Woche 4 H2 Die Speisekarte

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Herzlich Willkommen

Die Speisekarte 

Lernziele

Am Ende der Woche ...

... kann ich eine eigene Speisekarte schreiben.

... kann ich mit Hilfe einer Speisekarte essen und trinken bestellen.

Spiel - Ein Wort mit ...

Noem in het Duits eten of drinken dat begint met de letter op het rad. Wie als eerste het Duitse woord noemt, krijgt een punt! 

Vorspeise - Voorgerecht

Hauptspeise - Hoofdgerecht

Nachspeise - Nagerecht/toetje

Die Speisekarte

Denk eens goed over na (alleen - 1 minuut):

Waaraan moet een menukaart voldoen, zodat jouw gast een goede keuze kan maken?

Waaraan moet een menukaart voldoen, zodat jouw gast een goede keuze kan maken?
Noem 3 criteria.

Die Speisekarte - Criteria

- Alle woorden moeten in het Duits zijn (dus niet in het Nederlands. Maar ook niet in het Frans, Italiaans, etc.).

- Alle woorden moeten correct worden gespeld.

- Er moet een indeling zijn: Vorspeise-Hauptspeise-Nachspeise.

- Er moet een variatie worden aangeboden (dus niet drie keer een soep met een andere smaak).

Ich nehme als Vorspeise ... - Und du?

Vorspeise

Hauptspeise

Nachspeise

Was ist das?
Erdbeereis mit Schlagsahne.

1. Vorspeise
2. Hauptspeise
3. Nachspeise

Was ist das?
Spaghetti mit Tomatensauce

1. Vorspeise
2. Hauptspeise
3. Nachspeise

Was ist das?
Pommes mit Bratwurst

1. Vorspeise
2. Hauptspeise
3. Nachspeise

Was ist das?
Gemüsesuppe

1. Vorspeise
2. Hauptspeise
3. Nachspeise

Was ist das?
Käsespätzle mit Rotkraut und Hähnchenbrust

1. Vorspeise
2. Hauptspeise
3. Nachspeise

Was ist das?
Schokoladekuchen

1. Vorspeise
2. Hauptspeise
3. Nachspeise

Speisekarte - Maak je eigen menukaart.

Opdracht: Je krijgt een lege menukaart. Je krijgt er 5 minuten voor. Lever de Speisekarte bij mij in.

Vul de kaart in:

- 3 verschillende voorgerechten

- 3 verschillende hoofdgerechten

- 3 verschillende nagerechten

Denk aan de criteria.

Die Speisekarte - Criteria

- Alle woorden moeten in het Duits zijn (dus niet in het Nederlands. Maar ook niet in het Frans, Italiaans, etc.).

- Alle woorden moeten correct worden gespeld.

- Er moet een variatie worden aangeboden (dus niet drie keer een soep met een andere smaak).

Ik weet nu hoe ik een menukaart in het Duits moet schrijven.

😒🙁😐🙂😃

Maak nu de quiz van week 4!

Belangrijk:

- Woordjes hoofdstuk 5 leren!!!!!

- Zinnetjes voor een gesprek in het restaurant tussen Ober en gast (welke zijn dat?)