Je weet het verschil tussen een natuurgetrouwe en schematische tekening.
Je kan het verschil zien tussen het buitenaanzicht en de twee verschillende doorsneden.
Je kan de tekenregels toepassen en een biologische tekening maken.
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1
Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
1.2 Tekeningen maken
Je weet het verschil tussen een natuurgetrouwe en schematische tekening.
Je kan het verschil zien tussen het buitenaanzicht en de twee verschillende doorsneden.
Je kan de tekenregels toepassen en een biologische tekening maken.
Slide 1 - Diapositive
Natuurgetrouw - schematisch
In een natuurgetrouwe tekening geef je zo nauwkeurig mogelijk alle details weer.
In een schematische tekening laat je de details weg en teken je alleen de belangrijkste kenmerken.
Slide 2 - Diapositive
Op welke manier is deze ui te zien?
A
Buitenaanzicht
B
Dwarsdoorsnede
C
Lengtedoorsnede
D
Halve doorsnede
Slide 3 - Quiz
Tekenregels
Maak grote tekeningen op wit A4 papier.
Gebruik een scherp HB potlood. Dus niet tekenen met stift of pen.
Teken eerst met dunne lijnen de omtrek, dan de andere delen. Daarna kun je ze duidelijker maken. Let op: Niet schetsen!
Alleen tekenen wat je ziet. Let ook op de juiste verhoudingen.
Zet in een hoek boven je tekening een titel (of welke opdracht het is), je naam, klas en de datum. Verder zet je daar netjes onder elkaar de volgende zaken: - Schematisch of natuurgetrouw - Buitenaanzicht, dwarsdoorsnede of lengtedoorsnede - Vergroting
Benoem de onderdelen. Geef ze aan met horizontale lijnen (liniaal).
Slide 4 - Diapositive
Welke tekenregel klopt niet?
A
Teken en schrijf met potlood
B
Benoem de onderdelen van je tekening
C
Kleur je tekening
D
Schrijf een titel boven je tekening
Slide 5 - Quiz
Waar teken je mee, volgens de tekenregels?
A
pen
B
maakt niet uit
C
potlood
D
stift
Slide 6 - Quiz
Aan de slag!
Opdrachten: 4 en 6, let op: opdracht 6 is met de cherrytomaatjes i.p.v. twee appels. (wb p. 6 t/m 9)
Tijd over? --> opdracht 5
Maak een woordenlijst van de groene woorden achterin je schrift (hb p. 10)
timer
15:00
Slide 7 - Diapositive
1.3 Vergroten
Je kan gebruik maken van een loep.
Je weet hoe een zaad is opgebouwd en wat kiemen is.
Slide 8 - Diapositive
Zichtbaar met het blote oog?
Loep
Microscoop
Slide 9 - Diapositive
Een zaad
Slide 10 - Diapositive
Wat is de functie van het poortje bij een bruine boon?
A
Met het poortje zat de boon vast in de vrucht.
B
Via het poortje neemt de boon water op bij de kieming.
C
Het poortje beschermt de boon tegen uitdroging.
D
Het poortje bevat voedsel voor de kiem.
Slide 11 - Quiz
Wat is de functie van de zaadhuid van een bruine boon?
A
water opnemen
B
de boon beschermen
C
hiermee zat hij vast aan de moederplant
D
geen functie
Slide 12 - Quiz
Aan de slag!
Opdrachten: 7, 8 en 10
Maak een woordenlijst van de groene woorden achterin je schrift (hb p. 11 en 12)