Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Deze diagram past bij een land uit
A
het centrum
B
de periferie
C
de semi-periferie
Slide 1 - Quiz
Waar is de VN-welzijnsindex NIET op gebaseerd?
A
alfabetiseringsgraad
B
levensverwachting
C
verdeling beroepsbevolking
D
inkomen
Slide 2 - Quiz
2 beweringen: 1. De informele sector is niet meegerekend in het BBP 2. De grootste inkomensverschillen komen juist voor in de semi-periferie
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, bewering 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist,
bewering 2 is juist
Slide 3 - Quiz
Welke factor geeft geen verklaring voor de spreiding van de bevolking?
A
de natuurlijke mogelijkheden
B
de bevolkingsspreiding
C
de ligging
D
het koloniale verleden
Slide 4 - Quiz
Twee beweringen: 1. Op mondiale schaal is het migratiepatroon vooral noord-zuid gericht 2. Vluchtelingen en ecologische migranten worden vaker in hun eigen regio opgevangen dan economische migranten
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, bewering 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist,
bewering 2 is juist
Slide 5 - Quiz
Welk antwoord is GEEN voorbeeld van een pushfactor?
A
natuurramp
B
schending mensenrechten
C
werkgelegenheid
D
armoede
Slide 6 - Quiz
Twee beweringen: 1. Bij de indeling van de wereld in cultuurgebieden wordt vooral gelet op taal en godsdienst 2. Diffusie zal sneller verlopen in de periferie dan in de semi-periferie
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, bewering 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist,
bewering 2 is juist
Slide 7 - Quiz
Wat is GEEN interne oorzaak waardoor de verdeling van de welvaart in een land slecht is verdeeld.
A
reliëf
B
corruptie
C
koloniaal verleden
D
gebrek aan natuurlijke hulpbronnen
Slide 8 - Quiz
Twee beweringen: 1. Bij uitwisseling van goederen levert het centrum vooral grondstoffen en de periferie kapitaalgoederen 2. Bij uitwisseling van arbeid levert het centrum vooral hoogopgeleide mensen en de periferie ongeschoolde arbeidskrachten
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, bewering 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist,
bewering 2 is juist
Slide 9 - Quiz
Waaruit bestaat het exportpakket van een land uit de periferie vooral?
A
hoogwaardige industrieproducten
B
grondstoffen
C
halffabrikaten
D
financiële en zakelijke diensten
Slide 10 - Quiz
Een arm land als Niger zit in ..... van het demografisch transitiemodel
A
het einde van fase 1
B
het einde van fase 2
C
het einde van fase 3
D
het einde van fase 4
Slide 11 - Quiz
Twee beweringen over de groei van de wereldbevolking tussen 1970 en 2015: 1. De relatieve groei van de wereldbevolking neemt af 2. De absolute groei van de wereldbevolking neemt toe
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, bewering 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist,
bewering 2 is juist
Slide 12 - Quiz
Welk antwoord verklaart de natuurlijke bevolkingsgroei vanuit de demografische dimensie?
A
een laag opleidingsniveau
B
armoede
C
een jonge leeftijdsopbouw
Slide 13 - Quiz
In de opkomende economieën is er bij de demografische druk vooral sprake van
A
vergroening
B
vergrijzing
Slide 14 - Quiz
Twee beweringen 1. In rijke landen is het verstedeljjkingstempo erg hoog de laatste 30 jaar 2. De verstedelijkingsgraad is in de semi-perifere landen groter dan in de perifere landen
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, bewering 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist,
bewering 2 is juist
Slide 15 - Quiz
Welk antwoord is GEEN oorzaak van de groei van de steden in de derde wereld
A
urbanisatie
B
suburbanisatie
C
uitbreiding van de stad
D
natuurlijke bevolkingsgroei
Slide 16 - Quiz
Welk proces past het beste bij de stedelijke ontwikkeling van veel Nederlandse steden op dit moment?
A
urbanisatie
B
suburbanisatie
C
re-urbanisatie
Slide 17 - Quiz
Twee beweringen
1. Een wereldstad heeft meer dan 10 miljoen inwoners 2. Een megastad is altijd een wereldstad
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, bewering 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist,
bewering 2 is juist
Slide 18 - Quiz
Als we kijken naar de verstedelijking van een gebied dan hoort dat bij ................
A
de sociaal-culturele dimensie
B
politieke dimensie
C
demografische dimensie
D
fysische dimensie
Slide 19 - Quiz
Als wij kijken naar welke taal en godsdienst er voorkomen in een gebied dan hoort dat bij .....................
A
de politieke dimensie
B
de demografische dimensie
C
economische dimensie
D
sociaal-culturele dimensie
Slide 20 - Quiz
Bij welke dimensie hoort deze uitspraak? Sommige mensen lopen graag in kleding die niet in de mode is.
A
Sociaal-culturele dimensie
B
Fysischgeografische dimensie
C
Economische dimensie
D
Politieke dimensie
Slide 21 - Quiz
Vanuit welke dimensie kijken we naar Duitsland bij deze kaart?