8-3 Omrekenen lengtematen

Welke lengtematen ken je?
1 / 20
suivant
Slide 1: Carte mentale
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Welke lengtematen ken je?

Slide 1 - Carte mentale

Welke handige maten ken je?

Slide 2 - Carte mentale

Bereken de omtrek.
AB = 7 - 1 = 6 dm
AH = 6 - 1 = 5 dm

Slide 3 - Diapositive

Bereken de omtrek
A
4+2+2+4+4+7+5+1+1= 30 dm
B
4+2+4+4+7+5+1+1 = 28 dm
C
4+2+4+4+1+1 = 16 dm
D
4+2+4+4+7+1+1 = 23 dm

Slide 4 - Quiz

Welke maten kom je op een bordliniaal tegen?
De hele liniaal is 1 meter lang.
Dat is 10 decimeter. En elke decimeter is weer 10 cm.
Eén meter is dus 100 centimeter.

Slide 5 - Diapositive

Welke lengte maten kom je op je geodriehoek tegen?
De lange kant van een geodriehoek is ruim 14 cm lang.
Je meet in centimeters. De streepjes ertussen zijn dan millimeters.

Slide 6 - Diapositive

Vul in:
1 meter = ...
A
100 dm
B
10 dm
C
1000 cm
D
10 cm

Slide 7 - Quiz

Betekenis van de voorvoegsels:

kilo betekent 1000, dus 1 kilometer = 1000 meter

hecto betekent 100, dus 1 hectometer = 100 meter

deca betekent 10, dus 1 decameter = 10 meter

meter heeft geen voorvoegsel, dus 1 meter = 1 meter


Slide 8 - Diapositive

Betekenis van de voorvoegsels:

deci betekent 1/10, dus 1 decimeter = 0,1 meter

centi betekent 1/100, dus 1 centimeter = 0,01 meter

milli betekent 1/1000, dus 1 millimeter = 0,001 meter



Slide 9 - Diapositive

1 km = 1000 meter
1 hm = 100 meter
1 dam = 10 m
1 m = 1 m
1 dm = 0,1 m
1 cm = 0,01 m
1 mm = 0,001 m


Slide 10 - Diapositive

200 m = ... dm
A
200
B
2000
C
20
D
2

Slide 11 - Quiz

450 cm = ... dm
A
4500
B
450
C
45
D
4,5

Slide 12 - Quiz

432 m = ... dam
A
4320
B
432
C
43,2
D
4,32

Slide 13 - Quiz

5,14 km = ... m
A
5,14
B
51,4
C
514
D
5140

Slide 14 - Quiz

230 cm
8400 m
8400 mm
2300 cm
23 dm
8,4 km
84  dm
23 m

Slide 15 - Question de remorquage

Wil je deze omrekeningen even in je schrift maken:

45 hm = ............. km
78 dam = ............ m
560 cm = ........... m
800 m = ............. km
2350 dm = .......... km


Slide 16 - Diapositive

Wil je deze omrekeningen even in je schrift maken:

45 hm = 4,5 km
78 dam = 780 m
560 cm = 5,6 m
800 m = 0,8 km
2350 dm = 0,235 km


Slide 17 - Diapositive

Zijn de maten in m, dm, cm of mm?
Kun je een vloerkleed van 3 m bij 5 m in de slaapkamer leggen?
Het toilet is 1100 bij 1300. Zijn dit dm, cm of mm?

Slide 18 - Diapositive

Zijn de maten in cm.
Kun je een vloerkleed van 
3 m bij 5 m in de slaapkamer leggen?
Ja de slaapkamer is 5,23 m bij 3,1 m.
Het toilet is 1100 bij 1300.  Deze maten zijn in mm.

Slide 19 - Diapositive

huiswerk
maken 19 tot en met 27
Uitdagend: maken 19, 20, 23, 24, 25, 27, U5 en U6

Slide 20 - Diapositive