Jodenvervolging in Nederland 2 Basis

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Jodenvervolging in Nederland

Planning 

Huiswerk check.

Leerdoelen

Uitleg

Zelf aan de slag.

Huiswerk check

Hebben jullie blz. ... gemaakt?

Leerdoelen

1. Jullie kunnen aan het eind van deze les vertellen wat de Holocaust/ Shoah is. 

2. Jullie kunnen aan het eind van deze les het gevolg van de Jodenhaat beschrijven. 

Wat wordt er bedoeld met de Holocaust / Shoah?

Wat is de Holocaust/Shoah?

De Holocaust/Shoah is de naam van de systematische vernietiging van 6 miljoen Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Holocaust betekend brandoffer.

Shoah betekend algemene vernietiging. 

www.ntr.nl

Waarom werden de Joden gehaat tijdens de Tweede Wereldoorlog?

1. Joden waren de slechteriken
2. Ze gaven hen de schuld van alle ellende in Europa
3. Ze vonden dat zij te veel geld verdiende
4. Omdat de Joden net in hun land kwamen wonen

Jodenhaat

Joden werden al eeuwen lang gehaat.

Mensen begonnen te denken dat sommige mensen beter waren dan anderen. 

Ze dachten dat Ariërs het beste menselijke ras was.

Joden waren volgens hen slecht en niet zo goed als de Ariërs.  

Joden worden steeds meer buiten gesloten

• Gedwongen ontslag.
• Bioscopen verboden voor joden
  
• Registratieplicht voor joden
  
• Joodse buurt in Amsterdam wordt afgezet
  
• Joodse artsen ongewenst
  
• Joden worden geweerd uit het openbare leven
  
• Joden moeten eigendommen inleveren
  
• Joodse kinderen moeten naar aparte scholen
• Invoering van de Jodenster
  
• Joden krijgen oproep voor ‘werkverruiming’
  
• Joden worden opgepakt en gevangengezet
  
• Joden worden weggevoerd en vermoord

Verschillende soorten kampen

• Werkkamp
  
• Doorvoerkamp (Westerbork)
  
• Concentratiekamp (Vught)
  
• Vernietigingskamp

Leerdoelen check

1. Jullie kunnen aan het eind van deze les vertellen wat de Holocaust/ Shoah is.

2. Jullie kunnen aan het eind van deze les het gevolg van de Jodenhaat beschrijven. 

Zelf aan de slag.

Jullie kunnen aan de slag met jullie huiswerk.

Blz. 53 en 54