klanken en woorden

in deze les...
...check je of je al wat Griekse woorden kent 
...kijk je je huiswerk na: tekst 3A
...maak je aantekeningen
...maak je een begin aan het herkennen van Griekse naamvallen (nominativus, accusativus)
...leer je het verschil tussen ἐστιν / ἐστι en tussen οὐ / οὐκ / οὐχ
...leer je waar Nemea ligt
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

in deze les...
...check je of je al wat Griekse woorden kent 
...kijk je je huiswerk na: tekst 3A
...maak je aantekeningen
...maak je een begin aan het herkennen van Griekse naamvallen (nominativus, accusativus)
...leer je het verschil tussen ἐστιν / ἐστι en tussen οὐ / οὐκ / οὐχ
...leer je waar Nemea ligt

Slide 1 - Diapositive

hoe klinkt de Griekse tweeklank
ευ ?

Slide 2 - Question ouverte

hoe klinkt de Griekse tweeklank
ου ?

Slide 3 - Question ouverte

Τί ὁ Ἡρακλης δουλος ἐστιν;
welk leesteken is de Griekse ; in het Nederlands ?
A
:
B
;
C
?
D
!

Slide 4 - Quiz

Schrijf de naam Εὐρυσθεύς in het Nederlands op

Slide 5 - Question ouverte

Sleep de Griekse klinkers naar het vak 'klinkers' en de Griekse medeklinkers naar 'medeklinkers'
klinker
mede-
klinker
η
ζ
ν
μ
υ
ω

Slide 6 - Question de remorquage

tekst 3A r.1
Ἡρακλῆς οὐκ ἐστιν ἀνθρωπος.
Wat is het onderwerp van de zin?
A
Ἡρακλῆς
B
οὐκ
C
ἐστιν
D
ἀνθρωπος

Slide 7 - Quiz

Wat betekent ὁ ἀνθρωπος?

Slide 8 - Question ouverte

Ἡρακλῆς οὐκ ἐστιν ἀνθρωπος.
Ἡρακλῆς staat in de nominativus en is het onderwerp in de zin.
ὁ ἀνθρωπ-ος is ook een nominativus - welke functie heeft die hier?

Slide 9 - Question ouverte

Ἡρακλῆς οὐκ ἐστιν ἀνθρωπος.
Ἡρακλῆς & ἀνθρωπος zijn nominativus : ond & naamw.deel

ἐστιν = (hij/zij/het) is
=> koppelwerkwoord

(esse in Latijn)

Slide 10 - Diapositive

r.2 Θεοι οὐκ εἰσιν ἀνθρωποι.
wat betekent εἰσιν ?

Slide 11 - Question ouverte

r.2 Θεοι οὐκ εἰσιν ἀνθρωποι.
kijk naar je vertaling - welke naamval zal
de uitgang -οι zijn?

Slide 12 - Question ouverte

  1. Ἡρακλης οὐκ ἐστιν ἀνθρωπος.
  2. Θεοι οὐκ εἰσιν ἀνθρωποι.
  3. Ἡρακλης οὐκ ἐστι θεος.
  4. Ἡρακλης ἐστιν ἡρως.
  5. Ἡρακλης και δουλος ἐστιν.

Slide 13 - Diapositive

  1. Ἡρακλης οὐκ ἐστιν ἀνθρωπος.

  2. Θεοι οὐκ εἰσιν ἀνθρωποι.

  3. Ἡρακλης οὐκ ἐστι θεος.

  4. Ἡρακλης ἐστιν ἡρως.
  5. Ἡρακλης και δουλος ἐστιν.
1. Herakles is geen mens/man.


2. Goden zijn geen mensen.

3. Herakles is geen god.

4. Herakles is een held.
5. Herakles is ook een slaaf.

Slide 14 - Diapositive

Vergelijk r.3 en r.4 van tekst 3A (p.25) met elkaar. Verklaar het verschil tussen ἐστι en ἐστιν.

Slide 15 - Question ouverte

Vergelijk r.3 en r.15 van tekst 3A - wat zou het verschil zijn tussen οὐ en οὐκ?

Slide 16 - Question ouverte

οὐ, οὐκ en οὐχ
οὐ - vóór woorden die beginnen met een klinker
            Ἡρακλης οὐ θεος ἐστιν.
οὐκ - vóór woorden die beginnen met een medeklinker
            Ἡρακλης οὐκ ἐστι θεος.
οὐχ - vóór woorden die beginnen met een spiritus asper
            Ἡρακλης οὐχ ἡρως ἐστιν.
N.B. - de spiritus staat bij tweeklanken op de tweede klinker

Slide 17 - Diapositive

6 Τί ὁ Ἡρακλῆς δοῦλός ἐστιν;

 7 Εὐρυσθεὺς δούλους ἔχει.

8 Δοῦλός ἐστι καὶ Ἡρακλῆς ὁ ἥρως!

9 Εὐρυσθεὺς τὸν δοῦλον πέμπει εἰς Νεμέαν. 

10 Τί ὁ Εὐρυσθεὺς τὸν δοῦλον πέμπει εἰς τὴν Νεμέαν;

Slide 18 - Diapositive

6 Τί ὁ Ἡρακλῆς δοῦλός ἐστιν;
    
 7 Εὐρυσθεὺς δούλους ἔχει.
               
8 Δοῦλός ἐστι καὶ Ἡρακλῆς ὁ ἥρως!

9 Εὐρυσθεὺς τὸν δοῦλον πέμπει εἰς Νεμέαν. 
                   
10 Τί ὁ Εὐρυσθεὺς τὸν δοῦλον πέμπει εἰς τὴν Νεμέαν;

Waarom is Herakles een slaaf?
 
 Eurystheus heeft slaven.

 Een slaaf is ook de held Herakles!

 Eurystheus stuurt zijn slaaf naar Nemea.

10 Waarom stuurt Eurystheus zijn slaaf naar Nemea?


Slide 19 - Diapositive

6 Τί ὁ Ἡρακλῆς δοῦλός ἐστιν;
                             (nd)
 7 Εὐρυσθεὺς δούλους ἔχει.
                         (lv)
8 Δοῦλός ἐστι καὶ Ἡρακλῆς ὁ ἥρως!
       (nd)
9 Εὐρυσθεὺς τὸν δοῦλον πέμπει εἰς Νεμέαν.               (lv)
                   
10 Τί ὁ Εὐρυσθεὺς τὸν δοῦλον πέμπει εἰς τὴν Νεμέαν;             (lv)

Waarom is Herakles een slaaf?
 
 Eurystheus heeft slaven.

 Een slaaf is ook de held Herakles!

 Eurystheus stuurt zijn slaaf naar Nemea.

10 Waarom stuurt Eurystheus zijn slaaf naar Nemea?


Slide 20 - Diapositive

huiswerk voor maandag...
leren woorden les 3B (gebruik ook audio)
maken: vertaling tekst 3A af
lezen: p.25 + 27 (zelfst.nw., naamvallen en functie, lidwoorden)

Slide 21 - Diapositive

hebben
wonen
zijn
εἰσι
οἰκουσι
οἰκεῖ
ἐχει
ἐστι
ἐχουσι

Slide 22 - Question de remorquage

ὁ ἀνθρωπος
ὁ ἡρως
ὁ θεος
το θηριον

Slide 23 - Question de remorquage

Kreta
Nemea
Athene
Albanië
Turkije

Slide 24 - Question de remorquage