Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Wat is de juiste volgorde over het bestuur van het Romeinse Rijk?
A
koninkrijk-republiek-keizerrijk
B
republiek-keizerrijk-koninkrijk
C
keizerrijk-koninkrijk-republiek
D
koninkrijk-keizerrijk-republiek
Slide 1 - Quiz
Waardoor groeide in de eerste eeuw v.c. de steden in het Romeinse Rijk erg hard?
A
slavernij
B
handelaren
C
verarmde boeren trokken naar de stad
Slide 2 - Quiz
Wanneer was het Romeinse Rijk het grootst?
A
117 v. Chr.
B
17 v. Chr.
C
17 n. Chr.
D
117 n. Chr.
Slide 3 - Quiz
Bij welke mensen past de volgende uitspraak: "Deze boeren bezaten niets meer, behalve hun kinderen"
A
proles
B
proletariërs
C
nobiles
D
grootgrondbezitters
Slide 4 - Quiz
Door wie is Julius Caesar vermoord?
A
Brutus
B
Augustus
C
Pompeius
D
Cleopatra
Slide 5 - Quiz
Wie was geen Romeinse keizer
A
Julius Ceaser
B
Augustus
C
Constantijn
D
Tiberius
Slide 6 - Quiz
Wat betekent de titel 'Augustus'
A
De verhevene
B
Dictator voor het leven
C
Keizer van het Romeinse rijk
D
Redder van de Republiek
Slide 7 - Quiz
De Romeinen hebben zich altijd verzet tegen een koning. Vanaf 28 v chr. wordt Augustus de Keizer van het Romeinse rijk. Waarom komen de romeinen daar niet tegen in opstand?
Slide 8 - Question ouverte
Waarom was romanisering niet verplicht?
Slide 9 - Question ouverte
Zet de groei en val van het Romeinse Rijk in de juiste volgorde
1
2
3
4
5
6
7
Slide 10 - Question de remorquage
Oorzaken van de val van het Romeinse Rijk
A
Romanisering,
binnenvallen Hunnen
B
Economische crisis, binnenvallen Germanen
C
Generaals wilden macht in Rome en verdedigden de grenzen niet
D
opkomst van het Christendom en binnenvallen Germanen
Slide 11 - Quiz
Waarom bestreden de Romeinen het Christendom nou zo fel?
A
Christenen geloofden in meerdere goden, terwijl de Romeinen juist in één god geloofden
B
Christenen geloofden in één god, terwijl de Romeinen juist in meerdere goden geloofden.
C
Christenen erkenden de Romeinse keizer niet als de hoogste bestuurder.
D
Christenen aanbaden de Romeinse keizer niet als een godheid.
Slide 12 - Quiz
Door welke Romeinse keizer werd het Christendom verspreid in het Romeinse rijk?
A
Caesar
B
Karel
C
Constantijn
D
Augustus
Slide 13 - Quiz
Bewering 1: De Romeinen hebben het christendom verspreid. Bewering 2: De Romeinen hebben het christendom bestreden.
A
Bewering 1 is juist
B
Bewering 2 is juist
C
Beide beweringen zijn juist
D
Beide beweringen zijn onjuist
Slide 14 - Quiz
Hoe verspreidde het christendom zich door het Romeinse rijk?
A
Door de handel.
B
Door de volgelingen (apostelen) van Jezus.
C
Doordat de Romeinen het een nieuwe, spannende godsdienst vonden
D
Doordat de Romeinse elite het meteen overnam.
Slide 15 - Quiz
Welke beweringen over het ontstaan van het christendom zijn goed en welke zijn fout?
Goed
Fout
Joden en Romeinen zagen Jezus als onruststoker en gevaar.
Vooral rijke Romeinen waren in het geheim aanhangers van het christendom.
Het christendom is een monotheïstische godsdienst.
Jezus vertelde dat iedereen in de ogen van zijn god gelijk waren.
Slide 16 - Question de remorquage
De Romeinen verbieden
het Christendom
Het Christendom wordt de
Romeinse staatsgodsdienst
Het Christendom verspreidt
zich tot in de stad Rome
Keizer Constantijn geeft de
Christenen godsdienstvrijheid.
Volgelingen van Jezus Christus stichten het Christendom