paragraaf 3.1: klimaat

lesdoelen:
  • Je kunt uitleggen waarom Chili een unieke ligging heeft;
  • Je weet welke factoren van invloed zijn op het klimaat van Chili;
  • Je weet welke klimaten Chili heeft (en waar ze voorkomen)
  • Je kunt het natuurverschijnsel El Niño beschrijven en uitleggen hoe het ontstaat.

1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 26 diapositives, avec diapositives de texte et 7 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

lesdoelen:
  • Je kunt uitleggen waarom Chili een unieke ligging heeft;
  • Je weet welke factoren van invloed zijn op het klimaat van Chili;
  • Je weet welke klimaten Chili heeft (en waar ze voorkomen)
  • Je kunt het natuurverschijnsel El Niño beschrijven en uitleggen hoe het ontstaat.

Slide 1 - Diapositive

1a. Chili is een uitgestrekt land en smal
1b. Chili heeft een unieke ligging in 2 verschillende luchtstreken: gematigde en tropen

Slide 2 - Diapositive

1c. De grens tussen de twee luchtstreken wordt bepaald door de 18 graden isotherm v.d. koudste maand.

Slide 3 - Diapositive

Klimaten lopen vaak evenwijdig aan de breedtegraden (breedtecirkels)

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Slide 6 - Vidéo

Slide 7 - Diapositive

OPGAVE 2
2b.De loodrechte zonnestand beweegt zich tussen deze twee breedtecirkels.

2c. In december, januari en februari is het zomer in Chili (warmste maanden) omdat de zon dan loodrecht boven het ZH staat (steenbokskeerkring)

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

5 Klimaatfactoren (ook wel temperatuuractoren genoemd B47) bepalen het klimaat:
  • breedteligging
  • land-zeeverdeling
  • hoogteligging
  • ligging van gebergte
  • wind-en zeestromen

Slide 11 - Diapositive

Opgave 3
temperatuurfactoren
3a. Hoge luchtdruk is geen klimaatfactor.

3b. Bij hoge luchtdruk daalt de lucht, waardoor de lucht langzaam warmer wordt en meer vocht vasthoudt.

3c. De Atacamawoestijn is het gevolg van het hoge luchtdrukgebied.

Slide 12 - Diapositive

geografische breedteligging
Algemene regel:
Hoe verder van de evenaar hoe kouder het is. 

 Dit komt doordat:
 1. Zonnestralen warmteverliezen naarmate ze langer onderweg zijn. 
2. De zonnestralen op hogere breedte een groter oppervlak moeten verwarmen.

Slide 13 - Diapositive

Ligging t.o.v. de zee
algemene regel: zeewater warmt minder snel op en koelt minder snel af dan land.

  • Wind van zee is in de winter warmer
  • Wind van zee is in de zomer koeler

  • Een windje van zee neemt regen mee! (hoe verder van zee, hoe minder neerslag).

Slide 14 - Diapositive


Hoogteligging
  • hoe hoger hoe kouder
  • per 1000m stijging, wordt   temperatuur 6°C kouder
  • de hoogteligging bepaalt de   plantengroei in de bergen: 
     zie 


Hoe hoger op een berg, hoe kouder en dus hoe minder begroeiing.

De boomgrens (: punt waarop het te koud wordt voor bomen) ligt in de Alpen ongeveer op 1800 meter.

Slide 15 - Diapositive

Met welke klimaatfactor verklaar je nu het voorkomen van het hogedrukgebied?
Waardoor de droogste plek op aarde: de Atacamawoestijn zich hier bevindt?

Slide 16 - Diapositive

Ligging van gebergte
Algemene regel:
Wind van zee neemt waterdamp mee, bij het gebergte stijgt de lucht, koelt af, waterdamp condenseert en dat geeft neerslag. (loefzijde)

Als de lucht is afgekoeld gaat hij dalen en de lucht wordt warmer waardoor hij waterdamp vasthoudt, het blijft droog.

Slide 17 - Diapositive

Zee-en windstromen
warme zeestromen zorgen boven land voor:
  • verwarmend effect
  • meer verdamping, dus meer neerslag.
Koude zeestromen zorgen boven land voor:
-verkoelend effect
-minder waterdamp, dus droogte.

Slide 18 - Diapositive

Opgave 5: droogte in Chili
Deze droogte wordt veroorzaakt door twee klimaatfactoren:
Zeestromen: de koude (Humboldt)stroom zorgt dat er weinig verdamping is.

De ligging van het andesgebergte  zorgt er voor dat de lucht aan de westzijde daalt.

Slide 19 - Diapositive

opgave 6a en 6b: GB 55e druk kaart 244 laat zeestromen zien.
De Humboldtstroom gaat richting het noorden

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

opgave 7: klimaten in Zuid-Amerika
tropisch regenwoudklimaat
en 
gematigd klimaat

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo

Slide 24 - Vidéo

Slide 25 - Vidéo

Verschillen in een El Nino jaar met de normale situatie
  • de windrichting
  • Temperatuur
  • Luchtdrukgebieden zijn tijdens El Nino anders dan in een normale situatie.
  • De hoeveelheid neerslag

Slide 26 - Diapositive