Mens en omgeving hoofdstuk 5

• Zorg en Welzijn
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Mens en omgeving

Baliewerkzaamheden.

Doelen:

De leerling weet het belang van een verzorgd uiterlijk bij dienstverlenende beroepen.

De leerling kan op een correcte manier een klant te woord staan.

De leerling kan communicatie en gesprekstechnieken toepassen.

De leerling kan informatie samenvatten.

Taken baliemedewerker:

Telefoon aannemen.

Schriftelijke rapporteren.

Telefoneren:

Uitgaand gesprek.

Ingaand gesprek.

Verschillen tussen gesprekken.

Voorbeelden.

Zakelijk telefoongesprek:

Uitleg blz. 198.

Opdracht:

Lezen blz. 197 en 198.

Maken opdracht 5.01 (blz. 199).

Zakelijk telefoongesprek:

Uitleg blz. 200.

Inkomend gesprek

1. Dan bel jij iemand
2. Dan word je gebeld

Uitgaand gesprek

1. Dan word je gebeld
2. Dan bel jij naar iemand

De volgorde bij een zakelijk telefoongesprek

1. begroeting - naam van het bedrijf - dan eigen naam
2. eigen naam - begroeting - naam bedrijf
3. begroeting - eigen naam - naam van het bedrijf
4. dat maakt niet uit

Voordat ik ophang bij een professioneel zakelijk telefoongesprek is het belangrijk dat...

1. Ik de boodschap herhaal
2. Vraag wat ik kan betekenen
3. De naam noteer
4. De klant begroet

Als ik een professioneel zakelijk telefoongesprek voer is het belangrijk dat ik de naam van de beller noteer

1. Waar
2. Niet waar

Een zakelijk telefoongesprek is

1. Formeel
2. Informeel

Opdracht:

Uitleg opdrachten.

Lezen blz. 200 en 201.

Maken opdracht 5.02, 5.03, 5.04, 5.05 (blz. 201 t/m 204).

Praktijkopdracht 5.2:

Lezen blz. 59.

Klassikaal voicemail 2 keer luisteren.

Daarna nog 1 keer luisteren en telefoonnotitie invullen.

Schriftelijk rapporteren:

Je maakt een verslag over wat je hebt gehoord.

Schriftelijk of mondeling.

Schriftelijk rapporteren:

Voordelen: later lezen door iedereen waarvoor het belangrijk is, je moet eerst nadenken over wat je schrijft.  Nadelen: kost tijd en niet gemakkelijk om objectief te blijven.

Objectief/subjectief:

Objectief: feiten, het is zo, je kan het controleren.

Subjectief: je mening, je gevoel.

Opdracht:

Lezen blz. 205.

Maken opdracht 5.06 (blz. 206).

0

Regels email:

Onderwerp: waar gaat de mail over?

Goede aanhef: dezelfde regels als bij de brief (blz. 208).

Afsluiting: dezelfde manier als bij de brief (blz. 209).

Regels email:

Aan: de mailadres(sen) die je een mail wilt sturen.

CC: de personen die je mail wil laten lezen, maar geen reactie.

BCC: mailadres is voor anderen niet zichtbaar. 

Uitleg praktijkopdracht 4.4:

Uitleg praktijkopdracht 4.4 blz. 55.

De leerlingen oefenen dit in groepjes.

Extra opdracht:

Lezen blz. 215 t/m 217.

Maken opdracht 5.14, 5.15 en 5.16 (blz. 217 t/m 219).

Oefenen: balieopdracht.

Opdracht: beantwoord de vragen!!

1. wat er gebeurt als je niet het juiste email adres op schrijft

2. waarom een goed geschreven onderwerp belangrijk is

3. welke aanhef je gebruikt bij een zakelijke mail

4. een ander woord voor de eerste alinea.

5. wat je schrijft in de tweede én in de laatste alinea 

6. hoe je je mail afsluit

Opdracht 5.13:

Lezen opdracht blz. 216.

Wat moet je doen en waar moet je op letten?

Daarna in tweetallen maken en individueel inleveren in teams.

Afsluiting:

Lesevaluatie.

Vooruitblik volgende les.

Huiswerk.