alles moest van de staat zijn.
Lenin verbood alle andere partijen: dictatuur.
Slide 3 - Diapositive
Stalin aan de macht
1924: Stalin aan de macht, voert Lenins ideeën verder door.
Stalin werd een meedogenloze dictator. Iedereen moest hem gehoorzamen. Ook de dictators in de satellietstaten van de SU.
Met een planeconomie bouwde hij een sterke staal- en chemische industrie op.
Slide 4 - Diapositive
Planeconomie in de SU
Collectivisatie: boeren moesten hun land afstaan. Zij werden fabrieksarbeider, mijnwerker of moesten als dwangarbeider op het land werken. Alle opbrengst ging naar de staat.
Er was voldoende werk, maar geen welvaart (lage inkomens)
De bevolking van de Sovjet- Unie leefde in angst en onder dwang (terreur, geheime politie, strafkampen).
Slide 5 - Diapositive
Communisme in Europa en China
De communisten wilden het communisme over de hele wereld verspreiden -> wereldrevolutie
Na 1945 hielp Stalin overal in zijn invloedssfeer volgelingen aan de macht, zoals Walter Ulbricht in de DDR ( ook dictator).
Overal in het Oostblok werden tegenstanders van de communisten vervolgd -> executies en strafkampen.
1949: in China de communist Mao aan de macht. Ook Mao schafte het privébezit af en liet veel tegenstanders vermoorden.
Slide 6 - Diapositive
Wat was het doel van Lenin met betrekking tot het privébezit?
A
Behouden
B
Verkopen
C
Afschaffen
D
Vermeerderen
Slide 7 - Quiz
Wat was het gevolg van de collectivisatie van de boeren in de Sovjet-Unie?
A
Ze kregen meer land in bezit
B
Ze mochten hun eigen gewassen verbouwen
C
Ze werden fabrieksarbeider, mijnwerker of dwangarbeider op het land
D
Ze konden zelf bepalen wat ze met hun opbrengsten deden
Slide 8 - Quiz
Wat is een kenmerk van de planeconomie in de Sovjet-Unie?
A
Bedrijven konden zelf bepalen hoeveel winst ze maakten
B
De economie was geheel privaat
C
Er was een vrijemarkt-economie
D
Alles was van de staat
Slide 9 - Quiz
Wie werd de leider van de Sovjet-Unie na de afzetting van de tsaar?
A
Mao
B
Lenin
C
Stalin
D
Ulbricht
Slide 10 - Quiz
Kapitalisme in Westblok
De VS versterkte in West-Europa het kapitalisme en de democratie:
Bij kapitalisme steken bezitters geld in bedrijven om winst te maken. Er is een vrije markteconomie: producten met winst verkopen.
Bij de democratie horen vrije verkiezingen en andere rechten zoals vrijheid van meningsuiting en godsdienst.
Slide 11 - Diapositive
Marshallplan (1948)
Kapitalisme in West-Europa versterkt met het Marshallplan.
Ook goed voor de VS zelf: Europa welvarend -> afzetmarkt voor Amerikaanse bedrijven groter (meer handel en winst).
Door het Marshallplan ging de wederopbouw van West-Europa vanaf 1948 snel en ontstond er grote welvaart.
Door welvaart zouden mensen minder snel voor communistische partijen stemmen, dus minder gevaar.
Slide 12 - Diapositive
Wat is kapitalisme?
A
Bezitters investeren tijd om verlies te maken
B
Bezitters investeren tijd om winst te maken
C
Bezitters investeren geld om verlies te maken
D
Bezitters investeren geld om winst te maken
Slide 13 - Quiz
Wat was het doel van het Marshallplan?
A
Versterking van socialisme en wederopbouw van West-Europa
B
Verzwakking van socialisme en wederopbouw van Oost-Europa
C
Versterking van kapitalisme en wederopbouw van West-Europa
D
Verzwakking van kapitalisme en wederopbouw van Oost-Europa
Slide 14 - Quiz
Aan de slag
Maak opdr. 1 t/m 8
Blz. 174-175
Slide 15 - Diapositive
Botsing tussen Oost en West in Berlijn
Slide 16 - Diapositive
BRD: kapitalisme en democratie
De BRD werd een stabiele democratie en welvarend land.
Snelle economische herstel van West-Duitsland een Wirtschaftswunder (economisch wonder) genoemd.
Door de tevredenheid met de welvaart accepteerden de West-Duitsers ook de democratie olv president Adenauer
Slide 17 - Diapositive
VW Kever als symbool voor welvaart
Slide 18 - Diapositive
DDR: communisme en dictatuur
De welvaart in de DDR bleef ver achter -> onvrede
1953: in Oost-Duitsland een volksopstand uit,
die door het Sovjetleger werd neergeslagen:
Honderden doden en nog 200 mensen geëxecuteerd.
Alleen communistische partij toegestaan
DDR-leider Ulbricht is een dictator en vriend van Stalin
Slide 19 - Diapositive
Groot verschil in 1 stad: Berlijn
De grens tussen Oost en West liep dwars door de stad.
Berlijn lang de enige plek waar IJzeren Gordijn open was.
Oost-Berlijn was duidelijk armer, maar het openbaar vervoer was er gratis en huren was er goedkoop.
West-Berlijn werd ‘de etalage van het Westen’ genoemd, omdat er allerlei luxe te koop was.
Slide 20 - Diapositive
De Berlijnse Muur
Door de armoede en onvrijheid in de DDR wilden steeds meer Oost-Duitsers weg. Omstreeks 1960 dreigde leegloop.
DDR-leider Ulbricht in 1961 rondom West-Berlijn de Berlijnse Muur bouwen. Van de ene op de andere dag werd de grens gesloten.
Voortaan werden Oost-Duitsers die wilden vluchten gearresteerd of doodgeschoten.
De Berlijnse Muur bleef tot het einde van de Koude Oorlog symbool voor de Duitse deling en de communistische onderdrukking.
Slide 21 - Diapositive
Wat was de reden dat de Berlijnse Muur werd gebouwd?
A
Verminderen armoede in DDR
B
Voorkomen vlucht West-Duitsers
C
Voorkomen leegloop DDR
D
Promoten communistische ideologie
Slide 22 - Quiz
Welk land had een Wirtschaftswunder na de Tweede Wereldoorlog?