l'imparfait + verbes -ir

l'imparfait + verbes sur -ir
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

l'imparfait + verbes sur -ir

Slide 1 - Diapositive

Programme
J'explique
On pratique
On corrige

Slide 2 - Diapositive

l'imparfait = onvoltooid verleden tijd
De imparfait wordt gebruikt om te vertellen hoe iets was in het verleden, of gewoontes te beschrijven.

Quand j'étais petit, je mangeais des fruits chaque matin.
Nous faisions du foot tous les mardis.

Je hoeft niet te leren nog wanneer je het gebruikt, alleen hoe je het vormt.

Slide 3 - Diapositive

l'imparfait = onvoltooid verleden tijd
Hoe vorm je de imparfait? (parler)

1. Zoek de stam! Nous-vorm van de présent, -ons
nous parlons - parl-

2. Plak de juiste uitgang achter de stam

-ais, -ais, -ait, -ions, -iez, -aient

Slide 4 - Diapositive

l'imparfait = onvoltooid verleden tijd
parler
ik praatte
je parlais
jij praatte
tu parlais
hij/zij praatte
il/elle parlait
wij praatten
on parlait
wij praatten
nous parlions
jullie praatten
u praatte
vous parliez
zij praatten
ils/elles parlaient

Slide 5 - Diapositive

Nous ..... (regarder) la télé chaque matin.

Slide 6 - Question ouverte

Ils .... (attendre) le bus chaque samedi.

Slide 7 - Question ouverte

l'imparfait et les verbes sur -ir
finir, choisir, réfléchir, remplir, rougir, vieillir
présent, finir

ik maak af
je finis
jij maakt af
tu finis
hij/zij maakt af
il/elle finit
wij maken af
on finit
wij maken af
nous finissons
jullie maken af
u maakt af
vous finissez
zij maken af
ils finissent

Slide 8 - Diapositive

Wat is de stam van "finir" als je de imparfait wil vormen?

Slide 9 - Question ouverte

Elles .... (remplir, imparfait) la bouteille d'eau.

Slide 10 - Question ouverte

Au travail
Utilise le document "-er, -re, -ir + imparfait"
Fais les exercices sur la feuille en ligne

Fini?

Pratique sur verbuga.eu

attendre, finir, parler  --> présent + passé composé + imparfait

Slide 11 - Diapositive