Werkwoorden TT en VT - les 2

Werkwoorden
TT en VT
Les 2
Werkwoordspelling
Leg je wisbordje en stift klaar
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsBasisschoolGroep 8

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Werkwoorden
TT en VT
Les 2
Werkwoordspelling
Leg je wisbordje en stift klaar

Slide 1 - Diapositive

Wat heb je nodig?

Slide 2 - Diapositive

Oefenen
(wandelen) vt De kinderen....door het bos.

(stappen) vt Gisteren.....Jip in de modder.

(regelen) tt Melle....het zonder problemen.

(melden) tt .... je maar gewoon aan met het formulier.

Slide 3 - Diapositive

Even oefenen
WW
verdienen
grijpen
duiken
Ik (tt)
Hij (tt)
Ik (vt)
Hij (vt)

Slide 4 - Diapositive

ruiken (VT)
Jim .... aan het toetje.

Slide 5 - Question ouverte

verzinnen (VT)
De klas ......... een leuk spel.

Slide 6 - Question ouverte

reizen (VT)
Mijn opa en oma .........
graag door Europa.

Slide 7 - Question ouverte

worden (TT)
Mijn hond .... graag geaaid.

Slide 8 - Question ouverte

Genezen (VT)
Mijn oom .... volledig na zijn skiongeluk.

Slide 9 - Question ouverte

Lachen (VT)
Het publiek .... zich rot bij die voorstelling gisteren

Slide 10 - Question ouverte

Mijn leerproces
Ik ben het net aan het leren
Ik oefen het
Ik kan het bijna
Ik kan het

Slide 11 - Sondage