2.1 Handel en nijverheid in de Republiek

Paragraaf 2.1: Handel en nijverheid in de Republiek 
De Republiek, een bijzonder land
par. 5.1 handel en nijverheid in de Republiek
H2 Gouden Eeuw
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Paragraaf 2.1: Handel en nijverheid in de Republiek 
De Republiek, een bijzonder land
par. 5.1 handel en nijverheid in de Republiek
H2 Gouden Eeuw

Slide 1 - Diapositive

Deze les 
  • Terugblik 4.4 (video)
  • Introductie H5
  • Leerdoelen 5.1
  • Uitleg 5.1
  • Aan de slag met opdrachten   

Slide 2 - Diapositive

Wat ging er vooraf?
  • De Nederlandse Opstand (Tachtigjarige Oorlog) tegen Spanje
    1568-1648

  • Verder zonder koning Filips II

  • Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden (1588)



Slide 3 - Diapositive

Nederlandse economie in 15e eeuw
  • Na 1450: Hollandse steden nemen Oostzeevaart over
  • 1540: Amsterdam uitgegroeid tot grote markt voor graan en hout
  • Maar Antwerpen nog de belangrijkste handelsstad tot 1585
  • Val Antwerpen in 1585 --> vluchtelingen naar Republiek en  namen kennis, macht en geld mee

Slide 4 - Diapositive

Blokkade havens

Slide 5 - Diapositive

 Oostzeevaart
  • Handel met gebieden rond de Oostzee, in Scandinavië
  • hout, graan, zout en haring

Slide 6 - Diapositive

De economie van de Republiek
  • Rond 1600 snelle ontwikkeling Hollandse handel en nijverheid
    --> veel geld verdiend met handel: handelskapitalisme 
  • Ingekochte goederen tijdje opslaan, doorverkopen als je veel winst kan halen. 
  • Plaats waar goederen werden opgeslagen: stapelmarkt
  • Belangrijkste van de wereld: Amsterdam
Een vorm van economie waarin het meeste geld wordt verdiend in de handel.

Slide 7 - Diapositive

Beurs
Stapelmarkt

Slide 8 - Diapositive

16e eeuw
  • Spanjaarden + Portugezen ontdekken nieuwe handelsroutes en werelddelen
  • Handelen in:
    - Rietsuiker, cacao, koffie en tabak uit Amerika
     - Specerijen uit Azië
  • Wereldeconomie: een economie die zich over alle werelddelen uitstrekte. 

Slide 9 - Diapositive

VOC
  • De Republiek wilde dit ook
  • Eerst: verschillende kleine compagnieën naar Azië. 
  • Later gaat dit op in één groot Hollands staatsbedrijf:
    VOC: Verenigde Oost-Indische Compagnie (1602)

Slide 10 - Diapositive

Waarom?

  • Samen tegen andere landen die voerde in de Aziatische zeeën.

  • Concurrentie tussen Nederlanders onderling vermijden

Slide 11 - Diapositive

VOC
• Handelswaar: specerijen

Handelsmonopolie in Indië
• Forten + handelsposten bouwen
• Oorlogen voeren tegen inheemse volkeren


Slide 12 - Diapositive

Oprichting WIC
  • WIC = West-Indische Compagnie in 1621
  • Doel: Handelsmonopolie West Afrika en de Nieuwe Wereld.
  • Kaapvaart op Spaanse en Portugese schepen
  • Stichting: New Amsterdam, Porto Rico, Antillen, Suriname en Oost Brazilië
  • Niet zo succesvol als VOC...

Slide 13 - Diapositive

Aan de slag

  • §2.1 A/B: opdracht 3 t/m 9
timer
10:00

Slide 14 - Diapositive

Deze les 
  • Terugblik 4.4 (video)
  • Introductie H5
  • Leerdoelen 5.1
  • Uitleg 5.1
  • Aan de slag met opdrachten   

Slide 15 - Diapositive

WIC
  • Slavenhandel: Afrikanen werden naar Amerika gebracht om te werken op de plantages
  • Producten van de plantages naar Europa gebracht + verkocht
  • Met geld wapens/buskruit/textiel kopen en weer verkopen in Afrika in ruil voor slaven.

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slavernij tijdens de koloniale tijd

Slide 19 - Diapositive


Waarom slavernij?


  • Veel plantages lagen in Zuid-Amerika en waren bezit van Europeanen
  • Plantageproducten, zoals koffie, tabak, katoen en suiker, zijn erg populair in Europa
  • Om de producten te verbouwen waren veel landarbeiders nodig en gratis arbeid zorgde voor meer winst
  • De oorspronkelijke bewoners van dit gebied (indianen) stierven massaal door ziektes en uitputting.



Slide 20 - Diapositive


Transatlantische slavenhandel


  • Afrikaanse stammen gaven slaven aan Europeanen: dit waren meestal gevangen genomen leden van andere Afrikaanse stam. 
  • Deze slaven werden vervolgens vervoerd naar slavenmarkten in Zuid-Amerika





De afbeelding laat zien op welke wijze slaven werden vervoerd op een slavenschip. Dergelijke tekeningen werden meestal gemaakt om aan te geven op welke vreselijke manier de slaven werden vervoerd. Deze tekening is gemaakt in opdracht van een commissie van de Engelse regering.

Slide 21 - Diapositive


Aan boord van een slavenschip

  • Vervoer en behandeling van de tot slaaf gemaakte mensen was vreselijk
  • Slaven werden vaak naakt en geketend aan elkaar vervoerd
  • Onhygiënische en ziekmakende omstandigheden leidden vaak tot de dood
  • Dode slaven werden, zonder enige vorm van respect, overboord gegooid.







Slide 22 - Diapositive


Slavenmarkten

  • De slaven die het overleefden werden verkocht op slavenmarkten
  • Daar werden de slaven 'opgepoetst' om er goed uit te zien.
  • Slaven waren niet goedkoop: ongeveer 200 gulden. Dat zou tegenwoordig ongeveer €2000 zijn. Voor die tijd waren dit enorme bedragen.







Fort Elmina in Ghana, Afrika, was het fort waar vanuit Afrikaanse slaven werden 'ingekocht' en 'verscheept' naar Zuid-Amerika. 

Slide 23 - Diapositive

  • Zwaar
  • Slaven geen rechten (bezit)
  • Ongehoorzaamheid werd zwaar bestraft.
  • Ondanks verzet was slavernij belangrijker dan de onrechtvaardigheid
Plantageslavernij was een wreed systeem:

Slide 24 - Diapositive

Een vorm van economie waarin het meeste geld wordt verdiend in de handel.
A
stapelmarkt
B
handelskapitalisme
C
wereldeconomie
D
voorcompagnie

Slide 25 - Quiz

Een economie die zich over de hele wereld uitstrekt, doordat producten uit landen van de hele wereld worden verhandeld.
A
stapelmarkt
B
handelskapitalisme
C
wereldeconomie
D
voorcompagnie

Slide 26 - Quiz

Het recht om als enige handel te mogen drijven met een bepaald gebied.
A
Handelsmonopolie
B
handelskapitalisme
C
wereldeconomie
D
stapelmarkt

Slide 27 - Quiz

Handelsmaatschappij die in de Republiek als enige met Azië mocht handelen.
A
VOC
B
WIC

Slide 28 - Quiz

Handelsmaatschappij die in de Republiek als enige met Amerika en West-Afrika mocht handelen.
A
VOC
B
WIC

Slide 29 - Quiz

Aan de slag

  • §2.1 A/B/C: opdracht 3 t/m 15
  • Klaar? Nakijken!
timer
10:00

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Vidéo