Rechtsvormen

1 / 48
suivant
Slide 1: Diapositive
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 48 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Check leerdoelen

Slide 2 - Diapositive

Rechtsvormen 
De soort rechtsvorm is de juridische benaming van je organisatie.  

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Zzp-er


  • geen rechtsvorm! 
  • geen personeel (zelfstandige zonder personeel)
  • kiest vaak voor eenmanszaak

Slide 7 - Diapositive

Natuurlijke personen

- Eenmanszaak
- VOF



Eigenaar is hoofdelijk aansprakelijk
Rechtspersonen

- Besloten vennootschap
- Naamloze vennootschap
- Verenigingen
- Stichtingen

De onderneming is als rechtspersoon aansprakelijk

Slide 8 - Diapositive

Binnen een eenmanszaak kan er maar maar één persoon werken.
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quiz

De eigenaren van een VOF noemen we vennoten of firmanten
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quiz

Wanneer je kijkt naar de continuïteit van een onderneming, kijk je naar:
A
Wie de leiding heeft
B
Wie het werkt verricht
C
Hoeveel het eigen vermogen bedraagt
D
Hoe zeker het voortbestaan van de onderneming is

Slide 11 - Quiz

Welk soort belasting betaal je over winst als je een eenmanszaak hebt
A
omzetbelasting
B
inkomstenbelasting
C
vennootschapsbelasting
D
winstbelasting

Slide 12 - Quiz

Eenmanszaak/ VOF

Slide 13 - Diapositive

Wat is een voordeel van een VOF
ten opzichte van een eenmanszaak?
timer
1:30

Slide 14 - Question ouverte

Continuïteit eenmanszaak 
Vrij onzeker; vaak sterk verbonden aan één persoon. Risico bij ziekte, overlijden, pensionering. 

Slide 15 - Diapositive

Voordelen t.o.v. éénmanszaak
Taakverdeling -> specialisatie

Meer eigenaren -> meer eigen vermogen
Meer hoofdelijke aansprakelijkheid -> meer vreemd vermogen

Continuïteit is beter gewaarborgd

Slide 16 - Diapositive

Hoe wordt de winst bij een VOF verdeeld over de vennoten?
Wanneer er geen afspraken zijn gemaakt:
  • Winstverdeling na evenredigheid van de ingebrachte vermogen
  • Is er een vennoot, die geen vermogen heeft ingebracht? Maar wel in de zaak werkt. Dan krijgt deze vennoot evenveel als laagste vermogeninbreng.

Slide 17 - Diapositive

Besloten Vennootschap

Slide 18 - Diapositive

Wat is een voordeel van een NV
ten opzichte van een BV?
timer
1:30

Slide 19 - Question ouverte

Naamloze vennootschap

Slide 20 - Diapositive

Aandeelhouder = eigenaar
Aandeel op naam
     - Stemrechtloze aandelen

Aandeel aan toonder
    - Certificaten van aandelen

Slide 21 - Diapositive

Wat is een 
aandeel?

Een aandeel is een deel van het 
eigen vermogen in de BV of de NV

Slide 22 - Diapositive

Over de winst van een bv moet inkomstenbelasting worden betaald.
A
Deze stelling is juist
B
Deze stelling is onjuist

Slide 23 - Quiz

Een BV heeft vrij verhandelbare aandelen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quiz

Van een bv ...
A
... kan niet iedereen aandelen kopen
B
... kan iedereen aandelen kopen

Slide 25 - Quiz

Als een BV of NV failliet gaat zijn de aandeelhouders hun geld kwijt.
A
Onjuist
B
Juist

Slide 26 - Quiz

Organen BV / NV
Bij de BV wordt de Raad van Bestuur ook wel directie genoemd.

Slide 27 - Diapositive

Bevoegdheden organen 

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Als een BV of NV failliet gaat is de eigenaar van de onderneming
A
het geïnvesteerde geld in de onderneming kwijt
B
het geïnvesteerde geld in de onderneming kwijt. Ook wordt hij op zijn privé-vermogen aangesproken

Slide 32 - Quiz

Hier is sprake van...
A
Surseance van betaling
B
Faillissement

Slide 33 - Quiz

Wat is juist?
A
Als een bedrijf in surseance zit kunnen schuldeisers hun geld opeisen
B
Bij surseance geldt het reguliere ontslagrecht
C
Bij een faillissement krijgen de klanten als eerste hun geld terug als ze een aanbetaling hebben gedaan.
D
Bij een faillissement moet de rechter de arbeidsovereenkomsten beëindigen.

Slide 34 - Quiz

Het verschil tussen een NV en een BV is
A
dat de eigenaar bij een nv met zijn privévermogen verantwoordelijk is voor schulden
B
dat de aandelen bij een bv voor iedereen te koop zijn en bij een nv niet
C
dat de aandelen bij een nv voor iedereen te koop zijn en bij een bv niet
D
dat de eigenaar bij een bv met zijn privévermogen verantwoordelijk is voor schulden

Slide 35 - Quiz

Slide 36 - Diapositive

Niet-commerciële organisaties

Slide 37 - Diapositive

Mag een vereniging of stichting activiteiten ontplooien waar winst mee wordt gemaakt?
A
Ja
B
Nee

Slide 38 - Quiz

Een aantal mensen willen een voetbalclub oprichten waar amateurvoetballers lid van kunnen worden.
Welke rechtsvorm zullen zij kiezen?
A
Stichting
B
Vereniging

Slide 39 - Quiz

Sophie neemt het initiatief om een rechtspersoon op te richten. De doelstelling van de rechtspersoon wordt het behoud van een natuurgebied in haar woonplaats. Welke rechtsvorm ligt het meest voor de hand?
A
Stichting
B
Vereniging

Slide 40 - Quiz

Slide 41 - Diapositive

Slide 42 - Diapositive

Stichting
  • Maatschappelijk welzijn en goede doelen
  • Een rechtsvorm ZONDER leden
  • Stichting probeer met behulp van vermogen een bepaald doel te bereiken
  • Ze mogen niet streven naar winst 

Slide 43 - Diapositive

Slide 44 - Diapositive

Wat is een verschil tussen een stichting en een bv?
A
Een stichting heeft geen doel, een bv wel.
B
Het doel van een bv is meestal (maximale) winst, het doel van een stichting is niet-commercieel.
C
Een bv is geen rechtspersoon, een stichting is dat wel.
D
Een stichting is geen rechtspersoon, een bv is dat wel.

Slide 45 - Quiz

prive aansprakelijk 
bedrijf aansprakelijk
VOF 
NV
Eenmanszaak
BV

Slide 46 - Question de remorquage

Eenmanszaak
Besloten vennootschap
Vennootschap onder firma
Naamloze vennootschap
Vereniging
Stichting
heeft donateurs
heeft leden
heeft 1 eigenaar
heeft 2 of meer eigenaren
'vrije' aandelen
'besloten'' aandelen

Slide 47 - Question de remorquage

Slide 48 - Diapositive