Reading 2013-2 text 4,7,8

Engels
havo 2013-2
tekst 4, 7 en 8
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Engels
havo 2013-2
tekst 4, 7 en 8

Slide 1 - Diapositive

Tekst 4
11. Which of the following
fits the gap in paragraph 2?

Slide 2 - Diapositive

11. Which of the following fits the gap in paragraph 2?
A
However
B
Indeed
C
Instead
D
Moreover

Slide 3 - Quiz

Tekst 4
12. How does paragraph 4 
relate to paragraph 3? 

Slide 4 - Diapositive


A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 5 - Quiz

Tekst 4

Slide 6 - Diapositive

13. Geef van elk van de volgende beweringen aan of deze juist of onjuist is volgens de tekst. Sleep ze naar de juiste box.
juist
onjuist
1. De resultaten van het onderzoek kloppen alleen als men ervan uitgaat dat de gemiddelde levensverwachting niet meer zal stijgen. 
2. Op grote hoogten gaan klokken kapot. 
3. Mensen die in hoge flats wonen, krijgen vaker last van ouderdomskwaaltjes dan mensen die in laagbouw wonen. 
4. De gebruikte atoomklokken zijn heel nauwkeurig. 

Slide 7 - Question de remorquage

tekst 7

Slide 8 - Diapositive

25. Geef van elk van de volgende beweringen aan of deze juist of onjuist is op basis van de tekst. Sleep ze naar de juiste box.
juist
onjuist
1. American post office workers tend to be impolite and unhelpful towards customers. 
2. British post offices provide many time-consuming services that are unrelated to postal business. 
3. Post offices in America spend too much of their budget on promotional activities. 
4. The American postal services are a commercially-run enterprise. 

Slide 9 - Question de remorquage

26. Welke van de volgende citaten zijn ironisch bedoeld? Kies een van de juiste antwoorden.
A
"It's in ... ought to." (r. 3-4)
B
"The counter ... peel open." (r. 7-9)
C
"that make ... exact change" (r. 12-15)
D
"but rather ... Bill Bubba" (r. 28-31)

Slide 10 - Quiz

tekst 8
27. Which of the following
fits the gap in the first letter?

Slide 11 - Diapositive

27. Which of the following fits the gap in the first letter?
A
change
B
disregard
C
fit into
D
revolt against

Slide 12 - Quiz

tekst 8
28. Which of the following fits
the gap in the second letter?

Slide 13 - Diapositive

28. Which of the following fits the gap in the second letter?
A
Accepting
B
Exploiting
C
Maintaining
D
Resolving

Slide 14 - Quiz


A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 15 - Quiz