3.2 Veranderen van Fase

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 2

Welkom!

Zitten op je eigen plek

Telefoon op stil en in je tas

Boek+schrift/chromebook dicht op tafel

Thema 3 - Water

3.2 Veranderen van Fase

Doelen van deze paragraaf

• Je kunt de 6 faseovergangen beschrijven 
•  Je kunt beschrijven hoe de faseovergangen van water een belangrijke rol spelen bij allerlei weersverschijnselen. 

Smelten

Een vaste stof word een vloeistof.

Chocola smelten!

Verdampen

een vloeistof word een gas!

(Let op, de gas die je ziet is geen waterdamp!) 

Parfum is ook een mooi voorbeeld.

Condenseren

Een gas wordt Vloeistof!

Denk aan de spiegel in de badkamer als je gedoucht hebt

Stollen

Een vloeistof word een vaste stof

Denk aan kaarsvet! Als een kaars afkoelt word het weer vast. 

Vervluchtigen

Een vaste stof word een gas. 

Denk aan een WC blokje in de WC. 

Er wordt uit het vaste blokje een lekkere geur verspreid. 

Rijpen

Een gas wordt een vaste stof 

Denk aan de mooie witte bomen in de winter zonder dat er sneeuw is gevallen. 

Fase overgangen en het weer

Smelten

Smelten

Verdampen

Condenseren

Bevriezen

Vervluchtigen

Rijpen

Aan de slag!

Tot 14:10 opdrachten van 3.2 maken

1. Smelten
2. Verdampen
3. Condenseren
4. Stollen (Bevriezen)

1. Smelten
2. Verdampen
3. Condenseren
4. Stollen (Bevriezen)

Welke fase-overgang is er, wanneer je en gesmolten ijsje in de vriezer legt

1. Smelten
2. Verdampen
3. Condenseren
4. Stollen (Bevriezen)

Bij de fase-overgang
rijpen gaat water van ...

rijp

1. vast naar vloeibaar
2. gas naar vast
3. vloeibaar naar vast

HUISWERK!

Maken opdrachten 3.2