Stoffen week 4 Dichtheid

Stoffen 
week 4


Dichtheid
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

Éléments de cette leçon

Stoffen 
week 4


Dichtheid

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen  week 4:
  1. Je beschrijft dat stoffen een verschillende dichtheid hebben.
  2. Je beschrijft aan de hand van de dichtheid van stoffen dat voorwerpen zinken, zweven of drijven.

Slide 2 - Diapositive

Leerdoel 1:





Wat is dichtheid?

Slide 3 - Diapositive

Wat is dichtheid?
We weten allemaal dat bepaalde stoffen zwaar zijn of licht. Wil je een doos met ijzeren spijkers optillen of een even grote doos met veren?

Het heeft te maken met de massa (gewicht) van een stof maar dat is niet alles.

Slide 4 - Diapositive

Misschien is het jou op gevallen dat in de vraag "een even grote doos" stond.

Wat is zwaarder? 1 kg spijkers of 1 kg veren?

Slide 5 - Diapositive

Het heeft ook nog te maken met hoe groot het is. Dit noemen we het volume. Het volume geeft de inhoud aan.

Kun je het volume van een kubus, cilinder, balk, enz. uitrekenen?

Slide 6 - Diapositive

De dichtheid heeft te maken met de massa en met het volume.
Als je massa en volume verrekent van een stof krijg je de dichtheid.

Voorbeeld:
De dichtheid van water is 1,00 kg per dm3
De dichtheid van olie 0,80 kg per dm3

Slide 7 - Diapositive

Dichtheid
Dichtheid is een stofeigenschap die aangeeft wat de massa van een stof per volume is. 




De eenheid bij deze getallen kan g per cm3 of kg per dm3 zijn

Slide 8 - Diapositive

Wat geeft het volume van een stof aan?
A
gewicht
B
inhoud
C
oppervlakte
D
massa

Slide 9 - Quiz

Dichtheid beschrijft:
A
De massa van een stof
B
Het volume van een stof
C
De massa per volume
D
Het volume per massa

Slide 10 - Quiz

Wat is zwaarder? Hout of water?
A
Hout
B
Water
C
Ze zijn even zwaar
D
Dat ligt aan het volume

Slide 11 - Quiz

Leerdoel 2:
Zinken, drijven of zweven?

Slide 12 - Diapositive

Demonstratie
We voegen achtereen volgens slaolie, een munt, een kurk en een plasticdop toe aan een bekerglas met water.

Wat gaat er gebeuren?
Schrijf op wat je verwacht te zien.

Slide 13 - Diapositive

Op de volgende slide wordt de proef uitgevoerd.


Het is erg een kinderachtig filmpje maar het gaat om het resultaat.

Je kunt het natuurlijk ook zelf uitvoeren met toestemming van een volwassene.

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Wat gebeurt met stoffen met verschillende dichtheid?

Als je een voorwerp of een stof in een vloeistof doet kan het voorwerp of die stof gaan drijven, zinken of zweven.
Maar wanneer gebeurt nu wat?

Slide 16 - Diapositive

Drijven
Het makkelijkste voorbeeld is olie en water. 

De dichtheid van water is 1,00 kg/dm3
De dichtheid van olie 0,80 kg/dm3

De stof met de kleinste dichtheid drijft 
op de stof met de grootste dichtheid.

Slide 17 - Diapositive

Zinken
Deze is ook niet moeilijk: zand en water.

De dichtheid van water is 1,00 kg/dm3
De dichtheid van zand 1,60 kg/dm3

De stof met de grootste dichtheid zinkt
in de stof met een kleinere dichtheid.

Slide 18 - Diapositive

Zweven
Deze is een stuk moeilijker. Om iets te laten zweven heb je een vloeistof en een vaste stof nodig die dezelfde dichtheid hebben.

Bekijk het volgende filmpje om te zien hoe je een ei kunt laten zweven. Waarom wordt zout aan het water toegevoegd?

Slide 19 - Diapositive

Op de volgende slide kun je zien hoe de dichtheid van water verandert als je er zout in doet.

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

Als een voorwerp drijft op water is de dichtheid van het voorwerp...de dichtheid van water.
A
groter dan
B
gelijk aan
C
kleiner dan
D
weet ik niet

Slide 22 - Quiz

De dichtheid van water is .... die van ijs
A
groter dan
B
gelijk aan
C
kleiner dan
D
weet ik niet

Slide 23 - Quiz

De dichtheid van water is 1,0 kg/dm3. Wat kan NIET kloppen?
A
dichtheid benzine is 0,72 kg/dm3
B
dichtheid steen is 0,95 kg/dm3
C
dichtheid beton is 2,3 kg/dm3
D
dichtheid goud is 19,3 kg/dm3

Slide 24 - Quiz

Als een voorwerp zweeft in water is de dichtheid van het voorwerp...
A
groter
B
gelijk
C
kleiner
D
weet ik niet

Slide 25 - Quiz

Maak nu de verwerkingsopdrachten van week 4.

Slide 26 - Diapositive

Herhaling
Het volgende filmpje herhaalt de stofeigenschappen en voegt dichtheid daarbij aan toe.........

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Vidéo

Verdiepingsstof
De dichtheid berekenen:

Slide 29 - Diapositive

De volgende opdracht is erg moeilijk. 


Misschien kom je met wat hulp er wel wijs uit. 
Lukt het niet? Helemaal niet erg.

Slide 30 - Diapositive

Wat is de dichtheid van het ‘blokje’?

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Vidéo