Mozaiek Oorlog en Crisis - §5 Oorzaken en gevolgen

Lesopzet
K: presentatie hoofdstuk 3, paragraaf 5
Z: maken hoofdstuk 3, paragraaf 5 (tm vraag 4)
Klaar? Ga verder met je studiewijzer.

1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Lesopzet
K: presentatie hoofdstuk 3, paragraaf 5
Z: maken hoofdstuk 3, paragraaf 5 (tm vraag 4)
Klaar? Ga verder met je studiewijzer.

Slide 1 - Diapositive

Vorige keer...
Je kunt uitleggen waarom na 1929 de populariteit van het fascisme in Europa groeide. 

Slide 2 - Diapositive

NSDAP van Hitler
  • Hitler gaf de democratische regering de schuld. 
  • Ook de Joden waren schuldig.
  • Maatregelen van Versailles moeten worden afgeschaft.
  • De werkloosheid zou hij oplossen. 

Slide 3 - Diapositive

Wat valt je op?

Slide 4 - Diapositive

NSB van Mussert
  • Einde maken aan democratie.

Slide 5 - Diapositive

NSB van Mussert
  • Einde maken aan democratie.
  • Gebieden toevoegen aan Nederland. 

Slide 6 - Diapositive

Deze keer...
Je kunt onderscheid maken tussen directe en indirecte oorzaken en gevolgen. 

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Directe oorzaak
  • De oorzaak verklaart waarom iets gebeurd.
  • Een directe oorzaak leidt meteen tot een gebeurtenis.

Slide 9 - Diapositive

Indirecte oorzaak
  • De oorzaak verklaart waarom iets gebeurd.
  • Een indirecte oorzaak leidt met een tussenstap tot een gebeurtenis.
  • Er kunnen meerdere oorzaken zijn. 

Slide 10 - Diapositive

Indirecte oorzaken
directe oorzaken
gebeurtenis
De trein reed niet. 
Er lag glas op de weg.
Er was een boom op het spoor gevallen.
Je had gisteren een feestje.
Je had een lekke band
Je had je verslapen.
Je bent te laat!

Slide 11 - Question de remorquage

Directe gevolg

  • Een directe gevolg komt meteen voort uit een gebeurtenis.

Slide 12 - Diapositive

Indirect gevolg

  • Een indirecte oorzaak volgt met een tussenstap uit een gebeurtenis.
  • Er kunnen meerdere gevolgen zijn. 

Slide 13 - Diapositive

Gebeurtenis:
Je krijgt een penalty
Direct gevolg:
Je maakt een goal

Indirect gevolg:
Je wint de wedstrijd

Slide 14 - Diapositive

Gebeurtenis:
Crisis in Amerika
Direct gevolg:
Minder handel met Nederland

Indirect gevolg:
Werkloosheid stijgt in Nederland

Slide 15 - Diapositive

Deze keer...
Je kunt onderscheid maken tussen directe en indirecte oorzaken en gevolgen. 

Slide 16 - Diapositive

Lesopzet
K: presentatie hoofdstuk 3, paragraaf 5
Z: maken hoofdstuk 3, paragraaf 5 (tm vraag 4)
begin op blz. 157
Klaar? Ga verder met je studiewijzer.

Slide 17 - Diapositive

Histoclips
Tijd over? Vanaf 5:05

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo