Past simple v.2.0

Past simple
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo g, t, havo, vwoLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Past simple

Slide 1 - Diapositive

Past Simple
Je gebruikt de Past Simple als iets gebeurd is in de verleden tijd en ook beëindigd is.

Wij noemen de Past Simple de Verleden Tijd.


Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

 Regelmatige werkwoorden (rww)

Achter het werkwoord plaats je 'ed'

I walk -> I walked
it rains-> it raineded
they beg-> they begged

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Past Simple - Vraag/Ontkenning

Vraagzinnen
Did + hele ww (1e kolom):
Did you walk to school yesterday?

Ontkennende zinnen
Didn't + hele www (1e kolom):
You didn't walk to school yesterday.

Slide 8 - Diapositive

 RWW Spelling
Als een werkwoord eindigt op -e, dan komt er in de past simple alleen een -d achter:
I live - I lived
you move - you moved

In de past simple wordt de laatste medeklinker verdubbeld als er één klinker voor staat:
I drop - I dropped
they plan - they planned

Slide 9 - Diapositive

 RWW Spelling
Als een werkwoord eindigt op -y, dan komt er in de past simple een -ied achter:
I carry- I carried
you study- you studied

In de past simple komt er een -ed achter als er een klinker voor staat:
I play - I played

Slide 10 - Diapositive

Past Simple - Signaalwoorden

In de zin staan vaak een tijdsbepaling van verleden tijd.

  • yesterday
  • last week
  • ten minutes ago
  • in 2007
  • this morning

Slide 11 - Diapositive

Je gebruikt de Past Simple als...
A
iets gebeurd is in de toekomst
B
iets iedere dag gebeurt
C
iets gebeurd is in het verleden en afgerond is
D
iets nog niet gebeurd is

Slide 12 - Quiz


Wat is de Past Simple van play
A
played
B
playing
C
play
D
plays

Slide 13 - Quiz


Wat is de Past Simple van injure
A
injures
B
injured

Slide 14 - Quiz


Wat is de Past Simple van happen
A
happening
B
happened
C
happens

Slide 15 - Quiz


Wat is de Past Simple van work
A
works
B
worked
C
working
D
work

Slide 16 - Quiz


Wat is de Past Simple van help
A
helping
B
helped
C
helps
D
help'd

Slide 17 - Quiz


Wat is de Past Simple van study
A
studyd
B
studyied
C
studyed
D
studied

Slide 18 - Quiz


Which is the correct combination?
A
He did studyd?
B
Did he study?
C
Did he studied?

Slide 19 - Quiz


Which is the correct combination?
A
We didn't plays
B
We didn't played
C
We didn't play.

Slide 20 - Quiz


Is this sentence correct:
Did you see him yesterday?
A
yes
B
no

Slide 21 - Quiz


Is this sentence correct:
We didn't buy the shoes
A
yes
B
no

Slide 22 - Quiz


Is this sentence correct:
He didn't felt well yesterday
A
yes
B
no

Slide 23 - Quiz


Is this sentence correct:
He didn't played football yesterday
A
yes
B
no

Slide 24 - Quiz

Correct this sentence:
He didn't played football yesterday.
(Write the whole sentence)

Slide 25 - Question ouverte


Is this sentence correct:
We did talk to Isaac yesterday
A
yes
B
no

Slide 26 - Quiz

Correct this sentence:
We did talk to Isaac yesterday.
(Write the whole sentence.)

Slide 27 - Question ouverte

Wat vond je moeilijk in deze les?

Slide 28 - Question ouverte

Noem 2 dingen die je geleerd hebt deze les.

Slide 29 - Question ouverte

Past simple

Slide 30 - Diapositive