4.1 Biodiversiteit

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

WELKOM 

Welkom bij 

Biologie 

Mevr. 

1C

Donderdag 8 februari 2024

Lesprogramma

• Spullen controle 
• Les
• Opdrachten maken
• Huiswerk volgende les noteren in agenda 
• Afsluiten 

Wat gaan we deze les doen?

Thema 4. Biodiversiteit

4.1 Dieren

Leerdoelen

• Je kunt kenmerken noemen en omschrijven waarmee dieren worden geordend.
• Je kunt het dierenrijk indelen op basis van uiterlijk en skelet.
• Je kunt kenmerken noemen en omschrijven waarmee dieren worden geordend.
• Je kunt de gewervelde dieren indelen in vijf groepen.
• Je kunt kenmerken noemen en omschrijven waarmee dieren worden geordend.
• Je kunt de geleedpotige dieren indelen in vier klassen.

Waar let je op bij het ordenen van organismen?

1. Celkenmerken
2. Alleen de kleur van de vacht
3. Het geluid dat een dier maakt
4. Aantal poten

Celkenmerken

Wat is ordenen?

1. zorgen dat het stil is, orde houden
2. orders maken voor verzending
3. de verschillen zoeken
4. verdelen in groepen met dezelfde kenmerken

Bij ordening verdeel je de organismen in

1. 4 rijken
2. 4 soorten
3. 4 afdelingen
4. 4 rassen

Dieren

stammen zijn geordend op: 

skelet:

geen skelet

inwendig skelet

uitwendig skelet

Er zijn 3 verschillende type dieren:

1. Dieren die geen skelet hebben.
   
2. Dieren met een skelet aan de buitenkant = uitwendig skelet. 
3. Dieren met een skelet aan de binnenkant = inwendig skelet.

Inwendig skelet

Een inwendig skelet zit aan de binnenkant van een lichaam, mensen hebben een inwendig skelet. 

Uitwendig skelet 

Bij een uitwendig skelet zit het skelet aan de buitenkant van het organisme. 

Geen skelet

Skelet:

geeft stevigheid en bescherming

Inwendig skelet:

aan de binnenkant van het lichaam

Uitwendig skelet:

buitenkant van het lichaam

wervelkolom:

Skelet:

geeft stevigheid en bescherming

Inwendig skelet:

aan de binnenkant van het lichaam

Uitwendig skelet:

aan de buitenkant van het lichaam

Gewervelden

• Inwendig skelet --> wervelkolom
  

Gewervelden = hebben een wervelkolom 

GEWERVELDEN

5 groepen gewervelde dieren!

1. Vissen

2. Amfibieën

3. reptielen

4. vogels

5. zoogdieren

Vissen

• Huid is bedekt met schubben
• Koudbloedig
• Ademhaling via de kieuwen
• Voortplanting: eieren zonder schaal
• Milieu: Water
  

Amfibieën

• Huid bedekt met slijm
• Koudbloedig
• Ademhaling: jonge dieren huid en kieuwen, volwassen dieren huid en longen
• Voortplanting: Eieren zonder schaal
• Milieu: water en land
  

Reptielen

• Huid bedekt met droge schubben
• Koudbloedig
• Ademhaling via longen
• Voortplanting: eieren met een leerachtige schaal
• Milieu: op het land
  

Vogels

• Huid bedekt met veren
• Warmbloedig
• Ademhaling via longen
• Voortplanting: eieren met kalkschaal
• Milieu: land/lucht
  

Zoogdieren

• Huid bedekt met haren
• Warmbloedig
• Ademhaling via longen
• Voortplanting: levendbarend
• Milieu: land
  

Geleedpotigen

Kenmerken van geleedpotigen

De meeste diersoorten op aarde behoren tot de geleedpotigen. Deze dieren heten geleedpotigen, omdat hun poten uit meerdere stukjes bestaan. Deze stukjes heten leden. Kijk maar eens naar de poten van een kever, krab of spin.

Pantser als uitwendig skelet

Lichaam bestaat uit segmenten

Veelpotige

Kreeftachtige

Spinachtige

Insect

Nu maken:

Opdrachten (werkboek) 4.2

Huiswerk 

Schrijf mee in je agenda!

Donderdag 15 februari:

Bio: Maken opdrachten blz 76 t/m blz 79. 4.2 dieren.