Les 3 economie vwo

Onderwerp: 1.2 Kopen is kiezen + 1.3 Heb je geld nodig om te ruilen?

Lesdoel:  Ik kan een budgetlijn tekenen en interpreteren en heb inzicht in hoe ruil met geld plaatsvindt
Taaldoel: Ik lees altijd eerst de theorie en maak dan pas de bijbehorende vragen. 

Programma:
- Korte terugblik
- Bespreken:  13 t/m 15 , 17, 18a, 20, 21 + rekenen op blz. 36: 1 t/m 5
- Instructie budgetlijn + begeleide inoefening
- Verwerking van de volgende opgaven:
           opdr. 24a, 25ab, 27, 29 + rekenen op blz. 36: 2 t/m 8 
- Nabespreking
- Evaluatie lesdoel
- Bij voldoende tijd, maak opgaven uit studiewijzer

1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Onderwerp: 1.2 Kopen is kiezen + 1.3 Heb je geld nodig om te ruilen?

Lesdoel:  Ik kan een budgetlijn tekenen en interpreteren en heb inzicht in hoe ruil met geld plaatsvindt
Taaldoel: Ik lees altijd eerst de theorie en maak dan pas de bijbehorende vragen. 

Programma:
- Korte terugblik
- Bespreken:  13 t/m 15 , 17, 18a, 20, 21 + rekenen op blz. 36: 1 t/m 5
- Instructie budgetlijn + begeleide inoefening
- Verwerking van de volgende opgaven:
           opdr. 24a, 25ab, 27, 29 + rekenen op blz. 36: 2 t/m 8 
- Nabespreking
- Evaluatie lesdoel
- Bij voldoende tijd, maak opgaven uit studiewijzer

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Wat is een budgetlijn?

Slide 9 - Diapositive

Hoe teken ik een budgetlijn?
Stap 1: maak alvast een x-as en een y-as en schrijf informatie erbij
Stap 2: Neem de formule over
Stap 3: hoeveel kun je max. met het budget van x kopen?
Stap 4: hoeveel kun je max. met het budget van y kopen?
Stap 5: teken de punten

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Fiducie
Geld wordt alleen geaccepteerd door iedereen als het fiduciair (vertrouwen) is.

Fiducie in geld ontstaat o.a. door:
  • Iedereen geld als ruilmiddel accepteert (wettig betaalmiddel)

Slide 12 - Diapositive

Samen opgave 24a maken

Slide 13 - Diapositive

Samen opgave 25ab maken

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

De 3 Geldfuncties
  1. Ruilmiddel: bv. Loon voor arbeid 
  2. Rekenmiddel: Waarde in geldeenheden die je geeft aan producten. bv. aanbiedingen vergelijken
  3. Spaarmiddel: Inkomen zonder directe tegenprestatie, bijvoorbeeld zakgeld

Slide 17 - Diapositive

De 3 Geldfuncties
  1. Ruilmiddel: bv. Loon voor arbeid 
  2. Rekenmiddel: Waarde in geldeenheden die je geeft aan producten. bv. aanbiedingen vergelijken
  3. Spaarmiddel: Inkomen zonder directe tegenprestatie, bijvoorbeeld zakgeld

Slide 18 - Diapositive

Maak de opgaven uit je boek
      vanaf blz. 15: opdr. 23, 24a, 25ab, 27, 29 
rekenen op blz. 36: 2 t/m 8 

timer
20:00

Slide 19 - Diapositive