Gesprekken voeren

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 3

GESPREKKEN VOEREN

Doelen vandaag

• Je krijgt informatie over het examen gesprekken voeren.
• Je krijgt informatie over de inhoud van examen gesprekken voeren.
• Je krijgt informatie over de beoordeling.
• Je leert de theorie omtrent gesprekstechnieken en past deze toe in de oefeningen. 

GESPREKSTECHNIEKEN

WAAR DENK JE DAN AAN?

Een gesprek goed laten verlopen,
wat komt daarbij kijken?

 Dit zijn de gespreksregels:

• Gebruik beleefde taal en pas je taalgebruik aan de situatie aan
• Laat elkaar uitpraten
• Neem op gepaste wijze de beurt
• Blijf bij het onderwerp dus begin niet zomaar over een ander onderwerp
• Ga in op wat je partner zegt

Communiceren:

1. Knikken
2. Spreken
3. Gezichtsuitdrukking
4. Appen

Goed gesprek = luisteren

Actief luisteren 

Samenvatten 

Doorvragen 

Hoe kun je laten merken
dat je actief luistert?

ACTIEF LUISTEREN
= BETROKKEN ZIJN

- afsluiten voor andere dingen, de rust om te luisteren

- lichaamstaal (zithouding, oogcontact, rust) 

- knikje, 'mimiek'

- luistergeluiden [hmhm]

- de ander laten uitpraten

- samenvatten / doorvragen

Vragen stellen= betrokken zijn

- open vragen                              (Wat heb je gisteren gedaan?)

- reflecterende vragen             (Wat verwacht je ervan?)

- indirecte vragen                       (Ik zou willen weten of je mee gaat)

- gesloten vragen                       (Heb je een computer bij je?)

- suggestieve vragen                (Dat vind jij toch ook niet leuk?)

- directe vragen                           (Ben je blij met je studiekeuze?)

Het examen gesprekken voeren 1

• Het examen is een dialoog. 
• Het examen is een dialoog, maar het initiatief ligt bij jou!
• Het gesprek moet 10-15 minuten duren: 3F

Het examen gesprekken voeren: de opdracht

HOE ZIET DE OPDRACHT ERUIT?

- Examen bestaat uit één opdracht:

-  Je voert een overleg met twee (of éen) medekandidaten. 

- 15 minuten om dit overleg zelfstandig voor te bereiden. 

- Je leest de informatie van de examenopdracht en jouw input voor het overleg.

- De medekandidaten hebben eigen input met andere informatie.

- Tijdens het voorbereiden mag je aantekeningen maken bij de input die je hebt gekregen.

-  Deze aantekeningen mag je meenemen naar het overleg. 

- Tijdens het voorbereiden mag je niet overleggen met de medekandidaten.

De beoordeling

De beoordelaars letten op:

• Beurten nemen:
• Bijdragen aan samenhang:
• Afstemming op doel:
• Woordenschat en woordgebruik:
• Vloeiendheid en verstaanbaarheid

Wat heb je geleerd?
Wat wil je nog leren of is onduidelijk?