1.4/1.5

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

	Vak: Nederlands Hoofdstuk: 1.4/1.5
1.	Lesopening
2.	Terugblik
3.	Lesdoel
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie

1. Lesopening

Pak je boek van Nederlands op tafel op bladzijde 21. 

Pak ook je schrift, maar laat deze nog even dicht. 

2. Terugblik

Noem de kenmerken van een gedicht

3. Lesdoel

Aan het eind van deze les:

- Weten we wat zinsontleding en woordbenoeming is. 

- Weten we wat werkwoorden zijn.

4. Instructie

We lezen samen de theorie op bladzijde 21.

Wat betekent zinsontleding?

1. Je knipt de zin in stukjes. Deze stukjes heten zinsdelen.
2. Alle soorten woorden die er bestaan.
3. Je gaat kijken uit hoeveel letters de zin bestaat.

Wat betekent woordsoortbenoeming?

1. Je knipt de zin in stukjes. De stukjes heten zinsdelen
2. Je bekijkt uit welke soorten woorden de zinsdelen bestaan en hoe je die herkent

Heel werkwoord

Het hele werkwoord vertelt wat er gebeurt op wat iets of iemand doet.

De hele werkwoorden staan in de tegenwoordige tijd in het meervoud en eindigen meestal op een -n

Bijvoorbeeld: lopen, fietsen, slapen, eten

Wat is in de onderstaande zin het hele werkwoord?

Het publiek moest lang op de huldiging wachten.

1. moest
2. wachten
3. het publiek
4. de huldiging

Wat is het hele werkwoord in de onderstaande zin?

De komende jaren zal de temperatuur stijgen.

1. zal
2. stijgen
3. de temperatuur
4. de komende jaren

6. Zelfstandig werken

Maak zelfstandig opdracht 8 t/m 15 op bladzijde 21 t/m 23.

Ben je klaar? 

Kijk zorgvuldig je werk na en verbeter waar nodig.

Daarna mag je even lezen, een smartgame

of een klaaropdracht uit de kast pakken. Dit doe je 

zelfstandig op je eigen plaats in stilte.

Evaluatie

Hoe ging de les?

Zijn er nog dingen die je lastig vindt?