Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Wat heb ik nodig om een bedrijf te starten?
Slide 5 - Carte mentale
Algemene economie
Bedrijfseconomie
Slide 6 - Diapositive
Financien
Investeringsbegroting: hoeveel geld heb je nodig en waarvoor ga je het gebruiken?
Financieringsplan: hoe kom je aan je geld? Wat kost dit (zoek uit hoeveel rente je gaat betalen?)
Resultatenbegroting: kosten en opbrengsten? Hoeveel ga je verdienen - je kosten. Maak je winst/ verlies?
Slide 7 - Diapositive
welke kosten heeft een kledingwinkel?
Slide 8 - Carte mentale
uitleg paragraaf 1
De start van een eigen bedrijf
Slide 9 - Diapositive
Start van een eigen bedrijf
investeringsbegroting
wat heb je nodig?
resultatenbegroting
wat ga je verdienen?
financieringsplan
waar betaal je alles van?
Slide 10 - Diapositive
wat is een investeringsbegroting?
Hiermee maak je een inschatting hoeveel geld je nodig hebt om een bedrijf te starten.
Slide 11 - Diapositive
Hoe kom je aan geld?
Slide 12 - Carte mentale
Investeringsbegroting
Inventaris
Voorraad goederen
Geld
Slide 13 - Diapositive
Wat is een resultatenbegroting?
Een overzicht van alle verwachte kosten en opbrengsten
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Vidéo
Van omzet naar nettowinst
Omzet (verkoopprijs x aantal verkochte producten)
Inkoopwaarde (inkoopprijs x aantal verkochte producten)
----------------- -
Brutowinst
Bedrijfskosten (Bijvoorbeeld: loon, huur, etc.)
----------------- -
Nettowinst
Slide 16 - Diapositive
BTW
Welke btw tarieven hebben we?
Wat is er verandert in januari 2019 met betrekking tot het btw tarief?
Slide 17 - Diapositive
De prijs is 83,49 euro inclusief 21% BTW Bereken de prijs in euro's exclusief BTW
Slide 18 - Question ouverte
Wat is een financieringsplan
Dit plan legt uit hoe de onderneming aan het geld komt om te kunnen starten.
Slide 19 - Diapositive
Financieringsplan
Eigen vermogen
Vreemd vermogen
* lening bank
* lening ouders
--------------------- +
Totale financieringsbehoefte
Slide 20 - Diapositive
financieringsbehoefte
Uit de investeringsbegroting volgt de financieringsbehoefte ofwel: hoeveel geld heb ik nodig. Eigen geld = eigen vermogen Geleend geld = vreemd vermogen
Slide 21 - Diapositive
De investeringsbegroting en het financieringsplan moeten aan elkaar gelijk zijn, waarom?