Leren leren (RTTI leervragen) week 12

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Leren Leren Mindmappen en andere leertechnieken - RTTI in toetsen

Leerdoelen 

1. Je weet wat RTTI inhoudt;
2. Je kan goede vragen bij een leertekst bedenken; 
3. Je kan de kern uit een zaakvaktekst halen;
4. Je kan een zaakvaktekst leren door middel van vragen  stellen/mindmap/ cornel-schema

Weektaak week 12

M. leervragen bij tekst 5.3 van Geschiedenis 

Wat weet je nog?

Welke vraagwoorden
kun je gebruiken
om leervragen te formuleren?

Welke vraag is een reproductievraag?

1. In welk jaar kwam Maarten Luther terug van een reis naar Rome?
2. Waarom had Maarten Luther kritiek op de katholieke kerk?
3. Hoe gingen de machthebbers om met de kritiek van Maarten Luther?
4. Welke strijd ontstond er tussen katholieken en protestanten?

Wat is een toepassing 1 (T1-)vraag?

1. Wanner kwam Luther terug uit Rome?
2. Wie ontdekte in 1492 Amerika?
3. Wat begonnen de Portugezen in 1498?
4. In ... kwam Luterh terug van zijn reis naar ...

Welke vraag is een toepassing 2 (T2-) vraag?

1. Wat schreef Luther in 1517 aan een bisschop?
2. Let in eigen woorden uit waarom Luther zich van de katholieke kerk wilde afscheiden.
3. Welke kritiek had Luther op de katholieke kerk?
4. Wat is reliigie?

Wat is een inzichtvraag (I)?

1. Wat is calvinisme?
2. In welk jaar ontdekte Columbus Amerika?
3. Wanneer is de tijd van regenten en vorsten?
4. Verklaar hoe komt het dat in de tijd van regenten en vorsten veel mensen in de republiek konden lezen?

Welk onderdeel is het makkelijkst te leren?

1. creëren
2. toepassen
3. begrijpen
4. onthouden

In dit schema zie je de verschillende onderdelen van de piramide naast elkaar. 

HOe verder naar rechts wordt ook wel hoger orde denken genoemd.

Welk soort vragen zijn volgens jou het moeilijkst op een toets?

1. hogere orde vragen
2. lagere orde vragen

5.3 Nederland migratieland 

Zuid-Nederlandse vluchtelingen

In de Republiek (Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden) was vanaf het eind van de 16e eeuw een bloeiende economie: het ging heel goed met de landbouw, handel en nijverheid. Vooral de Hollandse en Zeeuwse steden konden door hun verbinding met de Noordzee volop handeldrijven met andere landen. Ze hadden weinig last van de oorlog met Spanje die vooral in het zuiden werd uitgevochten.

Formuleer een Reproductievraag (onthoudvraag)

Formuleer een T1 vraag over de 1e alinea van Zuid-Nederlandse vluchtelingen. Gebruik daarvoor wie, of welke.

(Vervolg) Zuid-Nederlandse vluchtelingen

De Spaanse koning heerste nog over de Zuidelijke Nederlanden (tegenwoordig België en Luxemburg). Door deze overheersing (heerschappij) vluchtten meer dan 100.000 Zuid-Nederlanders tussen 1572 en 1630 naar de Republiek. Velen vluchtten omdat ze protestants waren, terwijl anderen vluchtten voor oorlogsgeweld. 

Formuleer een reproductievraag waarin je wie of wanneer gebruikt.

Formuleer een T2-vraag en gebruik daarin waarom of waardoor.

Opdracht 

Formuleer bij de leertekst 'Veel werk' (van paragraaf 5.3) leervragen. Probeer reproductie (onthoudvragen) af te wisselen  met toepassingsvragen. Vergeet niet om de antwoorden achter je vraag te zetten.

Formuleer bij bron 13 en 14 een T2-vraag.

Wat is RTTI?

1. reproductie, training, toepassen, inzicht
2. reproduceren, toepassen, inzicht
3. reproductie, toepassing 1, toepassing 2, inzicht
4. reproductie, training, toezicht, inzicht

Vooruitblik

Leren leren Keuzeles 25

Voorbereiden op toetsen