5BECO H32 Regels voor de activa en passiva 1

Havo H32  Regels voor de activa 

§1 Waarderingsgrondslagen
§2 Vaste activa
§3 Vlottende activa 

1 / 49
suivant
Slide 1: Diapositive
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 49 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Havo H32  Regels voor de activa 

§1 Waarderingsgrondslagen
§2 Vaste activa
§3 Vlottende activa 

Slide 1 - Diapositive

32.1 Waarderingsgrondslagen
Je kunt de methoden beschrijven waarop activa in een onderneming gewaardeerd kunnen worden

Opgaven: 32.1 t/m 32.3 

Slide 2 - Diapositive

Waarderingsgrondslagen
De waarderingsgrondslag: de wijze waarop activa in de externe balans worden gewaardeerd. 
  • Toegestaan voor de vlottende activa is de verkrijgingprijs
  • Voor de vaste activa is de actuele waarde

Slide 3 - Diapositive

Verkrijgingsprijs
Toegestaan voor de vlottende activa is de verkrijgingprijs (AKA: Historische kostprijs): 

De inkoopprijs + bijkomende kosten

Slide 4 - Diapositive

Waarderingsgrondslagen
De waarderingsgrondslag: de wijze waarop activa in de externe balans worden gewaardeerd. 
  • Toegestaan voor de vlottende activa is de verkrijgingprijs
  • Voor de vaste activa is de actuele waarde

Slide 5 - Diapositive

Actuele waarde
Voor de vaste activa is de actuele waarde de andere toegestane waarderingsgrondslag. 

Als de activa meer waard wordt, wordt de debetzijde van de balans hoger. Om een evenwicht te houden moet de creditzijde ook verhoogd worden; dit heet de herwaarderingsreserve.

Slide 6 - Diapositive

Herwaarderingsreserve
Hoe verwerken we de waardestijging op de balans? 
gebouw + € 60.000
herwaarderingsres. + € 60.000

Slide 7 - Diapositive

32.2 Bij Losscher BV bestaat de voorraad Arco op 1 mei uit: 200KG gekocht op 11 april voor € 2,60, 600KG gekocht op 19 april voor € 2,64 en 300KG gekocht op 25 april voor € 2,69.
Op 2 mei wordt 500KG verkocht tegen de prijs van € 3,20. In deze opgave wordt afgezien van OB.

Bereken de brutowinst van de verkoop van 2 mei wanneer eerst de oudste voorraden worden opgemaakt.

Slide 8 - Question ouverte

32.2 OZON heeft een warehouse ter waarde van € 350.000. Na taxatie blijkt de waarde € 400.000. Met hoeveel neemt de herwaarderingsreserve toe?

Slide 9 - Question ouverte

32.1 Waarderingsgrondslagen
Je kunt de methoden beschrijven waarop activa in een onderneming gewaardeerd kunnen worden

Opgaven: 32.1 t/m 32.3 

Slide 10 - Diapositive

32.2 Vaste activa
Je kunt:
- de vaste activa onderscheiden in immateriele vaste activa materiele vaste activa en financiele vaste activa
- van elke catergoei vaste activa voorbeelden noemen

Opgaven: 32.4 t/m 32.7

Slide 11 - Diapositive

Vaste activa (>1 jaar)

Slide 12 - Diapositive

3 soorten vaste activa

Slide 13 - Diapositive

Immateriële vaste activa
Activa die je niet kunt zien of aanraken maar wel een waarde hebben. 

  • R&D: kosten van onderzoek en ontwikkeling
  • concessie: recht om iets te exploiteren (gasveld, 4G-netwerk)
  • vergunning: recht plaatsing verkoopkraam
  • licentie: recht om een door een ander bedrijf ontwikkelde toepassing of product te gebruiken en exploiteren.
  • goodwill: overnameprijs van een onderneming - eigen vermogen van overgenomen onderneming (vergoeding voor de goede reputatie van de onderneming)

Slide 14 - Diapositive

32.5 Janine heeft in haar onderneming €395.000 aan bezitting en € 210.000 aan schulden. Pieter biedt aan haar onderneming over te nemen voor € 220.000. Janine gaat akkoord.

Hoeveel bedraagt de intrinsieke waarde van Janine's onderneming?

Slide 15 - Question ouverte

Mag goodwill altijd geactiveerd worden?
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quiz

32.5 Janine heeft in haar onderneming €395.000 aan bezitting en € 210.000 aan schulden. Pieter biedt aan haar onderneming over te nemen voor € 220.000. Janine gaat akkoord.

Bereken de goodwill

Slide 17 - Question ouverte

Materiële vaste activa
  • Gebouwen
  • Installaties
  • Machines
  • Auto's 
  • Inventaris
  • Grond

Slide 18 - Diapositive

Financiële vaste activa 
  • Deelnemingen: bij kapitaalverschaffing (aandelen kopen in ander bedrijf) én duurzame band én gericht op eigen werkzaamheden
  • Vorderingen op groepsmaatschappijen 
  • Effecten (als belegging langer dan een jaar is)



Slide 19 - Diapositive

Deelnemingen
5% of meer van de aandelen in bezit: meldingsplicht

> 50% bezit van de aandelen: meerderheidsbelang
< 50% bezit van de aandelen: minderheidsbelang

> 50% zeggenschap  of  meer dan de helft v.d. bestuurders of commissarisen benoemen = dochtermaatschappij

Slide 20 - Diapositive

Deelnemingen of effecten?

Slide 21 - Diapositive

Vorderingen op groepsmaatschappijen

Groepsmaatschappijen: een bv/nv die samen met andere bv’s/nv’s in een groep is verbonden, waarbij er sprake is van een economische eenheid en organisatorische verbondenheid (gemeenschappelijke leiding)

Slide 22 - Diapositive

3 soorten vaste activa

Slide 23 - Diapositive

32.2 Vaste activa
Je kunt:
- de vaste activa onderscheiden in immateriele vaste activa materiele vaste activa en financiele vaste activa
- van elke catergoei vaste activa voorbeelden noemen

Opgaven: 32.4 t/m 32.7

Slide 24 - Diapositive

Aan de slag!
Maken opgave 32.1 t/m 32.7 ( sommige opgave hebben we al gemaakt, die mag je overslaan)

Slide 25 - Diapositive

32.3 Vlottende activa
Je kunt:
- de vlottende activa onderscheiden in voorraden, vorderingen en overlopende activa, effecten en liquide middelen
- van elke categorie vlottende activa voorbeelden noemen of de categorie toelichten
                                                    Opgaven: 32.8 t/m 32.9

Slide 26 - Diapositive

Herhaling 32.1 t/m 32.2

Slide 27 - Diapositive

Deelnemingen, horen bij de:
A
Vaste activa
B
Vlottende activa
C
Liquiditeiten

Slide 28 - Quiz

Een licentie is:
A
het recht om een bepaald gebied te exploiteren
B
Kosten van product-ontwikkeling
C
De overnameprijs van een bedrijf
D
exploitatie van een door een ander bedrijf ontwikkeld product

Slide 29 - Quiz

Het doel van een deelneming is:
A
Beleggen van overtollige kasmiddelen
B
Langdurige samenwerking gericht op eigen werkzaamheden
C
Winst maken als je het weer verkoopt
D
Zeggenschap krijgen in een ander bedrijf

Slide 30 - Quiz

Wat zijn materiële vaste activa?
A
Gebouwen, deelneming en goodwill
B
Gebouwen, inventaris en auto
C
Auto, grond en deelneming
D
Grond, gebouwen en goodwill

Slide 31 - Quiz

Voorraden kunnen gewaardeerd worden tegen:
A
Actuele waarde
B
Historische uitgaafprijs
C
Vervaardigingsprijs
D
alle drie

Slide 32 - Quiz

32.3 Vlottende activa
  • voorraden (tegen historische uitgaafprijs)
- gereed product, onderhanden werk, grond- en hulpstoffen
  • vorderingen
  • overlopende activa (nog te ontvangen/vooruitbetaalde bedragen)
  • effecten (tijdelijk overtollig vermogen)
  • liquide middelen

Slide 33 - Diapositive

32.3 Vlottende activa
Je kunt:
- de vlottende activa onderscheiden in voorraden, vorderingen en overlopende activa, effecten en liquide middelen
- van elke categorie vlottende activa voorbeelden noemen of de categorie toelichten
                                                    Opgaven: 32.8 t/m 32.9

Slide 34 - Diapositive

Havo H32 Regels voor de activa en de passiva - deel 2

32.4 Eigen vermogen
32.5 Voorzieningen
32.6 Langlopende en kortlopende schulden  

Slide 35 - Diapositive

32.4 Eigen vermogen
Je kunt de onderdelen van het eigen vermogen noemen

Opgaven 32.10 t/m 32.12

Slide 36 - Diapositive

Eigen vermogen - aandelenkapitaal

Slide 37 - Diapositive

Eigen vermogen
Agioreserve
Herwaarderingsreserve
Wettelijke en statutaire reserves
Overige reserves

Slide 38 - Diapositive

Uit welke 3 onderdelen bestaat het aandelenkapitaal (bij een bv/nv)?

Slide 39 - Question ouverte

Plaatsing 
aandelen

Slide 40 - Diapositive

Een aandeel heeft een nominale waarde van € 10. De
aandelen zijn door middel van 2 emissies (emissiekoers
van €20) geplaatst. In 2010 en 2015. Dit leverde in 2010
€ 4.000 extra eigen vermogen op.
Hoeveel bedroeg de toename v/d agioreserve in 2010?


Slide 41 - Question ouverte

Vraag 1 antwoord

Slide 42 - Diapositive

Herwaarderingsreserve
Als een vaste activa een hogere waarde heeft dan de balanswaarde, dan ontstaat er een herwaarderingsreserve.

Als een vaste activa in waarde daalt, dan boeken we dat af op de herwaarderingsreserve; deze reserve kan niet kleiner worden dan 0. Een eventuele grotere waardedaling boeken we af op het winstsaldo

De herwaarderingsreserve is een wettelijke reserve en mag nooit aan de eigenaren worden uitgekeerd.

Slide 43 - Diapositive

Met welk bedrag staat de
herwaarderingsreserve per
1-1-2021 op de balans?

Slide 44 - Question ouverte

Herwaarderingsreserve
Waarde per 1-1-2021 indien er 
niet wordt herwaardeerd:
afschrijving: 428K-8K / 6 = 70K
totaal 3 keer afgeschreven, dus:
428K - (70K x 3jr) = 218K

Waarde per 1-1-2021 actuele waarde: afschrijving 514K - 10K / 6 = 84K
Dus: 514K - (84K x 3) = 262K
Verschil: 262K - 218K = 44K

Slide 45 - Diapositive

Wettelijke en statutaire reserve
Statutaire reserve vloeit voort uit de statuten van de onderneming.

Wettelijk reserve vloeit voort uit wettelijke bepalingen.

Slide 46 - Diapositive

Overige reserves
algemene of winstreserve
    niet uitkeren van de winst voor:
    * doel (zoals investering)
    * vergroten weerstandsvermogen

dividendreserve
    niet uitkeren van alle dividend
    om te zorgen voor dividendstabilisatie

Slide 47 - Diapositive

Onverdeelde winst
bij externe verslaggeving gaat het altijd om de nettowinst verminderd met de vennootschapsbelasting

 de onverdeelde winst wordt uitgekeerd in de vorm van dividend, tantièmes of blijft als reserve in de onderneming.

Slide 48 - Diapositive

32.4 Eigen vermogen
Je kunt de onderdelen van het eigen vermogen noemen

Opgaven 32.10 t/m 32.12

Slide 49 - Diapositive