H3 lezen 3e les

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Welkom bij Nederlands!

Check:

• Staat je telefoon uit en zit hij in de telefoonbak?
• Liggen alle spullen die je nodig hebt op tafel?

Op tafel ligt: 

• Lesboek
• Schrift
• 1-blikagenda
• Pen

• Ga lekker zitten. 
• Pak je boek en lees.
• Veel plezier!

Stillezen

• Samenhang in teksten
• Signaalwoorden 

Vorige les

H3 Lezen

Na de lessen deze week...

• kun je opsommingen en tegenstellingen herkennen aan de hand van signaalwoorden.

Doel

Maandag 7 februari

• H3, lezen: opdr. 1, 2 en 3

Huiswerk

Tekst

Let op: laatste les van de week leesboek mee (B-boek of C-boek).

• 2Z: dinsdag 18 januari
• 2G/2M: donderdag 20 januari

Voorbereiden: theorie + opdrachten blz. 54 t/m 59

Toets taalverzorging H2 (2x) - verplaatst

Je kunt samenhang in teksten herkennen aan de hand van signaalwoorden.

Doel

• Zinnen en alinea's staan vaak in een bepaalde volgorde en hebben iets met elkaar te maken (=verband, relatie). Schrijvers gebruiken signaalwoorden. 

• Signaalwoorden zeggen eigenlijk: let op! Hier komt een opsomming, tegenstelling, reden of voorbeeld. 

• maar, toch, echter, ook, ten eerste, ten tweede, bovendien, eerst, allereerst, toen

Signaalwoorden

• Ik hou vooral van hartige snacks, zoals naturel ribbelchips. 

• Zoals
• Bijvoorbeeld
• Zo

Voorbeeld

• Ik vind chips echt niet lekker, maar ik eet het wel. 

• Maar
• Toch
• Echter

Tegenstelling

• Ik vind Nederlands een heel leuk vak. Ook hou ik van biologie. 

• Ten eerste
• Ten tweede
• Ook
• En
• Verder
• Bovendien
• Daarnaast 

Opsomming

• Eerst pak ik mijn tandenborstel, dan doe ik er tandpasta op. 

• Eerst
• Allereerst
• Vervolgens
• Ten slotte
• Daarna
• Toen 

Volgorde van tijd

Signaalwoorden van tegenstelling

Signaalwoorden van opsomming

Signaalwoorden van volgorde van tijd

Signaalwoorden van voorbeeld

maar

ook

ten eerste

toch

echter

en

bovendien

zoals

bijvoorbeeld

toen

als eerste

ten slotte

Welk signaalwoord in alinea 2 geeft aan dat er voorbeelden komen?

Welk verband laat het signaalwoord 'ook' in alinea 2 zien?

Je kunt samenhang in teksten herkennen aan de hand van signaalwoorden.

Doel

• Stap 1: maak de opdracht in je eentje in je schrift.
• Stap 2: bespreek de antwoorden in je groepje. Iedereen noemt zijn eigen antwoord. Op het papier schrijf je één gezamenlijk antwoord, dat iedereen kan uitleggen.
• Stap 3: we bespreken de antwoorden samen. Als je nummer wordt genoemd, geef je het groepsantwoord.

Opdr. 2, blz. 66

Voor we beginnen:

• in groepjes van 4
• elke leerling eigen schrift
• één papier met namen groepje + nummer 1 t/m 4 achter naam

Wat?

• H3, lezen: opdr. 1 (afmaken)
• H3, lezen: opdr. 3

Hoe?

• Boek + schrift

Klaar? 

• Nakijken
• H3, lezen: opdr. 4

Heb je hulp nodig?

Kijk eerst naar het stoplicht.

 

Rood? Stil. 

Stel je vraag aan de docent (alleen als je echt niet verder kunt).

Geel? Fluisterniveau. 

Vraag diegene naast je.

Groen? Fluisterniveau. 

Vraag je buurman of buurvrouw of de docent.

Aan het werk

Na deze les...

• kun je samenhang in teksten herkennen aan de hand van signaalwoorden.

Doel

Volgende les

Laatste les van de week:

• Leesboek mee

Maandag 7 februari:

• H3, lezen: opdr. 1, 2 en 3