10.3 vooroordelen

Paragraaf 10.3 Relaties
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Paragraaf 10.3 Relaties

Slide 1 - Diapositive

Waarden geven aan wat je belangrijk vindt,
bv. trouw/ eerlijkheid.

Normen geven aan wat je juist wel of niet doet,
bv. je laat je vrienden nooit in de steek. 

Waarde of norm? 'Iedereen mag zijn wie hij of zij is.'

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Leg uit wat het verschil is tussen een waarde en een norm aan de hand van een voorbeeld.

Slide 4 - Question ouverte

Slide 5 - Vidéo

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Wist je dat?
  1. De Vagina de opening is die naar je baarmoeder leidt.
  2. De Vulva het hele gebied is rondom die opening.                (schaamlippen, clitoris, uitgang urinebuis en opening vagina.
  3. Beide geslachten hun leven beginnen als meisje. Pas als een foetus bijna 12 weken oud is, ontwikkelt hij eventueel een penis. 
  4. Een Man - Klaarkomt / orgasme heeft: door prikkeling van de eikel, hij heeft dan een zaadlozing. (sperma uit de penis).

Slide 9 - Diapositive

Wist je dat?
5. Een Vrouw - Klaarkomt / orgasme heeft: wanneer de clitoris geprikkeld wordt.
6. Geslachtsgemeenschap tussen een man en vrouw alleen kan plaatsvinden als een man een stijve penis heeft.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

VOOROORDELEN
10.3 

Slide 12 - Diapositive

Stelling A: je kunt aan iemand zien of hij/zij homoseksueel is.

Laat zien hoe jij over deze stelling denkt door in te vullen:
eens / oneens of / weet niet.

Slide 13 - Question ouverte

Stelling B: Als je met een homoseksueel persoon omgaat, kun je zelf ook homo worden.

Laat zien hoe jij over deze stelling denkt door in te vullen:
eens / oneens of / weet niet.

Slide 14 - Question ouverte

Stelling C: Homoseksualiteit is een ziekte.

Laat zien hoe jij over deze stelling denkt door in te vullen:
eens / oneens of / weet niet.

Slide 15 - Question ouverte

Bij welke stelling had je een vooroordeel? Vul in : A / B / C / had ik niet

Slide 16 - Question ouverte

HUISWERK: 
VOLGENDE LES: AF HEBBEN ALLE OPDRACHTEN VAN 10.3 = 15 t/m 20!

Slide 17 - Diapositive