Johan staat na schooltijd op Samir te wachten.
Hij is verdrietig en wil hem graag iets vertellen. Hij vertelt dat zijn moeder is gevallen en haar been heeft gebroken. Ze moet een paar dagen in het ziekenhuis blijven. Johan wil graag bij zijn moeder op bezoek maar durft niet alleen te gaan. Hij vraagt of Samir met hem mee wil. Samir heeft gisteren al met jongens uit de buurt afgesproken om te gaan gamen en zegt tegen Johan dat hij niet kan, omdat hij al iets anders heeft afgesproken.
Johan loopt teleurgesteld weg.