1.2 De atmosfeer: luchtdruk en wind

1.2 De atmosfeer:
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

1.2 De atmosfeer:

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1.2 De atmosfeer: luchtdruk en wind

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel van H1.2
1. Hoe werkt de mondiale luchtcirculatie?
2. Welk type neerslag valt er vooral in Nederland?






Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wind ontstaat als lucht van een ...1... naar een ...2... beweegt.
A
1= maximum 2= minimum
B
1= minimum 2= maximum
C
1= hogedrukgebied 2= lagedrukgebied
D
1= lagedrukgebied 2= hogedrukgebied

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een ander woord voor hogedrukgebied?
A
lucht tekort
B
lucht overschot
C
minimum
D
maximum

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke uitspraken zijn juist:
1: Bij stijgende lucht ontstaat er weinig neerslag.
2: Bij dalende lucht ontstaat er weinig neerslag.
A
1= juist 2= onjuist
B
1= onjuist 2= juist
C
Beide onjuist
D
Beide juist

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke uitspraken zijn juist:
1: Warme lucht zet uit en stijgt op.
2: Koude lucht krimpt en daalt.
A
1= juist 2= onjuist
B
1= onjuist 2= juist
C
Beide onjuist
D
Beide juist

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Warm lucht stijgt op, koelt af en wordt koude lucht.
Lucht vult elkaar altijd aan. Daarom gaat het van hoog naar laag

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Als warme lucht bij het aardoppervlak stijgt, ontstaat er bij het aardoppervlak een .....
A
lucht tekort
B
lucht overschot
C
hogedrukgebied
D
lagedrukgebied

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een ander woord voor lagedrukgebied?
A
lucht tekort
B
lucht overschot
C
minimum
D
maximum

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij de evenaar vinden we vaak een ...1... en bij de noord/zuidpool vinden we vaak een ...2...
A
1= hogedrukgebied 2= lagedrukgebied
B
1= maximum 2= minimum
C
1= lagedrukgebied 2= hogedrukgebied
D
1= minimum 2= maximum

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

''Wind ontstaat als lucht van een hogedrukgebied naar een lagedrukgebied beweegt.'' is onderdeel van de Wet van ....?...

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Verder staat in de Wet van Buys Ballot dat ''de wind op het noordelijk halfrond een afwijking naar ...1... heeft en op het zuidelijk halfrond een afwijking naar ...2... heeft.
A
1= links 2= rechts
B
1= rechts 2= links
C
1= links 2= links
D
De wind heeft geen afwijking

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

1. Hoe werkt de mondiale luchtcirculatie?
  • Hogedrukgebied:
    - teveel aan lucht -> 1030hPa
    - lucht stroomt weg
    - aanvulling door dalende lucht
    - helder weer

  • Lagedrukgebied:
    - tekort aan lucht -> 990hPa
    - lucht stroomt toe
    - lucht stijgt op
    - bewolkt, regenachtig weer


Slide 15 - Diapositive

Beschrijving:
Hogedrukgebieden gaan gepaard met dalende luchtbewegingen, terwijl bij lagedrukgebieden de lucht stijgt. Hierdoor ontstaat er respectievelijk een overschot en tekort aan lucht. Bij lagedrukgebieden is sprake van stijgende lucht en daarmee vorming van wolken, buien en regengebieden. Onbestendig weer dus. Bij hogedrukgebieden is sprake van dalende luchtbeweging, uitdroging van lucht en vaak weinig wolken.
1. Hoe werkt de mondiale luchtcirculatie?
Weten jullie het nog?
1. Zet de letters H en L op de juiste plek
2. Teken de windrichting met een pijl

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1. Hoe werkt de mondiale luchtcirculatie?
Buys Ballot (1817 - 1890)

  • Nederlandse meteoroloog en oprichter van het KNMI

  • Wereldberoemd doordat hij het verband tussen wind en luchtdruk aantoonde.



Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

1. Hoe werkt de mondiale luchtcirculatie?

Wet van Buys Ballot:
''Sta je met je rug in de wind op het Noordelijk Halfrond dan heb je het lagedrukgebied links en het hogedrukgebied rechts.''

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wet van Buys Ballot bestaat uit 2 delen:
1: Wind ontstaat door verschillen in luchtdruk. 
-> Lucht waait altijd van een hogedrukgebied naar een lagedrukgebied.
2: Door de draaiing van de aarde krijgt de wind krijgt een afwijking (corioliseffect) naar: 
- rechts op het noordelijk halfrond
- links op het zuidelijk halfrond

Wet van Buys Ballot bestaat uit 2 delen:
1: Wind ontstaat door verschillen in luchtdruk.
-> Lucht waait altijd van een hogedrukgebied naar een lagedrukgebied.

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wet van Buys Ballot bestaat uit 2 delen:
1: Wind ontstaat door verschillen in luchtdruk. 
-> Lucht waait altijd van een hogedrukgebied naar een lagedrukgebied.
2: Door de draaiing van de aarde krijgt de wind krijgt een afwijking (corioliseffect) naar: 
- rechts op het noordelijk halfrond
- links op het zuidelijk halfrond

Wet van Buys Ballot bestaat uit 2 delen:
1: Wind ontstaat door verschillen in luchtdruk.
-> Lucht waait altijd van een hogedrukgebied naar een lagedrukgebied.

2: Door de draaiing van de aarde krijgt de wind een afwijking (corioliseffect) naar:
- rechts op het noordelijk halfrond
- links op het zuidelijk halfrond

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

1. Hoe werkt de mondiale luchtcirculatie?
Nakijken tekenopdracht.
Zie volgende slide.

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2. Welk type neerslag valt er vooral in Nederland?
Vuistregel voor het ontstaan van neerslag -> stijgende lucht zorgt voor neerslag en dalende lucht voor droogte.

Neerslag kan op drie verschillende manieren ontstaan:

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2. Welk type neerslag valt er vooral in Nederland?
Vuistregel voor het ontstaan van neerslag -> stijgende lucht zorgt voor neerslag en dalende lucht voor droogte.

Neerslag kan op drie verschillende manieren ontstaan:
  • Stijgingsneerslag:
Hier stijgt lucht door op omdat het opgewarmd (warme lucht stijgt op/koude daalt

Komt stijgingsneerslag voor in Nederland?
Nee, dit komt voor rond de evenaar. In Nederland is de lucht te koud..

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2. Welk type neerslag valt er vooral in Nederland?
Vuistregel voor het ontstaan van neerslag -> stijgende lucht zorgt voor neerslag en dalende lucht voor droogte.

Neerslag kan op drie verschillende manieren ontstaan:
  • Stuwingsneerslag:
Hier stijgt lucht op doordat die tegen een gebergte botst en omhoog gestuwd wordt.

Komt stuwingsneerslag voor in Nederland?
Nee, dit komt bijna niet voor in Nederland. Nederland is over het algemeen te vlak voor stuwingsneerslag.

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2. Welk type neerslag valt er vooral in Nederland?
Vuistregel voor het ontstaan van neerslag -> stijgende lucht zorgt voor neerslag en dalende lucht voor droogte.

Neerslag kan op drie verschillende manieren ontstaan:
  • Frontale neerslag:
Hier stijgt lucht op door het botsen van koude en warme luchtstromen 

Frontale neerslag ontstaat zowel bij een koufront als bij een warmtefront
Komt frontale neerslag voor in Nederland?
Jazeker. 

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2. Welk type neerslag valt er vooral in Nederland?
Ontstaan frontale neerslag in Nederland:
1. Koude lucht van de noordpool botst rond 60⁰ N.B. op warmere lucht die vanaf 30⁰ N.B. waait.
2. De warme, lichtere lucht beweegt omhoog (koude lucht is zwaarder), daar ontstaat een front met frontale neerslag.



Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions