Astérix en Obélix tussen evaluatie
1 / 14
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Astérix en Obélix aiment le sanglier.
sanglier =
sanglier =
A
gevecht
B
everzwijn
C
wijn
D
eten
Slide 2 - Quiz
Vercingétorix a perdu ses armes.
ses armes =
ses armes =
A
zijn wapens
B
zijn gevecht
C
heeft verloren
D
de soldaten
Slide 3 - Quiz
Welke verschillende personages kan jij opnoemen uit het verhaal?
(namen)
(namen)
Slide 4 - Question ouverte
Abraracourcix heeft pijn in zijn lever.
lever =
lever =
A
vin
B
bain
C
tête
D
foie
Slide 5 - Quiz
Ça fait mal!
A
Hou op!
B
Het doet pijn!
C
Ik vind het niet fijn!
D
Het is irritant!
Slide 6 - Quiz
le vin
A
brood
B
kaas
C
wijn
D
vlees
Slide 7 - Quiz
le chef =
Slide 8 - Question ouverte
Le fromage
Slide 9 - Question ouverte
de Galliërs =
Slide 10 - Question ouverte
de romeinen =
Slide 11 - Question ouverte
Waar gaat Abraracourcix naar toe om zich te laten genezen?
A
Naar een oud ziekenhuis
B
Naar een soort spa
C
Naar een kuuroord
D
Naar een ander dorp
Slide 12 - Quiz
Alambix is een ...
A
Romein die Astérix en Obélix in de weg staat
B
de leider van een ander dorp
C
een Galliër die op Gergovie woont
D
een Romein die op Alésia woont
Slide 13 - Quiz
A
