Elektriciteit en Schakelingen

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Elektriciteit en Schakelingen

Module Elektriciteit

Doelen:

1. Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen een spanningsmeter en een stroommeter.

2. Je kunt een spanning- en stroommeter op de juiste manier aansluiten.

3. Je kunt zelf de benodigde informatie verzamelen door gebruik te maken van verschillende informatiebronnen.

Planning

1. Bespreken doelen
2. Wat weten we nog van de vorige les?
3. Nieuwe stof: Stroom- en spanningsmeters aansluiten, combimeters instellen/aansluiten
4. Aan de slag
5. Evalueren

Een serieschakeling is een schakeling...

1. met vertakkingen
2. zonder vertakkingen
3. op Netflix

in een parallelschakeling

1. is de stroom overal even groot
2. is er geen stroom
3. wordt de stroom verbruikt
4. verdeelt zich over de vertakkingen

In een serieschakeling is...

1. de spanning overal gelijk
2. de spanning gelijk verdeeld
3. de stroomsterkte verdeeld
4. de stroomsterkte overal gelijk

Is het een serieschakeling of een parallelschakeling?

1. Serie
2. Parallel
3. Geen van beide
4. Beide

Is dit een serieschakeling of een parallelschakeling?

1. serieschakeling
2. parallelschakeling

Wat is het verschil tussen de symbolen U en A?

Spanning en Stroomsterkte

Spanning

Op een apparaat staat een spanning.

Zegt iets over hoeveel elektrische energie er beschikbaar is. 
Dit is de pompkracht wat er voor zorgt dat een apparaat werkt.

grootheid	symbool	eenheid	symbool
spanning

Spanning meten

       Spanning meten we met een Voltmeter (spanningsmeter)

       

           Symbool:

  

Stroomsterkte

Tussen de spanningsbron en het apparaat loopt er een stroom.

grootheid	symbool	eenheid	symbool
stroomsterkte

Stroom meten

- Stroomsterkte meten we met een ampèremeter (stroommeter)

      Symbool:

Spanning meten

De spanning meet je met een (spanning/volt)meter

Eenheid van spanning is volt.

Wat is de spanning van deze batterij?

Wat is de spanning van deze batterij?

Teken een schakeling en neem daarin op:

1. Drie lampjes parallel aan elkaar geschakeld.
2. Een schakelaar die lampje 2 en 3 aan/uit kan zetten.
3. Een schakelaar die alle drie de lampjes aan/uit kan zetten.
4. Een spanningsmeter die de spanning over lampje 3 meet.
5. Een stroommeter die de stroom door lampje 1 meet.

Aan de slag. Start met:

Voorbereidingsopdracht	Groep
1	1, 8
2	2, 9
3	3, 10
4	4, 11
5	5, 12
6	6, 13
7	7, 14

Aan slag

1. Lees de opdracht goed.
2. Zoek de bijbehorende theorie op en lees/bekijk dit aandachtig. Maak notities.
3. Sla de link en notities op in een Word bestand.
4. Snap je de theorie? Teken dan eerst een schakelschema en laat deze goedkeuren. Let op:
5. Pak de meetspullen die je nodig hebt en voer de proef uit.

Evalueren

5 min

Meetinstrument

(Waarmee je meet)

Grootheid

(Wat je meet)

Eenheid

(Waarin je meet)

Spanningsmeter

Spanning

Volt

Spanningsmeter

Draad

Stroomsterktemeter

Spanningsbron

Lamp

Schakelaar

Koppel de juiste naam en de manier waarop je die aansluit, aan de symbolen.

spanningsmeter

stroommeter

Serie

Parallel

spanningsmeter

stroommeter