les 2 b

les 2 b
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

les 2 b

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Quiz time

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Is injecteren een risicovolle of een voorbehouden handeling?
A
Risicovol
B
Voorbehouden
C
risicovol & voorbehouden
D
Iedereen mag injecteren na een cursus

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke injecties mogen
Verzorgende-IG niet toedienen?
A
Subcutane injecties
B
Intramusculaire injecties
C
Intracutane injecties
D
Intraveneuze injecties

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij subcutaan injecteren, dan injecteer je ...
A
In de spier
B
in de opperhuid
C
in de lederhuid
D
in het onderhuidsweefsel

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

waar aan het lichaam mag je niet subcutaan injecteren?
A
in de buik
B
in de bovenarm
C
in de onderarm
D
in het been

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

de meeste vaccinaties spuit je
A
intra musculair
B
subcutaan

Slide 7 - Quiz

i.m. heeft meer effect dan sub cutaan
stop, niet injecteren in .....

Slide 8 - Question ouverte

Je mag niet injecteren:
in een gebied waar net geopereerd is of waar nog geopereerd gaat worden
op plaatsen die gezwollen zijn door vocht
in een trombosebeen of trombosearm
in verlamde (paretische) ledematen
op plekken die hard aanvoelen
op plekken die er rood of blauw uitzien
in een arm of been met een infuus of shunt
in een arm of been waar lymfeklieren verwijderd zijn
in littekenweefsel
in een cirkel van 5 cm rond de navel.
Voorschrift arts: 25 mg Pethidine
Voorraad: 25 mg / 1 ml
Hoeveel ml dien jij toe?
A
1 ml
B
2 ml
C
0.5 ml
D
1.5 ml

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

waar prik je met IM injecteren?
A
ader
B
bot
C
huid
D
spier

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Geven: 75 mg Morfine
Voorraad: 50 mg / ml
Hoeveel ml ga je toedienen?
A
1 ml
B
1.5 ml
C
2 ml
D
2.5 ml

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

bij welke injectie kan je 45 en 90 graden injecteren
A
intramusculair
B
subcutaan
C
intraveneuze
D
insuline injecteren

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

waar gebruik je dit voor?
A
Intramusculair injecteren
B
subcutaan injecteren
C
een katheterzak
D
Inco-matriaal

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Mag een dochter volgens
de BIG-wet haar vader, met
diabetes type 2, een insuline-injectie
toedienen?
A
Ja, de wet BIG geldt alleen voor zorgprofessionals
B
Nee, want injecteren is een voorbehouden handeling

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke wet bepaalt of jij een handeling mag uitvoeren?
A
WGBO
B
Wet BIG
C
WLZ
D
WMO

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarvoor dient de rangeertechniek bij het i.m. injecteren?
A
niet terugvloeien medicatie
B
minder beschadiging aan huid
C
niet lekken van bloed
D
rangeertechniek gebruik je bij s.c. injectie

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Als we de loodrecht techniek toepassen bij subcutaan injecteren welke gevolgen heeft dat voor de naald?
A
Een gewone naald zoals altijd
B
De naald is langer
C
De naald is korter

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Injecteer nooit in ....
A
litteken weefsel
B
verlamde ledenmaten
C
in rode of blauwe plekken
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij intramusculair injecteren mag je tot max .. ml injecteren.
A
2
B
4
C
5
D
7

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

insuline injecteren is een vorm van loodrecht injecteren
A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat doe je anders bij IM injecteren in de bil.
A
je gebruikt een andere techniek
B
je checkt of je in een bloedvat geprikt hebt
C
niks
D
je kan veel sneller inspuiten

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions