H9 SET voorbereiding

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Weerstand berekenen

Spanning is 230 Volt en de stroom is 10 Ampere.
Wat is de weerstand van het apparaat?

1. 2,3 ohm
2. 2300 ohm
3. 23 ohm
4. 0,04 ohm

Vervangingsweerstand serie schakeling

1. 1800 Ω
2. 801 Ω
3. 500 Ω

Parallel

Vervanginsweerstand parallelschakeling. 

Rv = 1/ ( 1/R1 + 1/R2 + ....)

Vervangingsweerstand parallel schakeling

1. 310 Ω
2. 24 Ω
3. 12 Ω

Parallel

Vervanginsweerstand parallelschakeling. 

Rv = 1/ ( 1/R1 + 1/R2 + ....)

Rv = 1/(1/60 + 1/50 + 1/200)

Rv = 1/0,04167 = 24 Ohm

Regelbare weerstand
Wanneer is de weerstand het grootst:

1. De weerstand is altijd even groot.
2. Als de weerstand een lange afstand aflegt door het laagje koolstof.
3. Als de stroom een korte afstand af legt door het laagje koolstof.

bij een NTC..

1. stijgt, als de temperatuur daalt
2. stijgt, als de temperatuur stijgt
3. daalt, als de temperatuur stijgt
4. daalt, als de temperatuur daalt

LDR

Light Dependant Resistor. 

Op licht reagerende weerstand. 

Denk aan lantaarnpalen die aan gaan wanneer het buiten donker wordt. 

Transistor

Schakelaar die kan schakelen met een stroompje:

• Een kleine stroom van Basis B naar Emitter E kan zorgen voor een grote stroom van Collector C naar E: schakelaar open
• Geen stroom van B naar E? Dan kan er ook geen stroom van C naar E (schakelaar dicht)

Een relais gebruik je als automatische schakelaar:

• Elektrisch aan of uit zetten. 
• Het relais werkt met een elektromagneet.
  
• Je kaneen grote spanning (of grote stroom) inschakelen
• Je kan contact "maken" of "breken"

Waarvoor gebruik je een condensator in een schakeling?

1. Een condensator gebruik je nooit
2. Om de stroom door te laten lopen nadat je uitschakelt
3. Om een felle, korte stroomstoot te krijgen
4. B en C zijn allebei goed

Kies wat je gaat doen: 

1. Samenvatting maken 

2. Oefentoets maken

3. Oefenopgaves maken die hierna komen.