CG A1 - semana 5 - clase 2 - 15.03.23

¡Bienvenidos a todos!

Semana 5 - clase 2
 el 15 de marzo de 2023
1 / 43
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansHBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 43 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

¡Bienvenidos a todos!

Semana 5 - clase 2
 el 15 de marzo de 2023

Slide 1 - Diapositive

Esta semana yo__________ mucho café

A
ha bebido
B
hemos bebido
C
he bebido
D
has bebido

Slide 2 - Quiz

Hoy nosotros no _______________ clase.
A
has tenido
B
hemos tenido
C
ha tenido
D
han tenido

Slide 3 - Quiz

Het voltooid deelwoord van escribir is:
El participio de escribir es:
A
escrito
B
escribido
C
escribo
D
escribe

Slide 4 - Quiz

¿Qué has hecho este fin de semana?
Wat heb je dit weekend gedaan?
Geef antwoord:
A
He visto muchas películas.
B
Has visto muchas películas.
C
He vido muchas películas

Slide 5 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van 'hacer' en betekent "gedaan"?

A
habido
B
hecho
C
hacido
D
hecha

Slide 6 - Quiz

het voltooid deelwoord van romper is onregelmatig. Wat is de juiste vorm en betekent dus "gebroken"?
A
rompido
B
roto

Slide 7 - Quiz

Welke combinatie is onjuist?
A
comer-comido
B
abrir-abierto
C
ser-ido
D
ver-visto

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Diapositive

¿Alguna vez has ......?
1.   Ir a Beekse Bergen (zoológico)
2.  Cantar en la ducha (zingen onder de douche)
3.  Hablar con un animal
4.  Viajar a los Estados Unidos
5.  Comer un churro
6.  Fumar marihuana
7.  Viajar a un país latino
8.  Montar a caballo (paard rijden)
9.  Tener un accidente (ongeluk)
10. Conocer a una persona famosa (ontmoeten)
En grupos
1. Stel de vragen aan elkaar. 
2. Maak een opsomming van jullie antwoorden. 
Max. 10 minuten. 
Ejemplo
Monica ha viajado a los Estados Unidos alguna vez. 
Mark y Paul nunca han comido Churros. 
Susana ha ido a Beekse Bergen. 
alguna vez = ooit  nunca = nooit  

Slide 10 - Diapositive






GUSTAR: 
el pretérito perfecto

Slide 11 - Diapositive

Hoe zeg je (met gustar)?
Zij vinden het theater leuk.

Slide 12 - Question ouverte

Hoe zeg je (met gustar)?
Mijn ouders vinden het theater leuk.

Slide 13 - Question ouverte

Hoe zeg je (met gustar)?
Mijn ouders vonden het theater leuk.

Slide 14 - Question ouverte

conclusie
Mijn ouders vinden het theater leuk
A mis padres les gusta el teatro

Mijn ouders vonden het theater leuk
A mis padres les ha gustado el teatro.
alles wat met het werkwoord te maken heeft staat in het 
Spaans in de zin bij elkaar -> hier: les ha gustado

Slide 15 - Diapositive

¿Qué te ha gustado de esta semana?
EV - ZN:         Esta semana me ha gustado el regalo de mi amigo
                          Paco.  
EV - WW:       Este fin de semana me ha gustado ir a Amsterdam                             con mi hermano. 

MV:                 Esta mañana me han gustado los bocadillos
                         de mi madre. 

Slide 16 - Diapositive

Vertaal de volgende zinnen:
1.  Ik vond het leuk om met Ana 
naar de bioscoop te gaan. 

2. De lessen Spaans in Madrid 
vond ik erg leuk. 

3. De leraar Spaans van de talenschool vond ik erg leuk. 
Me ha gustado mucho ir al cine con Ana. 
Me han gustado las clases de español en Madrid. 
Me ha gustado el profesor de español. 

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

TB p. 68 opdr. 13 muy / mucho
Nr. 13a
Un viaje muy lindo
Yucatán
en avión y autobús
lindo

Slide 19 - Diapositive

TB p.68 opdr. 13b 
 
Grizel habla de sus vacaciones. 
Lee las frases de 13b. 
 




13b ¿Verdadero o falso?

Slide 20 - Diapositive

Het gebruik van muy/mucho TB p.127-128
  • Muy (heel, erg) staat voor: - bijvoeglijke naamwoorden                                                                        - bijwoorden
  • Mucho (heel, veel, vaak) is als bijwoord onveranderlijk en staat bij het werkwoord of alleen
  • Mucho (veel, vele) is als bijvoeglijk naamwoord veranderlijk en richt zich in getal/geslacht naar het zelfstandig naamwoord.

Slide 21 - Diapositive

muy 
1. Muy + bijvoeglijk nw. (adjetivo)

  • Es una ciudad muy bonita
  • Tiene plazas muy antiguas
  • También es muy grande
  • Los edificios son muy altos

Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord.

Slide 22 - Diapositive

muy 
2. Muy + bijwoord (adverbio)

  • Llego a casa muy tarde.
  • Vive muy lejos.
  • Son las 6 de la mañana. Es muy temprano.
  • Tú hablas muy bien español.

Een bijwoord zegt iets over een werkwoord, een bijv.nmw., een ander bijwoord  (bijv. tarde, lejos, temprano, bien) of een hele zin 

Temprano (vroeg)

Slide 23 - Diapositive

mucho  
3. Mucho + werkwoord of alleen

  • He viajado mucho en avión.
  • Los bares me han gustado mucho
  • ¿Te gusta? - Sí, mucho.

Slide 24 - Diapositive

mucho-a/-os/-as
4. Mucho/-a/-os/-as + zelfstandig naamwoord (sustantivo) 

  • En Mallorca hay mucho turismo
  • También hay mucha oferta cultural.
  • Sevilla tiene muchos  monumentos .
  • También hay muchas plazas
Sevilla

Slide 25 - Diapositive

TB opdr. 13d p. 68 (onderaan pagina)
muy - mucho/a/os/as 
1. Lees de tekst en vul in: "muy" of "mucho"
2. Maak nr. 19 van het WB pag. 73.
Zie ook TB pag.72  voor uitleg.
timer
10:00

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Nr.14 TB p.69 No hay nada perfecto
  1. Luister naar de dialogen.
  2. Wat is het probleem?
  3. Hoe spreek je iemand aan?
  4. Hoe vertel je wat je klacht/probleem is.
  5. Hoe verontschuldig je je?
  6. Hoe reageer je op een klacht?
51
52
53
54

Slide 28 - Diapositive

Iemand aanspreken

  • oiga/oye
  • buenos días,buenas tardes..
  • por favor,...
  • mire/mira
Klagen

  • Perdone, pero no he pedido sopa, sino ensalada.
  • Mire, es que tengo un pequeño problema. He reservado la habitación con bañera y sólo tengo ducha.
  • Tenemos un problema. El aire acondicionado no funciona.

Slide 29 - Diapositive

Zich verontschuldigen
Excuses aanbieden

  • ¿Ensalada? Disculpe, ahora mismo la traigo.
  • Lo siento. Ha sido un error. Enseguida le damos una con bañera.
  • Ah sí, perdone las molestias. Ya tenemos otro coche para usted.
Reageren


  • No pasa nada.
  • Está bien, gracias.
  • Gracias, muy amable (de usted).

Slide 30 - Diapositive

Nr. 15 TB p. 70 
viaje
por España
de una semana
en tren
al Caribe
con familia
hotel
de 3 estrellas
con piscina
barato
a 10 minutos del centro
habitación
doble
con bañera
ruidosa
con dos camas
para una semana
interior
con balcón
con vistas al mar

restaurante
con cocina tradicional
con terraza
típico
elegante


Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Panamericana Ecuador
Zoek de volgende zinnen op in de tekst, vertaal en schrijf op:
 
 
 



TB blz. 71
4. Ik denk dat het een heel goed idee is om tijd in de natuur door te brengen.
5. Ik vind het heel leuk
om mijn land aan jullie
te presenteren. 
2. Het zijn traditionele huizen waar je kan slapen en ook de mogelijkheid hebt om excursies te doen.

 3. Daar kun je geweldige dieren observeren zoals leguanen en schildpadden. 
1. Een andere plek die ik heel leuk vind is het uitkijkpunt van Catequilla. 

Slide 33 - Diapositive

4

Slide 34 - Vidéo

01:50
¿Qué animal se come aquí?
A
Güey
B
Cuy
C
Guay
D
Guy

Slide 35 - Quiz

01:50
¿Cuánto cuesta el cuy?
A
€ 12
B
€ 2
C
€ 22
D
€ 20

Slide 36 - Quiz

02:20
¿Qué significa el término 'bananenrepubliek?
A
Een land dat veel bananen exporteert.
B
Een politiek en economisch instabiel en corrupt land, dat meestal rijk is aan grondstoffen.
C
Een land waar geregeld coups of revoluties plaatsvinden.
D
Een land met een onstabiele regering.

Slide 37 - Quiz

01:50
Güey
Güey (Spanish pronunciation: [ˈwei]; also spelled guey, wey or we) is a word in colloquial Mexican Spanish which is commonly used to refer to any person without using their name. 

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Vidéo

1

Slide 40 - Vidéo

01:51
wol, eindproduct, kledingstuk van alpaca,
kwaliteit, dun/fijne stof, hoogvlakte

Slide 41 - Carte mentale

Slide 42 - Vidéo

Los deberes para mañana
TB bestuderen alle behandelde stof Unidad 7.
WB (af)maken alle oefening t/m 25. 
WB invullen reglas y sistemas blz. 75/76
WB maken test blz. 77
WB maken MIRADOR Unidad 8. 
Maak om te oefenen gebruik van
het overzicht in Canvas Spreken Unidad 7

Slide 43 - Diapositive