Vliegeren

Vliegeren
1 / 44
suivant
Slide 1: Diapositive
Kunstzinnige oriëntatieBasisschoolGroep 7

Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Vliegeren

Slide 1 - Diapositive

Geschiedenis
Oorsprong van het vliegeren
De eerste officiële vlieger duikt op rond 400 voor Christus in China, maar er zijn aanwijzingen dat daar
reeds 600 jaar eerder de vlieger is uitgevonden. In China waren toen al zijde en bamboe in ruime
mate beschikbaar. Het ideale materiaal voor een goede vlieger. Met onder andere de handelsreizen
van Marco Polo belandt de vlieger rond de tijd van de Middeleeuwen in West-Europa.
De eerste afbeelding van de traditionele kruisvlieger dateert van 1618 en is gemaakt in Middelburg.
Sindsdien is de vlieger niet meer weg te denken en is op diverse afbeeldingen uit West-Europese
landen te zien, met name als speelgoed.
In de loop van de tijd krijgt de vlieger steeds meer andere toepassingen dan speelgoed. Zo wordt
in 1749 een vlieger voor het eerst gebruikt voor het doen van meteorologische waarnemingen. En kon
Benjamin Franklin met zijn vlieger aantonen dat onweer een elektrisch verschijnsel is. In de 19e
eeuw werden toepassingen van de vlieger onderzocht om paarden te vervangen bij het voorttrekken
van de koets en of boot. Zo op het oog gekke gedachtes, maar kijk eens naar het hedendaagse
buggyen en kijk eens naar de spinaker op een boot. Wat dachten we van het kite surfen?
Rond de 19e eeuwwisseling kwam men er al achter dat vliegers krachtig genoeg waren om mensen in
de lucht te kunnen hijsen, waarmee het 'man-lifting' wordt geïntroduceerd (Wikipedia, z.d.).
Kerndoel 54
De leerlingen leren beelden, taal, muziek, spel en beweging te gebruiken, om er gevoelens en
ervaringen mee uit te drukken en om er mee te communiceren. 

Slide 2 - Diapositive

Betekenisvolle onderwerpen en thema’s
De leerlingen maken voorwerpen (vliegers) waarin beeldende vorming en techniek samenkomen. 

Beeldaspecten
De volgende beeldaspecten komen binnen de context van de betekenisvolle onderwerpen aan de
orde:
- Ruimte: ruimte doorstekende vormen (constructies), ruimte inrichten (rekening houden met
maat), relatie interieur – exterieur.
- Ruimtesuggesties op het vlak: plaatsing van figuren op het vlak, vervagen van kleur, contour
en kleurcontrasten.
- Kleur: kleurnuances en kleurcontrasten, gevoelswaarde van kleuren (vrolijke, sombere, koele,
warme), betekenis van kleuren (symboliek, signaal), systematiek (kleurencirkel), kleur en
sfeer.
- Vorm: vormsoorten (geometrische en organische vormen), karakteristieke houding van
mensen en dieren.
- Textuur: verschillen in textuur (ruw, glad, zacht).
- Compositie: motieven voor decoratie, patronen (spiegelen, herhalen, roteren), opbouw,
ordening, evenwicht en betekenis.

Materiaal en techniek
De mogelijkheden van materiaal en techniek komen binnen de context van betekenisvolle
onderwerpen aan de orde. Hierbij is aandacht voor goed en veilig gebruik van materiaal en
gereedschap.
- Tekenen: tekenen met potlood, kleurpotlood, viltstift,
- Schilderen: beschilderen en versieren van werkstukken
- Werken met textiel: vormen knippen van textiel, weven, vlechten, omwikkelen en knopen met
draden en stroken van textiel
- Ruimtelijk construeren: werken met kosteloos materiaal, werken met constructiemateriaal,
constructie- en verbindingstechnieken met papier en kosteloos materiaal (lijmen met gebruik
van plakranden, inknippen en inschuiven, splitpennen en tape gebruiken), verbinden van hout,
metaal en kunststof.
Kerndoel 55
De leerlingen leren op eigen werk en dat van anderen te reflecteren.  

Slide 3 - Diapositive

 De kinderen nemen deel aan reflectiegesprekken.
- Ze bespreken hun plannen en hun ontwerp met elkaar en met de leraar.
- Ze bekijken elkaars presentaties en vergelijken de verschillende oplossingen die gekozen zijn
voor het vormgeven aan een idee.
- Ze vergelijken hun werk met de criteria van een gegeven of zelfgekozen opdracht.
- De kinderen vertellen hoe het werkproces is gelopen:
o Wat was je plan?
o Wat heb je gebruikt als inspiratiebron?
o Wat heb je onderzocht?
o Wat is er wel en wat is er niet gelukt?
- De kinderen geven hun mening over hun eigen product en werkproces en over dat van hun
groepsgenoten.
- Ze beargumenteren en onderbouwen hun mening en maken daarbij gebruik van hun kennis
en inzicht in muziek, dans, drama, beeldende vakken en taal.

Slide 4 - Diapositive

In dit filmpje worden verschillende vormen van vliegers getoond. Naar aanleiding van het filmpje vraag
ik de kinderen wat je zoal met een vlieger kunt doen (personen/ producten vervoeren); boodschap
overbrengen, (afschrikken of juist verblijden), sporten (kitesurfen)
In het kort geef ik de geschiedenis van het vliegeren weer. De kinderen vraag ik welk onderwerp uit de
geschiedenis hun het meest aanspreekt.

Slide 5 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Kijk eens goed naar deze vliegers. Welke lijkt het meest op een 'gewone' vlieger? Wat wijkt er af? 
(toevoegingen en versiering) 

Welke het minst? 
(sommige lijken op een vleermuis of vlinder) 
Kijk eens goed naar deze vliegers. Welke lijkt het meest op een 'gewone' vlieger? Wat wijkt er af?

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke lijkt het minst op een gewone vlieger? Waar lijken ze dan wel op?

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Diapositive

Beschrijf deze vliegers en hun verschillen eens. 
Welke zie je het beste? 
Welke bevalt jou het best? 
(vorm of kleur en versiering?) 

Wat was het ook al weer met symmetrie? 
Voor welke vlieger gaat dat niet op? 
Wat was het ook al weer met symmetrie?
Voor welke vlieger gaat dat niet op?

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Beschrijf deze vliegers en hun verschillen eens.
Welke zie je het beste?




Slide 11 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

Welke kleuren vlieger vallen het beste op tegen een blauwe lucht? 
In welk geval zou je blauw kiezen? 
(als je bijvoorbeeld een afbeelding tegen de achtergrond wilt laten vervallen) 

Waarom zie je de blauwe vlieger nog vrij goed? 
(licht-donker verschil) 
Welke kleuren vlieger vallen het beste op tegen een blauwe lucht?
In welk geval zou je blauw kiezen?

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom zie je de blauwe vlieger nog vrij goed?

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Hier zie je ook een lichtere kant van blauw. Zie je dat die bijna wegvalt? 
Op elke vlieger is met dezelfde kleur stift een patroon getekend. 
Wat valt je op? 
Hoe komt dat? 
(meer of minder kleurcontrast) 
Op elke vlieger is met dezelfde kleur stift een patroon getekend.
Wat valt je op? Hoe komt dat?

Slide 16 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

kleurcontrasten om rekening mee te houden


licht donker contrast
kleur kleurcontrast

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

licht donker contrast

Dit wordt ook wel aangeduid als het "gewone contrast". Het licht-donkercontrast ontstaat tussen twee kleuren, maar ook tussen verschillende nuances (of tonen) van één kleur.

Slide 18 - Diapositive

De lichtpaarse kleur in het midden is in beide blokken hetzelfde. In het bovenste blok lijkt het paars door het licht-donkercontrast veel lichter dan in het onderste blok.
kleur kleur contrast
Het eenvoudigste kleurcontrast ontstaat door de enkelvoudige kleuren met de grootste zuiverheid tegen elkaar aan te zetten. Het grootste kleurcontrast ontstaat door de primaire kleuren.

Slide 19 - Diapositive

primaire kleuren, 
traditioneel werden die gezien als rood, geel en blauw; in de wetenschappelijke leer als magenta, geel en cyaan

Slide 20 - Diapositive

In dit filmpje is te zien dat Indonesisch personeel van de Maatschappij Nederland in Amsterdam een
demonstratie geeft met zelfgemaakte vliegers.
De leerlingen worden uitgedaagd om goed te kijken naar het filmpje. Na het filmpje zullen de kinderen
een aantal vragen worden gesteld: 
Wat heb je gezien? (symmetrie) 
Waren alle vliegers symmetrisch?
(Nee, grotendeels wel symmetrisch) 

Slide 21 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

symmetrie
dit betekent dat beide kanten precies hetzelfde zijn

Slide 22 - Diapositive

Een vlieger moet 'symmetrisch' zijn.  Leg uit dat dit betekent dat beide kanten precies hetzelfde zijn.
Een hele eenvoudige manier om dat te bereiken is vouwen. Als je een vouw maakt en daarna een
vorm knipt, is die aan beide kanten hetzelfde. 
tip creatief proces
Om tot een ontwerp te komen is het belangrijk dat je op onderzoek uitgaat; neem de tijd om
eerst te proberen, voordat je iets definitief maakt

beoordelen, veranderen en dan kiezen voor beste
alternatief

Slide 23 - Diapositive

Met de vorm van de vlieger kun je van alles doen. Schets eerst met potlood een vorm op één helft.
Knip 'm daarna uit. Dat hoeft niet zo precies. Met de restjes kun je prachtige siervormen knippen. Of
een staart maken. Met kleuren viltstift kun je natuurlijk de mooiste fijne siervormen tekenen. Dat kan
symmetrisch maar kan ook anders. Probeer eerst wat siervormen uit op klad, zodat je weet hoe het
staat. Of schrijf een inspirerende tekst erop. Als mensen dat in de lucht zien, dan brengt dat glans aan
hun dag!

uitdaging
Maak een vlieger die opvalt qua kleur, vorm, grootte en/of
versiering. 
Kies hiervoor zelf de materialen uit.

Slide 24 - Diapositive

Het maken van de vlieger
Kunnen de kinderen een vlieger ontwerpen die er uitspringt qua kleur, vorm, grootte en versiering? En
kunnen de kinderen deze vlieger maken met de materialen die we hebben in het lokaal?
De leerlingen maken een vlieger en kiezen daarvoor hun eigen materialen. 

Als de leerlingen goed bij het materiaal kunnen loopt de les eigenlijk vanzelf. Het gaat erom dat ze
echt tot ontwerpen komen. Dat betekent dat ze de tijd nemen om te zoeken en uit te proberen, voordat
ze iets definitief maken. Belangrijk is dus om te benadrukken dat een ontwerper iets doet, dat rustig
beoordeelt, wat verandert....en zo door tot het beste alternatief kan worden gekozen. 
Zij kunnen kiezen voor het
maken van één van de voorbeelden en deze naar hun goed dunken versieren, maar durven zij ook
een stap verder te gaan en te experimenteren met de vorm van de vlieger. 
wat heb je nodig?
Materiaal op materialentafel: allerlei soorten verbruiksmateriaal gesorteerd in een aantal bakken

Materiaal in het lokaal aanwezig: gebruiksmaterialen 

Slide 25 - Diapositive

Materiaal op materialentafel
Allerlei soorten verbruiksmateriaal gesorteerd in een aantal bakken met daarin in ieder geval:
 Constructie papier, vellen A4 papier
 Draad, vliegertouw, pijpenragers
 Barbecue prikkers, (houten) pennen, bamboestokjes
 Kunststof, waaronder plastic zakken en kabelbinders
 Textiel, waaronder allerlei lappen stof met verschillende textuur

Materiaal in het lokaal aanwezig
Naast de materialen op de tafel zijn in ieder geval de volgende gebruiksmaterialen voor handen in het
lokaal:
 Scharen
 Linialen
 Kleurpotloden
 Viltstiften
 Penselen
 Verf
 Plakband, tape
 Lijm
 Nietmachine
 Perforator
3 showmodellen



1. Traditionele ruitvormige vlieger

Slide 26 - Diapositive

1. Traditionele ruitvormige vlieger
- Neem een stuk papier waar je de vorm van je vlieger van gaat maken. Als het niet anders kan, plak
dan vier stukken papier samen. Maar je moet ze wel op de goede manier aan elkaar plakken! Plak de
twee van de bovenkant samen, plak dan de twee aan de onderkant samen. Tenslotte plak je de
onderkant en de bovenkant aan elkaar, en zorg daarbij dat het precies op elkaar aansluit.
- Knip simpelweg de vierhoeken af om een ruitvorm te knippen van papier. Kijk naar het model
hieronder voor een goed idee van de proporties. De ruit moet een beetje zwaarder zijn aan de
onderkant – de twee linker- en rechterhoeken moeten ongeveer 7,5 tot 8 cm vanaf de top zitten.
- Bind twee stokken samen. Om zeker te weten dat ze op de juiste plek zitten, lijn je ze eerst uit met
het papier. Bind ze zo strak samen als mogelijk! Ze moeten zorgvuldig samengeknoopt worden en de
overtollige draad moet afgeknipt worden. Elk soort draad dat de stokken goed samenbindt voldoet.
Zolang het niet losraakt en geen touw is (touw is nogal grof), zit je helemaal goed. Houten barbecue
spiesen voldoen prima als stokjes, kijk alleen uit dat je jezelf niet prikt!
- Prik 4 gaten in het ruitvormige papier op elke hoek. Rijg een draad door elk gat en rond elke
pijpenrager of stok. Laat een stukje extra draad zitten om, als je dat wilt, hier een lint aan te binden.
Knoop de stok op de juiste plek aan de vlieger.
35
- Knoop een draad vast aan de linker-en de rechterkant van de horizontale stok. Knoop daarna de
draad aan het midden van “die” draad voor je vliegerlijn. Deze draad moet zo lang zijn als je nodig
hebt om te vliegeren!
- Bind stroken papier of lint aan de hoeken om de staart te vormen. Je kunt smalle stroken materiaal
toevoegen aan het eind van de vlieger voor extra zweefvermogen en gewicht. Het ziet er ook
completer uit
3 showmodellen



2. Papieren vlieger (Schaefer)

Slide 27 - Diapositive

2. Papieren vlieger (Schaefer)
- Gebruik een normaal vel printerpapier. Het zou 21 bij 29,7 cm groot moeten zijn. Versier dit papier
met potloden of stiften.
- Vouw het in tweeën, zo dat de korte zijden op elkaar liggen.
- Meet 6,25 cm af vanaf één hoek. Markeer deze plek voor straks. Plaats dan een tweede markering
op 12,5 cm vanaf de hoek, beiden langs de vouwrand van het papier.
- Vouw één hoek naar je eerste markering, maar zonder glad te strijken. Je hebt de kromming nodig
om de vlucht mogelijk te maken. Pak de hoek aan de andere kant van het papier en vouw die ook
naar de eerste markering (nog steeds zonder glad te strijken). Niet de twee hoeken vast aan het
midden van het papier.
- Perforeer een gat door je tweede markeerpunt. Dit zal gebruikt worden voor je vliegertouw. Knoop
deze stevig vast aan de rand van het papier. 
3 showmodellen



3. Eddy vlieger

Slide 28 - Diapositive

3. Eddy vlieger
- Knip het zeil van een dunne plastic vuilniszak. Vouw de zak in tweeën voor je hem knipt. Dat zal
ervoor zorgen dat beide zijden gelijk zijn.
- Zet een houten pen van 3 mm doorsnede (de verticale ruggengraat) met kabelbinders vast, door het
gelijkmatig te wikkelen over voor- en achterkant.
- Zet een houten pen van 3 mm doorsnede (de horizontale ruggengraat) op dezelfde manier met
kabelbinders vast. De beide pennen moeten elkaar kruisen bij het gat in het zeil.
- Plak vier stukken plakband op de houten pennen bij het centrale gat om het te versterken. Dit is de
achterkant van de vlieger.
- Buig de spreader door een spanningslijn op de achterkant van de vlieger te bevestigen. Plak het aan
één kant van de spreader, buig het in een boog van 5 cm, en plak het dan aan de andere kant van de
spreider vast.
- Bind een staart aan de onderkant van de vlieger (30 cm lang en 2,5 cm brede strook van een
vuilniszak).
- Maak het vliegertouw vast door het gat aan de voorkant waar de twee houten pennen kruizen. Leg er
een knoop in.

Slide 29 - Diapositive

1
Neem een stuk papier waar je de vorm van je vlieger van gaat maken. Als het niet anders kan, plak dan vier stukken papier samen. Maar je moet ze wel op de goede manier aan elkaar plakken! Plak de twee van de bovenkant samen, plak dan de twee aan de onderkant samen. Tenslotte plak je de onderkant en de bovenkant aan elkaar, en zorg daarbij dat het precies op elkaar aansluit.

Slide 30 - Diapositive

2
Knip simpelweg de vierhoeken af om een ruitvorm te knippen van papier. Kijk naar het model hieronder voor een goed idee van de proporties. De ruit moet een beetje zwaarder zijn aan de onderkant – de twee linker- en rechterhoeken moeten ongeveer 7,5 tot 8 cm vanaf de top zitten.

Slide 31 - Diapositive

3
Bind twee stokken samen. Om zeker te weten dat ze op de juiste plek zitten, lijn je ze eerst uit met het papier. Bind ze zo strak samen als mogelijk! Ze moeten zorgvuldig samengeknoopt worden en de overtollige draad moet afgeknipt worden.

Elk soort draad dat de stokken goed samenbindt voldoet. Zolang het niet losraakt en geen touw is (touw is nogal grof), zit je helemaal goed.

Houten barbecue spiezen voldoen prima als stokjes, kijk alleen uit dat je jezelf niet prikt

Slide 32 - Diapositive

4
Prik 4 gaten in het ruitvormige papier op elke hoek. Rijg een draad door elk gat en rond elke pijperager of stok. Laat een stukje extra draad zitten om, als je dat wilt, hier een lint aan te binden. Knoop de stok op de juiste plek aan de vlieger.

Slide 33 - Diapositive

5
Knoop een draad vast aan de linker-en de rechterkant van de horizontale stok. Knoop daarna de draad aan het midden van “die” draad voor je vliegerlijn. Deze draad moet zo lang zijn als je nodig hebt om te vliegeren!

Slide 34 - Diapositive

6
Bind stroken papier of lint aan de hoeken om de staart te vormen. Je kunt smalle stroken materiaal toevoegen aan het eind van de vlieger voor extra zweefvermogen en gewicht. Het ziet er ook completer uit.

Slide 35 - Diapositive

1
Knip het zeil van een dunne plastic vuilniszak. Vouw de zak in tweeën voor je hem knipt. Dat zal ervoor zorgen dat beide zijden gelijk zijn.

Slide 36 - Diapositive

2
Zet een houten pen van 3 mm doorsnede (de verticale ruggengraat) met kabelbinders vast, door het gelijkmatig te wikkelen over voor- en achterkant.

Slide 37 - Diapositive

3
Zet een houten pen van 3 mm doorsnede (de horizontale ruggengraat) op dezelfde manier met kabelbinders vast. De beide pennen moeten elkaar kruisen bij het gat in het zeil.

Slide 38 - Diapositive

4
Plak vier stukken plakband op de houten pennen bij het centrumgat om het te versterken. Dit is de achterkant van de vlieger.

Slide 39 - Diapositive

5
Buig de spreader door een spanningslijn op de achterkant van de vlieger te bevestigen. Plak het aan één kant van de spreader, buig het in een boog van 5 cm, en plak het dan aan de andere kant van de spreider vast.

Slide 40 - Diapositive

6
Bind een staart aan de onderkant van de vlieger (30 cm lang en 2,5 cm brede strook van een vuilniszak).

Slide 41 - Diapositive

7
Maak het vliegertouw vast door het gat aan de voorkant waar de twee houten pennen kruizen. Leg er een knoop in.
laat je vlieger zien

Slide 42 - Diapositive

Evalueren/ nabeschouwen
Aan de kinderen vraag ik of het gelukt is om alle vliegers
echt van elkaar te laten verschillen? Welke lijken het meest op elkaar? Welke springen er echt uit als
'anders'? Ligt dat vooral aan de kleur, vorm, grootte of versiering? Waarom hebben jullie gekozen voor
één/meerdere boodschap(pen)? Hoe ben je op deze boodschap gekomen? Waarom past deze
boodschap bij de vlieger? Heb je helemaal alleen gewerkt of heb je op sommige momenten
samengewerkt, hoe ging dat? 
tips en tops voor de meester

Slide 43 - Diapositive

Reflecteren
Bij het reflecteren geven de leerlingen hun mening over hun eigen product en werkproces maar ook
over dat van hun groepsgenoten. Uiteraard beargumenteren en onderbouwen de leerlingen hun
mening. Tot slot is er nog ruimte voor de kinderen om ook te reflecteren op deze les. Hebben de leerlingen tips en tops voor de meester? Waardevolle tips en tops zullen worden meegenomen in de
samenstelling van een volgende les. 
Bronnen
American Kitefliers Association (z.d.).Lift, trekkracht en zwaartekracht. Geraadpleegd op 12 mei 2020, van https://people.zeelandnet.nl/candor77/Liftned.html

Geschiedenis vliegeren (z.d). In Wikipedia. Geraadpleegd op 12 mei 2020, van https://nl.wikipedia.org/wiki/Vliegeren

Tule - SLO (2017). Kerndoelen Kunstzinnige oriëntatie. Geraadpleegd op 12 mei 2020, van http://tule.slo.nl/KunstzinnigeOrientatie/F-KDKunstzinnigeOrientatie.html

Van Onna, J., & Jacobse, A. (2017). Laat maar zien: didactiek voor beeldend onderwijs. Groningen: Noordhoff Uitgevers B.V.

Slide 44 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions