Thema 3 les 1
1 / 19
La durée de la leçon est: 5 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Met wie uit de trein (p. 46 + 47) MOET jij contact leggen en waarom?
Slide 3 - Question ouverte
Waar zou jij gaan zitten? Waarom?
Slide 4 - Question ouverte
Met wie op de trein zou jij graag contact willen leggen? Waarom?
Slide 5 - Question ouverte
Met wie op de trein zou jij niet graag contact leggen? Waarom?
Slide 6 - Question ouverte
Weten wij van anderen die wij vluchtig ontmoeten hoe hun karakter is / wat hun bedoelingen zijn?
A
Ja
B
Nee
Slide 7 - Quiz
Hoe noemt het wanneer je op voorhand al dingen denkt over iemand die je (nog) niet kent?
Slide 8 - Carte mentale
Slide 9 - Diapositive
Een gemeend compliment geven over het uiterlijk
A
Sympathie
B
Antipathie
Slide 10 - Quiz
Een gemene opmerking geven over het uiterlijk.
A
Sympathie
B
Antipathie
Slide 11 - Quiz
Een vriendschapsverzoek versturen.
A
Sympathie
B
Antipathie
Slide 12 - Quiz
In de lach schieten om de persoon.
A
Sympathie
B
Antipathie
Slide 13 - Quiz
Met de ander een gesprekje voeren.
A
Sympathie
B
Antipathie
Slide 14 - Quiz
Negeren
A
Sympathie
B
Antipathie
Slide 15 - Quiz
Op de man af vragen hoe het komt dat die persoon er zo uitziet.
A
Sympathie
B
Antipathie
Slide 16 - Quiz
Voorzichtig glimlachen
A
Sympathie
B
Antipathie
Slide 17 - Quiz
Vriendelijk begroeten
A
Sympathie
B
Antipathie
