Les 6 spelling 1F+ 1E

Nederlands
Spelling
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Nederlands
Spelling

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel
Je leert de persoonsvorm van zwakke werkwoorden in de verleden tijd spellen.

Slide 2 - Diapositive

Huiswerk controle
Opdracht 5 t/m 7

Slide 3 - Diapositive

Nakijken 
Opdracht 5 t/m 7

(blz.253)

Slide 4 - Diapositive

Wat weet je nog?

Slide 5 - Diapositive

werkwoordspelling
Verleden tijd 

Slide 6 - Diapositive

Werkwoorden
Sterke werkwoorden - zwakke werkwoorden.


Slide 7 - Diapositive

Sterke werkwoorden

Slide 8 - Carte mentale

Zwakke werkwoorden

Slide 9 - Carte mentale

Sterke werkwoorden

Klankveranderend

Lopen
Slapen
Kopen
Liggen
Begrijpen
Zwakke werkwoorden

Klankvast

Werken
Fietsen
Regenen
Ophalen
Leren

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Slide 12 - Vidéo

Vervoegen vt
Bij het vervoegen van zwakke werkwoorden gebruik je;

't ex-kofschip.

Eindigt de stam op een van de medeklinkers uit dit woord, 
dan +te(n).
Zo niet, dan +de(n).

Slide 13 - Diapositive

Zet de werkwoorden in de verleden tijd:
Ik kook de aardappeltjes gaar.

Slide 14 - Question ouverte

Zet de zin in de verleden tijd:
De vogels zweven in de lucht.

Slide 15 - Question ouverte

Kies de juiste pv in de vt?
Tijdens de wedstrijd .... veel supporters voortdurend.
A
gaapte
B
gaapten

Slide 16 - Quiz

Kies de juiste pv in de vt
Maria en Alexander .... de tango.
A
danste
B
dansten

Slide 17 - Quiz

Aan de slag 
Opdracht 1 en 2 maken (blz.254)

Slide 18 - Diapositive