Cette leçon contient 26 diapositives, avec diapositives de texte et 4 vidéos.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
§4.3 Ongelijkheid in arme en rijke landen
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen
Als je klaar bent met deze paragraaf dan weet je het verschil tussen sociale ongelijkheid en ruimtelijke ongelijkheid.
Als je klaar bent met deze paragraaf dan kun je het verschil tussen de formele sector en de informele sector uitleggen.
Als je klaar bent met deze paragraaf dan kun je verklaringen geven voor sociale ongelijkheid en ruimtelijke ongelijkheid in landen.
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Vidéo
Sociale ongelijkheid
Sociale ongelijkheid: De grote verschillen tussen arm en rijk in een groep mensen.
In ontwikkelingslanden heb je vaak een klein groepje mensen die schatrijk zijn, terwijl het grootste deel van de bevolking straatarm is.
Slide 4 - Diapositive
Basisvoorziening:
gezondheidszorg
schoon drinkwater
onderwijs
onderdak
Slide 5 - Diapositive
Sociale ongelijkheid
De rijkdom in de Verenigde Staten is oneerlijk verdeeld.
Van iedere 100 dollar in de VS krijgt 90% van de bevolking 17 dollar.
De rest van het geld gaat naar de rijken en superrijken.
Deze grote verschillen noem je sociale ongelijkheid.
Alleen kijken naar het BBP/hoofd heeft dus nadelen, want het zegt niets over de verschillen binnen in een land!
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Vidéo
Regionale ongelijkheid
Wanneer er tussen gebieden grote verschillen in welvaart en welzijn zijn.
- Tussen landen
- binnen één land
- zelfs binnen een stad
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Regionale ongelijkheid in Mexico
Waar staan de letters A, B en C voor?
A = Centrum
B = Semi-periferie
C = Periferie
Deze verdeling in arm en rijk kun je ook vaak terug vinden binnen landen.
Dit heet: regionale ongelijkheid
Wat is het gevolg?
Mensen trekken in arme landen van arme gebieden naar de rijkere gebieden in het land. Dus van C naar A of B en van B naar A.
Slide 10 - Diapositive
H4: Arm en Rijk
4.3 Ongelijkheid in arme landen
bruto regionaal product per hoofd (brp/hoofd)
Het gemiddelde inkomen per hoofd/persoon
binnen een regio.
Slide 11 - Diapositive
H4: Arm en Rijk
4.3 Ongelijkheid in arme landen
bruto binnenlands product per hoofd (bbp/hoofd)
Slide 12 - Diapositive
Formele sector:
Het officiële deel van de economie.
Informele sector:
Het niet-officiële deel van de economie, ook wel scharreleconomie genoemd.
De opbrengst van de informele sector wordt NIETmeegerekend in het bbp/hoofd. Hierdoor is het bbp/hoofd veel lager in arme landen waar de informele sector een grote rol speelt.
Slide 13 - Diapositive
Kenmerken formele sector:
telt mee voor het BBP
belasting betalen
vast inkomen
wel uitkering bij ziekte
Kenmerken informele sector:
niets officieel genoteerd
geen belasting betalen
wisselende inkomsten
geen uitkering bij ziekte
Slide 14 - Diapositive
opdrachten maken
Maak alle opdrachten van paragraaf: Ongelijkheid in arme en rijke landen.
H4 par. 4.3 werkboek blz. 158
Slide 15 - Diapositive
0
Slide 16 - Vidéo
§4.3 Ongelijkheid in arme en rijke landen
Welkom!
Lees P3 op blz. 98
Slide 17 - Diapositive
Leerdoelen
- Je weet wat het verschil is tussen sociale ongelijkheid en regionale ongelijkheid en de formele en informele sector.
- Je begrijpt dat het bbp/hoofd als gemiddeld getal nadelen heeft.
- Je kunt op een kaart gebieden indelen naar welvaart.
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Vidéo
5 schaalniveaus
Mondiaal schaalniveau De hele wereld
Continentaal schaalniveau Een werelddeel
Nationaal schaalniveau Een land
Regionaal schaalniveau Een gebied
Lokaal schaalniveau Een plaats
Niveau waarop je een verschijnsel bekijkt
Slide 20 - Diapositive
Mondiaal
Schaalniveau= mondiaal (de wereld)
Afrika is grotendeels periferie
Europa is het centrum
Slide 21 - Diapositive
Continentaal
Schaalniveau= continentaal (in dit geval Europa)
West-Europa is veel rijker en dus centrum van Europa
Slide 22 - Diapositive
Nationaal
Schaalniveau=nationaal (in dit geval Nederland)
Randstad (grote steden) meer inkomsten
Randstad centrum van NL
Slide 23 - Diapositive
Regionaal
Schaalniveau= regionaal (in dit geval provincie Groningen)
Verschillen tussen gemeentes
Slide 24 - Diapositive
Lokaal
Schaalniveau=lokaal (in dit geval de stad Groningen)
Verschillen tussen wijken
Slide 25 - Diapositive
opdrachten maken
Maak het werkblad over schaalniveaus.
maken opdrachten: Ongelijkheid in arme en rijke landen.