1.3 De Russische revolutie

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

1.3 De Russische revolutie

Wat ga je leren deze les?

•Wie of wat is een Revolutie?

•Leerlingen kunnen uitleggen wat de situatie was in Rusland rond 1917 en waarom Tsaar Nicolaas II aftrad.

•Leerlingen kunnen uitleggen wat de volgende begrippen betekenen: Februari- revolutie, Bureaucratie, Eenpartijstaat, Witte leger, Rode leger, Oktober-revolutie, Sovjet’s en Doema.

•Leerlingen kunnen uitleggen wie Lenin is.

•Leerlingen kunnen uitleggen wat Communisme is.

•Leerlingen kunnen uitleggen wat we bedoelen met de naam Sovjet-Unie.

Wat is een revolutie?

•Definitie: Plotselinge en vaak onverwachte bestuursomwenteling op politiek, economisch en sociaal vlak die vaak samen gaat met geweld.

Met andere woorden; een groepering probeert op een radicale manier aan de macht te komen.

Rusland voor 1917

*Geen democratie

*Rijk aan  grondstoffen (olie,steenkool, ijzererts)

*Grootste staat ter wereld

*Tsarenrijk tot aan 1917 

*Bevolking arm en achterlijk

Tsaar Nicolaas II

•Heerser van een veelvolkeren staat.

•Tsaar en adel maken dienst uit in
Rusland waar bureaucratie erg hoog is.

•Kritiek uiten gevaarlijk -->
geheime dienst.

•Rusland kende slechte economie,
volk was arm en kende geen eenheid.

•Volk voor 80% boer

•Industrialisatie laat op gang.

Februari revolutie

•1905 start bloedige opstand.

•Tsaar kon situatie redden door Doema
(parlement) in te stellen.

•Opstand/onrust -->Tsaar slaat dit neer.

•1916/1917 voedseltekort door strenge winter.

•Februari 1917 (Februari- revolutie)
stakingen/demonstraties in St. Petersburg.

•Volk verzet zich, eisten brood -->plunderen

Februari-revolutie (2)

•Sovjet groep o.l.v. Lenin groeide doordat ze verandering wilde, leidde de opstand.

•Tsaar kon situatie niet meer houden, trad af!

ER KOMT EEN VOORLOPIGE REGERING

-->Rusland wordt republiek, Doema de macht in handen.

Oktober-revolutie

•Chaos in Rusland na Februari revolutie.

•Soldaten Tsaar sloten zich aan bij

communisten.

•Communisten kregen meer macht,

maakte eind aan de februari revolutie.

•Staatsgreep oktober 1917 O.L.V. Lenin.

•Regering afgezet, Communisten
bezetten overheidsgebouwen.

•Rusland wordt  een eenpartijstaat.

                                                                               Communisten bestormen overheidsgebouw, Moskou, 1917

Rusland onder Lenin

•Oktober 1917 aan de macht gekomen.

•Lenin was leider van de Communisten.

•Hij was geïnspireerd door Karl Marx en
Friedrich Engels -->grondleggers Communisme -->
Communistisch manifest 1848

•Karl Marx was bedenker van het Marxisme.

• Doel: Wereldrevolutie op gang brengen waarin de

arbeiders zich verzetten tegen het groeiende kapitalisme.

Marxisme

•Grondlegger Karl Marx.

Theorie:  bevolking bestaat uit 3 soorten groepen:

1.Adel --> rijke families die veel
macht/grond bezitten.

2.Fabriekseigenaren/aandeelhouders -->
rijk geworden door bezit en handel.

3.Arbeiders --> grootste groep die weinig rechten en bezit hebben. vaak zijn deze mensen arm.

Conclusie: marxisme: Arbeiders worden uitgebuit!

Het marxisme gelooft dat er een revolutie zal plaatsvinden waarbij het
volk de macht over zal nemen van de adel en aandeelhouders. Dan kan het
uiteindelijke ideaal; de staatloze klasseloze maatschappij ontstaan.

Wat is communisme?

Definitie: Politieke stroming die is bedacht door Karl Marx en Friedrich Engels waarbij de staat bepaald (1 politieke partij) en alles eigendom is van de staat. Iedereen is gelijk en heeft gelijke rechten. Niemand heeft eigen bezit! 

Symbool van het communisme. De hamer en de sikkel staan voor de arbeiders en de boeren die zich verzetten tegen de kapitalisten en grootgrondbezitters

Burgeroorlog 1917

Witte leger = aanhangers Tsaar Nicolaas II

Rode leger = aanhangers communisten o.l.v. Lenin.

-Boerenopstanden--> Chaos, veel geweld, hongersnood.

-Nieuwe staten als Polen en Georgië

-1921 burgeroorlog ten einde, Rode leger won.

-1922 Communisten roepen nieuwe staat Sovjet-Unie uit.

-Tot 1991 bleef het Communisme en de Sovjet-Unie bestaan.