Toets bespreken

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

> Ik heb gezien welke fouten ik heb gemaakt. 

> Ik weet wat ik de volgende keer van verbeteren voor de toets.

Aujourd'hui: mardi 9 janvier 2024

> Parler

> Discuter le contrôle

> Faire une réflection

> Jouer un Blooket

Exercice A: écoute: luister en schrijf de Nederlandse vertaling op. (6 points)

De voornaam (le prénom)

Kijk! (regarde!)

De minuut (la minute)

Nu (maintenant)

Aardig (sympa)

Daar, daarginds (là-bas) 

Exercice B

Ver

Waar?

Ik stel je voor

De jongen

Tot later!

Heel, erg

De zee

Maar 

Exercice C: l’article: kies het juiste lidwoord. Kies uit : le, la, l’, les. (6 points) 

___ classe

___ amie

___ jardin

___ prénoms

___ école

___ tennis 

Exercice D: l’article: kies het juiste lidwoord. Kies uit : un, une, des. (6 points) 

La ville = _____ ville

Le quartier = ____ quartier

Les rues = _____ rues

L’adresse = _____ adresse

Les bus = _______ bus

Le chat = _______ chat 

Exercice E: remplace: vervang het dikgedrukte stuk door il, elle, ils of elles. (7 points) 

Voilà Isabelle. ….... …..habite à Nice.

Où est le collège? …..... …..est à Paris

Paul et Hugo sont à la terrasse? Non, …........ sont au collège.

Où sont les amies de Sophie? …....... ….sont à la terrasse.

Le garçon et la fille sont sympas ? Oui, …............ 

Pierre habite dans un appartement? Non, ….............habite dans une maison.

Où sont les filles ? ….................. sont chez moi! 

Exercice F: traduis: vertaal de onderstaande woorden. (4 points) 

huizen

een zwembad

de tuinen

Het meisje 

Exercice G: traduis : vertaal de zinnen naar het Nederlands (3 points) 

Écris un e-mail.

Travaillez à deux.

Lis le texte. 

Een reflectie schrijven

Quoi? Vul het uitgedeelde blad in.

Comment? Zelfstandig

Aide? Hoe heeft je klasgenoot geleerd?

Durée? 5 minuten

Fini? Bespreek met elkaar

Pourquoi? Om erachter te komen hoe jij jezelf kunt verbeteren.